Best besproken week 49: moeders en broers bij Caro Van Thuyne, Elisabeth Badinter en David Pefko

11 december 2023
| | |

Welke boeken sprongen er de afgelopen week uit in de recensies en boekenbijlages? Athenaeum Boekhandel houdt het voor je bij. Deze week: met een ondertoon van odes aan Gerard Reve ging het over Caro Van Thuynes betoverende moederroman, Elisabeth Badinters urgente moederschapsessay en David Pefko’s vrolijke, trefzekere sociale roman.

Natuurlijk: donderdag is het honderd jaar geleden dat Gerard Reve geboren werd. Dus in NRC en de Volskrant uitgebreide stukken met hedendaagse schrijvers (onder wie tweemaal Peter Buwalda); in De Groene krijgt Christiaan Weijts netjes een heel essay, Trouw belooft het schrijvers-over-Reve-format voor het kerstnummer) over de grote schrijver — en bij ons een evenement. En interviews met Haroon Ali (NRC), Benjamin Moser (Het Parool), Christopher Clark (de Volkskrant) en Marjoleine de Vos (Trouw), en enthousiasmerende stukken over de nieuwe boeken van Emmanuel Carrère en Renée van Marissing (De Groene Amsterdammer), Paul Auster (NRC), Sara Bauma en Ghassan Kanafani (Trouw), Kjersti Anfinnsen (Het Parool) en Annet Mooij en Jonah Falke (de Volkskrant). Maar bij deze drie boeken staan we stil:

Caro Van Thuyne, Bloedzang

Van Thuyne werd al getipt in de kerstlijst van De Morgen door Delphine Lecompte, en in die krant schreef Dirk Leyman al eerder: ‘Soms rijdt Van Thuynes robuuste proza zich vast, als een tractor in diepe moddervoren. Gelukkig is er de heilzaamheid van het wandelen en de reddingsboei van de taal, die weliswaar voortdurend in twijfel wordt getrokken. Of de troostende moederschilderijen van Celia Paul.’ In Het Parool vond Dieuwertje Mertens haar proza al ‘dicht, bloemrijk, wild uitschietend, associatief proza, in lange zinnen vol metaforen en herhalingen’. Dat was geen compliment.

Voor Femke Brockhus overheerst in NRC het enthousiasme: ‘De onderzoekende houding waarmee ze teksten en theorieën aanhaalt, spreekt eerder de ratio van de lezer aan. Het vraagt een zekere flexibiliteit om tussen de dan weer zakelijke en dan weer uiterst poëtische stijl heen en weer te bewegen. Wie zich mee laat voeren in de taaldronkenschap en er voornamelijk de kwetsbare bezoeken van de schrijver aan haar moeder op naslaat, zal ongetwijfeld onder invloed raken. De noodzaak beukt uit dit boek. Bloedzang is een betovering.’



Elisabeth Badinter, De mythe van het moederschap (vertaling Veronique Huijbregts en Marie Luijten)

In De Groene Amsterdammer wijdt Xandra Schutte een profiel aan Élisabeth Badinter. Het is het voorwoord bij de nieuwe uitgave van De mythe van het moederschap, waarover ook 18 december een avond georganiseerd wordt in De Balie, met Christien Brinkgreve, Dieuwertje Mertens, Ianthe Mosselman en Schutte zelf. Mertens neemt ook een voorschot op haar bijdrage. ‘Alle (zeer uiteenlopende) historische bronnen die Badinter aanhaalt ondersteunen haar these. Soms voelt het bewijs wat dun,’ merkt ze op, maar onder de streep ziet ze vooral de blijvende actualiteit van het 43 jaar oude boek: ‘Badinter eindigt haar essay door erop te wijzen dat, hoewel de meeste Franse vrouwen (anno 1980) werken, de taken van de moeder niet af- maar toegenomen zijn. Zij werkt én neemt de meeste zorg voor het kind op zich. In Nederland is dat, zelfs vandaag de dag, vaak niet anders. Alleen al om die reden is Badinters essay nog steeds urgent: we móéten de vanzelfsprekendheid van de manieren waarop we de moederrol invullen blijven bevragen.’

David Pefko, De Gebroeders Maxilari

De Gebroeders Maxilari stond al in het eindejaarslijstje van de Volkskrant, en vanaf 30 november op volkskrant.nl, maar het stuk van Maarten Steenmeijer haalde nu ook de krant. ‘Dat De Gebroeders Maxilari toch een vrolijk boek is, mag een klein wonder heten. Maar het grote wonder van deze roman is dat die vrolijkheid niet ten koste is gegaan van de dramatiek, die nergens op de hak wordt genomen maar het ook geen moment helemaal voor het zeggen krijgt. [...] Hoe zit dat precies? Allereerst is er die onnadrukkelijke, trefzekere stijl die het verhaal niet de kans geeft om zwaar of sentimenteel te worden. En dan is er die onweerstaanbare veerkracht van de twee jongens.’

pro-mbooks1 : athenaeum