Ondergronds Parijs, feestelijk Parijs, anti-Parijs: de Frankrijk-boekentips van Martin Smit

10 juli 2023
| | | |

Vakantielezen! Deze week: Frankrijk. Collega Martin Smit schotelt je een ander, niet bepaald toeristisch Parijs voor: dat van George Orwell. Ook tipt hij de klassieker A moveable feast: ‘Parijs zoals het hoort te zijn, een stad om vrolijk van te worden’. En tenslotte: de zeer vermakelijke Franse geschiedenis van Graham Robb, waarin juist het anti-Parijs-sentiment van de Franse regio’s hoogtij viert. Hup, in je koffer en mee op de Route du Soleil!

Down and out in Paris and London

Vergeet de Eiffeltoren en het Centre Pompidou en lees in Down and out in Paris and London hoe George Orwell – die toen nog gewoon Eric Blair heette – aan de kost probeerde te komen in het Parijs van 1928. Tegen een hongerloon werkte hij als bordenwasser in een hotel: eentonige lange werkdagen, met een knorrende maag, in een keuken waar het water tot aan zijn enkels stond, zich afvragend hoe hij die avond weer aan eten kon komen. Met Orwell is het wel goed gekomen, maar hoeveel illegale arbeiders zouden er vandaag de dag onder soortgelijke omstandigheden in Parijs nog worden uitgebuit?

Orwell noemt het hotel waar hij werkte niet met name, maar voor wie er de huidige keuken wil testen, kan een bezoek brengen aan het luxe Hotel de Crillon, 10 Place de la Concorde. In het boek geeft hij bovendien een gefingeerde straatnaam als zijn woonadres. Ingeklemd tussen het Pantheon en de toen volkse Rue de Mouffetard, bevindt zich het onooglijke straatje Rue du Pot de Fer. Daar op nummer 6, boven een rumoerig café, huurde hij een kamer.

Dat café is allang verdwenen en vervangen door een ‘eigentijdse’ koffietent met de weinig originele naam Le Café.

A moveable feast

Om de hoek blijkt de Rue de Mouffetard in honderd jaar getransformeerd tot een drukbezochte toeristische attractie met eethuisjes, koffietentjes en trendy kledingzaakjes. Er is iedere dag een fruit- en groentemarkt bij de naastgelegen Place de la Contrescarpe. Ook dat pleintje zal van karakter zijn veranderd sinds Ernest Hemingway er begin jaren twintig woonde.

In zijn postuum gepubliceerde A Moveable Feast maakt hij bijna dagelijks de gang door de Rue de Mouffetard naar de door hem en andere opkomende schrijvers gefrequenteerde cafés als La Rotonde en Café de Flore. Met de flamboyante James Joyce en de prettig gestoorde Ford Madox Ford wordt menig glas genuttigd. Zijn vaste stek is ook de boekhandel Shakespeare & Co. van Sylvia Beach, toen nog in de Rue de l’Odeon nummer 7. Hemingway beschrijft Parijs zoals het hoort te zijn: een stad om vrolijk van te worden, te ontdekken en te koesteren. Toen kon je er met weinig geld wel uit de voeten, maar dat is wel veranderd.

Voor wie het Parijs van Hemingway wil leren kennen, stelde Michael Palin (ja, die van Monty Python), een informatieve wandeling samen langs de plekken waar Hemingway woonde, schreef en zich verpoosde: zie hier.



The Discovery of France

Parijs is ver weg. Een opvatting die je diep in Frankrijk wel tegenkomt in streken als de Ardèche, de Vogezen en de Provence. Gebieden waar bewoners vaak lak hebben aan de bemoeienis van het centrale bestuur in Parijs en men liever z’n eigen boontjes dopt. Er lijkt niet veel veranderd sinds de aristocratische regenten in de achttiende en negentiende eeuw probeerden de afgelegen gebieden letterlijk en figuurlijk in kaart te brengen en onder hun Parijse bewind te stellen. Graham Robb beschrijft in The Discovery of France op vermakelijke wijze hoe nieuw benoemde bestuurders in de regio werden gedropt, door de lokale bewoners argwanend werden bejegend en werden tegengewerkt.

In gebieden waar een eigen taal gesproken werd – buiten Parijs werd nauwelijks Frans gesproken – en men autonoom in het leven stond, eigen gewoonten kende en wars van autoriteit was, kreeg het centrale bestuur met moeite een voet aan de grond. Zo schetst Robb verbijsterende belevenissen van landmeters die in afgelegen gebieden met de nodige achterdocht werden behandeld en hun werk dankzij vijandige bewoners, niet zelden met de dood moesten bekopen.

Het boek geeft een gedetailleerd beeld van het leven in Frankrijk in de achttiende en negentiende eeuw. Niet het Frankrijk van koningen, keizers en revoluties, maar dat van autonome regio’s en hun bewoners, die met tegenzin onder de centrale macht in Parijs worden gebracht.

Martin Smit was redacteur van het tijdschrift De As, schrijft over o.a. geschiedenis, graphic novels en muziek en is medewerker van Athenaeum Nieuwscentrum.

pro-mbooks1 : athenaeum