Best besproken week 12: scherp, provocerend, zinnelijk, verrijkend en camusiaans

25 maart 2024
| | | | |

Welke boeken sprongen er de afgelopen week uit in de recensies en boekenbijlages? Athenaeum Boekhandel houdt het voor je bij. Deze week: Hilary Mantel over schrijven, Lucy Cooke over de vrouw in de biologie, Simone Atangana Bekono’s zinnelijke poëzie, Michel Dijkstra enthousiasmerend over Japanse filosofie, en Tahar Djaout die Camus naar de kroon steekt.

Hilary Mantel, Schrijver zijn (vertaling Harm Damsma & Niek Miedema)

In Schrijver zijn zijn stukken over het schrijverschap gebundeld uit haar postume boek A Memoir of My Former Self.

  • Bart Van der Straeten schreef 11 maart al voor Humo: ‘Stuk voor stuk zijn ze vederlicht, tongue in cheek, slim, grappig, pretentieloos. Voor wie zelf weleens een zin op papier zet een troostvolle bron van herkenning, voor alle andere lezers een uiterst smakelijk verwennerijtje.’
  • Maar Sander Kollaard neemt in de Volkskrant echt de ruimte: ‘Zo gaat het door, geestig, scherp en de moeite van het lezen alleszins waard, maar pas in de tweede helft wordt de bundel werkelijk interessant. Daar richt Mantel zich in langere stukken op haar eigen genre en denkt ze na over tijd en geschiedenis, historisch onderzoek, het perspectief van de tijdgenoot en de ingewikkelde relatie tussen feit en fictie.’
  • ‘Ze ziet historische fictie als een verdieping van academisch onderzoek. De historische roman moet trouw blijven aan de uitkomsten van dat onderzoek, zegt ze, maar er vervolgens een binnenkant aan geven: het droge archiefmateriaal moet een levend lichaam krijgen. Om dat te kunnen doen moet je je als schrijver helemaal in het verleden kunnen onderdompelen.’
  • ‘Tot mijn genoegen legt Mantel de verantwoordelijkheid voor goede literatuur deels bij de lezer. Schrijvers kunnen het niet in hun eentje. Hun fictie moet tot leven komen in het hoofd van de lezer en dat vraagt een echte inspanning.’
  • Malcolm Forbes schreef vorig jaar al in The Washington Post over A Memoir: ‘Mantel impresses with her sharp wit, informed opinions and keen observations. Certain prose flourishes (“in the watches of last night,” “creeping, like the flow of chrism from a jar”) resemble those from the pages of the Wolf Hall novels. Other key lines read like lyrical maxims: “History, biography and novels in particular lend you experience that is not yet your own. They are an advance paid on life.”’


Lucy Cooke, Bitch (vertaling Inge Pieters)

Collega Ivana Kalas noemde Lucy Cookes nieuwe boek Bitch al ‘een revolutionair handboek over sekse, evolutie, en het vrouwtjesdier. Een humoristisch manifest tegen stereotypering in het dierenrijk’, Trouws Marijke Laurense lijkt zich in een groot stuk daarbij aan te sluiten:

  • Volstrekte larie, stelt Cooke in haar nieuwste boek, dat ze een lekker provocerende titel meegaf: Bitch. Oftewel: teef, kreng, hoer. Want daarvan struinen er heel wat rond in het dierenrijk, zo blijkt uit Cookes wereldreis langs een keur van gedreven, tegenwoordig vaak ook vrouwelijke zoölogen en evolutionair-biologen.
  • En zo duwt Cooke haar lezer van de ene verbazing naar de andere.
  • Darwin schreef het in 1849 al: ‘De listen en wonderen der natuur zijn waarlijk grenzeloos’. Dat geldt, zo concludeert Cooke, speciaal als het de voortplanting betreft.
  • Ongeveer gelijktijdig met Laurenses stuk verscheen de kortere bespreking van Maike Abbink bij New Scientist over ‘Cookes geniale brouwsel: van overtuigende bewijzen voor aanpassingen in Darwins theorieën tot avonturen die ze beleefde tijdens het dierenonderzoek, en fantastische weetjes voor op een verjaardag’
  • En al eerder loofde Josie Glausiusz in The Guardian het boek: ‘Bitch is so full of marvellous surprises about sex roles that I sensed Cooke herself was transformed in its writing. Studying zoology at university, she writes, made her feel like “a sad misfit”, an “egg-maker ... doomed to play second fiddle to the sperm-shooters”. But after three years of delving into the dizzy variability of female roles, she feels liberated.’

Simone Atangana Bekono, Marshmallow

In Marshmallow maken we kennis met een hond, een vrouw en een slaapkamer in ‘een heel normaal appartement’. Alles komt op losse schroeven te staan in deze bundel waarin de poëzie zichzelf constant bevraagt, tegenspreekt en ondermijnt. De nieuwe dichtbundel van Atangana Bekono, redacteur van De Revisor, Anton Wachterprijswinnaar en een van de 11 talenten onder de 35, wordt geprezen.

  • Dieuwertje Mertens las voor Het Parool de ‘zinnelijke bundel’ Marshmallow: ‘Hoewel er sprake is van losse terugkerende thematiek, zoals de identiteit van het ik en de ander en de kamer als plek om dingen te bewaren, wordt de samenhang vooral gecreëerd door de stijl: de montage van opzienbarende beelden vol binnenrijm en alliteratie. [...] De metaforen zijn zowel vervreemdend als krachtig. ’
  • ‘Een graaiende tong? Drachtig sap? Haar eigenzinnige vocabulaire dwingt stil te staan bij beeld en betekenis. Atangana Bekono creëert in Marshmallow een nieuwe associatieve taal, waarmee ze de zeggingskracht oprekt. Hiermee bevestigt ze een van de meest interessante dichters van nu te zijn.’
  • Maria Barnas schreef al eerder in NRC: ‘[Atangana Bekono] vindt zichzelf opnieuw uit, in zinnelijke en soms zompige taal.’ En: ‘Geen verhaal van A naar B, maar een bundel als een op kracht komende hartslag.’

Michel Dijkstra, Japanse filosofie. De denkweg van verfijning en verbinding

In Japanse filosofie staan drie grote premoderne denktradities en hun interactie centraal: shinto, boeddhisme en confucianisme. Shinto leert je om je met het leven te verbinden en je geborgen te voelen in het hier-en-nu. Het boeddhisme wijst juist de weg van onthechting en acceptatie van de vergankelijkheid. Het confucianisme toont hoe je de staat harmonieus kunt ordenen en bovendien deugdzaam kunt besturen. En Michel Dijkstra, kenner van de oosterse filosofie en westerse mystiek, is de persoon om je erin te introduceren.

  • Michiel Leezenberg, die NRC-boekenbijlage als een van de weinigen een viertal sterren geeft, schrijft: ‘Michel Dijkstra haast zich in zijn even leesbare als omvangrijke overzichtswerk Japanse filosofie. De denkweg van verfijning en verbinding te zeggen dat die filosofie natuurlijk geen onveranderlijk wezen heeft. Maar hij doet toch een poging om haar te onderscheiden van zowel het westerse als het Chinese denken. Het Chinese denken, schrijft hij, is even barok als de Chinese keuken en literatuur, terwijl het Japanse denken, eten en schrijven van een sobere verfijning is.’
  • ‘Het raadsel van de duurzame spirituele invloed van Japan, en algemener het verre oosten, laat Dijkstra, evenals Harding, onbeantwoord. Wel toont zijn boek duidelijk dat die fascinatie zonder meer gerechtvaardigd en verrijkend is. Als het boek lezers enthousiasmeert voor een (hernieuwde) kennismaking met de filosofische dimensies van zen of de rijkdom van de Japanse literatuur, of aanzet tot een reis naar Japan, heeft Dijkstra ruimschoots aan zijn doelstellingen voldaan.’

Tahar Djaout, De wachters (vertaling Hester Tollenaar)

Noord-Afrika, het is zomer – en warm. Menouar Ziada, een veteraan die altijd aan de kant van de winnaars heeft gestreden, slijt zijn dagen door gesprekjes aan te knopen met voorbijgangers in zijn straat. Verderop werkt in een leegstaand pand tijdelijk de uitvinder Mahfoudh Lemdjad aan een nieuw soort weefgetouw dat hij wil laten patenteren. Voor ze het weten raken zij en Ziada’s medeveteranen allemaal verstrikt in een labyrint van verdachtmakingen en angst, tot er nog maar één uitweg rest. De wachters is een politieke, morele fabel over kwaadaardige bureaucratie, gedachteloos extremisme en het gevaar van het opschorten van vrijheden uit naam van vaderlandslievendheid.

  • Cyrille Offermans in De Groene ziet verwantschap met Camus, nog meer dan met Kafka: ‘Zijn bijna-naamgenoot Djaout polemiseert indirecter. “Had Camus altijd omhooggekeken en nooit om zich heen?” vraagt de schrijver van het nawoord van De wachters zich af. “Want in Algerije wonen geen Arabieren, maar” – en dan volgt een opsomming van vele, mij onbekende, volkeren. Die onderscheidende precisie, een graadmeter voor literaire kwaliteit, is typerend voor Djaout.’
  • ‘Het besef dat hij nooit meer zal terugkeren “naar zijn streek om er nog een laatste keer het prachtige verstrijken van de seizoenen te volgen” laat hem in het aangrijpende melancholische slotdeel opgaan in bedwelmende, alle zintuigen doordringende herinneringen aan zijn kindertijd.’
  • De wachters maakt deel uit van de Schwob-selectie.
Best besproken week 12: scherp, provocerend, zinnelijk, verrijkend en camusiaans

Delen op

€ 22,99
€ 26,99
€ 18,99
€ 29,90
€ 22,95
pro-mbooks1 : athenaeum