Het slappe tegenroer: over Ota Pavels Hoe ik de vissen ontmoette, vertaald door Edgar de Bruin

08 februari 2024
| | | |

Letterenfonds Vertaalprijswinnaar Edgar de Bruin vertaalde Ota Pavels Jak jsem potkal ryby als Hoe ik de vissen ontmoette, een van de meestgenoemde beste boeken van 2023. Op ons verzoek licht hij zijn vertaling toe. Lees over de omgang met vaktermen, en een term uit een uitgestorven beroep: houtvlotten.



Vissersvaktermen als vertaalvarkentje

Niet een eerste zin ditmaal, maar eentje ergens uit het midden van het boek, omdat het raakt aan een probleem waar vertalers vaker tegenaan lopen, namelijk dat je aan de slag moet met begrippen en vaktermen uit de meest uiteenlopende gebieden. Het kan bijvoorbeeld gaan om religie, sport, geneeskunde, architectuur om maar een paar van de vele dwarsstraten te noemen, of beroepen en hobby’s, die allemaal in meer of mindere mate hun eigen ‘taal’ hebben. Gelukkig hebben we internet, terwijl ik vroeger weleens de Joodse gemeente of een smederij moest bellen om navraag te doen.

In het boek van Ota Pavel Hoe ik de vissen ontmoette gaat het, zoals de titel al aangeeft, heel veel over vissen en de techniek van het vissen. Puttend uit mijn tijd als jochie toen mijn vriendjes en ik met zelfgemaakte hengels op paling of snoek visten (en we vingen overigens eigenlijk alleen maar stekelbaarsjes), en later weleens met een goede vriend meeging die op een van de pieren (zo noemden wij toen de golfbrekers van basalt) in Den Helder gepen ving, kwamen termen als ‘blinker’, ‘dobber’, ‘loodjes’, ‘aanslaan’, ‘onderlijn’, ‘beet’, ‘pieren’ (zo noemden wij de wormen), e.d. bovendrijven. Dus ook al was ik geen verwoed visser (ik was eigenlijk een waardeloze visser en ik heb, geloof ik, veertig jaar geleden enkel eens een Mokumse modderkruiper gevangen in een Amsterdamse gracht), kon ik zo, ook met behulp van internet en de nodige naslagwerken, dit vertaalvarkentje wassen.

De achterste vaarboom van de houtvlotter

Anders wordt het als je tegen een fenomeen aanloopt waar je geen affiniteit mee hebt en dat je behoorlijk vreemd is. In Pavels boek is dat de houtvlotterij. Als Pavel als jongeman samen met een vriend een enkele weken durende kanotrip op de rivier de Lužnice en de Moldau maakt, kunnen ze tegen het eind van hun tocht een lift krijgen van een stel houtvlotters. Houtvlotten werden gebruikt om boomstammen over de rivier te vervoeren en vooral in de zeventiende tot negentiende eeuw kwam op deze wijze bijvoorbeeld hout naar Nederland. Meerdere vlotten waren aan elkaar verbonden en konden tezamen wel 500 meter lang zijn, de bemanning sliep en at aan boord – het was kortom een klein dorp. Tot zover is het duidelijk en valt er ook wel het nodige over te vinden, tot je stuit op specifiek Tsjechisch jargon in de zin.

Pisinger [de vlotmeester – EdB] nás zatím zasvěcuje, pokouším se pracovat veslem, kterému říkají „vopačinka ve slabejch”.

Het gaat om de uitdrukking tussen aanhalingstekens, met als extra complicatie dat die in spreektaal is weergegeven. Zo wordt er een ‘v’ voor ‘opačinka’ geplaatst en verandert het correcte ‘slabých’ in ‘slabejch’ – vormen die in de Tsjechische spreektaal heel gangbaar zijn. Verder moet je doorhebben dat ‘opačinka’ een verkleinwoord is van ‘opačina’ en zo kom je in het grote Tsjechische woordenboek achter de betekenis van het woord: de achterste vaarboom op een vlot. In historische teksten is ook een preciezere uitleg te vinden: het gaat om een tegenvaarboom (het woord ‘opačina’ is afgeleid van ‘opak’, dat ‘het tegenovergestelde’ betekent) die op de tweede van vier achter elkaar gekoppelde vlotten zat.

Bestaat voor de vaarboom op deze positie in het Nederlands ook een specifieke naam? Vruchteloos heb ik uren, dagen internet afgestruind en helaas kon ik ook niet even een houtvlotter bellen. Maar ik wist nu in ieder geval wat het inhield. Bij het volgende deel ‘ve slabejch’ echter keek ik zoals de Tsjechen zeggen als ‘een bacil op de drempel van een apotheek’, want ik kon er geen chocolade van maken. Letterlijk betekent het iets als ‘in het zwakke / slappe’, waarbij dus niet gezegd wordt wie of wat nu zwak of slap is. Tot bleek dat de tweede van de vier achter elkaar gekoppelde houtvlotten ‘slabák’ (dus zeg maar ‘de zwakke / slappe’) werd genoemd. Ook al klopt het grammaticaal niet, kan het dus op de plaats slaan (het tweede houtvlot) waar deze vaarboom zich bevond.

Het verkleinwoord ‘opačinka’ suggereert dat het weleens kon gaan om een dunnere, lichtere vaarboom die werd gebruikt slechts om bij te sturen. Omdat het de achterzijde van het vlot betrof, koos ik voor roer (ook omdat in de zin zelf al het woord ‘vaarboom’ voorkomt), en ik ging er verder vanuit dat, gelet op het feit dat de onervaren Pavel deze vaarboom mocht hanteren, het geen cruciaal element kon zijn bij het op koers houden van het vlot. Al knutselend kwam ik uit op ‘slap tegenroer’ en werd de zin in de vertaling:

Pisinger wijdde ons ondertussen in, ik probeerde de vaarboom die het ‘slappe tegenroer’ werd genoemd.

Doorslaggevend was de opmerking dat ook een huidige Tsjechische lezer naar de precieze betekenis van deze uitdrukking slechts kan gissen. Niet alleen omdat houtvlotters altijd al een gesloten groep vormden, maar ze bovendien een vak uitoefenden dat al ruim zestig jaar niet meer bestaat. Dus kon ik ook in de vertaling mijn fantasie enigszins de vrije loop laten.

Edgar de Bruin (1958) heeft Tsjechische taal- en letterkunde gestudeerd en inmiddels meer dan zestig romans vertaald. Hij is meerdere malen onderscheiden: de Aleida Schot-prijs (2007), de Premia Bohemica Prijs namens Tsjechische Bond van Schrijvers (2008), de Letterenfonds Vertaalprijs (2015) en de Tsjechische Jiří Theiner Prijs (2017). Hij introduceerde schrijvers als Jáchym Topol, Patrik Ouředník, Marek Šindelka en Markéta Pilatová in Nederland en vertaalt werk van klassieke auteurs als Egon Hostovský en Karel Čapek. Naast verhalen, toneel en poëzie heeft hij ook een tiental kinderboeken vertaald. Sinds 2003 is hij de literair agent van een dozijn Tsjechische auteurs en samen met zijn partner Magda de Bruin-Hüblová bestiert hij het literair agentschap Pluh. Lees op onze site ook De Bruins toelichtingen op zijn vertalingen van Marek Šindelka en Patrik Ouredník.

Het slappe tegenroer: over Ota Pavels Hoe ik de vissen ontmoette, vertaald door Edgar de Bruin

Delen op

€ 22,50
€ 16,99
pro-mbooks1 : athenaeum