Over het vertalen van Sandra Newmans Julia door Rob Kuitenbrouwer en Frank Lekens

15 november 2023
| | | | | | |

Rob Kuitenbrouwer en Frank Lekens vertaalden Sandra Newmans roman Julia. Op ons verzoek lichtten zij hun werk toe. Lees over de geleende terminologie uit Tinke Davids’ vertaling 1984, die ene uitzondering, en de zoektocht naar een Nederlandse naam voor ‘Old Misery’.



It was the man from Records who began it, him all unknowing in his prim, grim way, his above-it-all, oldthink way. He was the one Syme called ‘Old Misery’.

Zo begint de roman Julia van Sandra Newman. Wat je als vertaler meteen opvalt, is die bijnaam: hoe moet je Old Misery vertalen? Dat abstracte woord ‘misery’ doet een beetje denken aan de buitenissige namen die renpaarden krijgen: Sunday Silence, Genuine Risk, Foolish Pleasure, om maar een paar prijspaarden te noemen. Al gaat het bij Old Misery duidelijk niet om een kampioenspaard maar om een Iejoor van een knol, een chagrijnig stuk vreten en verstokte hekkensluiter, een tuberculeus scharminkel, rijp voor de lijmfabriek. Maar we draven door: het gaat niet om een paard maar om een mens, ‘the man from Records’, die man van Archieven. Zijn bijnaam moet worden vertaald en een letterlijke vertaling werkt hier niet: in het Nederlands gebruik je abstracties zoals ‘ellende’ niet zo gauw als bijnaam voor een persoon. Daar moeten we dus iets anders op verzinnen.

Lenen bij George Orwells 1984 in de vertaling van Tinke Davids

Of hoeven we dat misschien niet zelf te doen? Die man van Archieven is immers Winston Smith, de hoofdpersoon uit George Orwells 1984, het boek waarop Newmans Julia een vervolg is. Een feministische hervertelling, als je de publiciteit mag geloven; maar volgens ons vooral een spannende, creatieve en even huiveringwekkende als komische aanvulling op Orwells meesterwerk, een hommage en kritiek in één. En dat meesterwerk is natuurlijk al vertaald. Tweemaal zelfs: door Halbo Kool in 1950 en door Tinke Davids in het Orwelljaar 1984. We beperken ons tot die laatste vertaling, want die is nog steeds verkrijgbaar en wordt (te oordelen naar de beschikbaarheid van de exemplaren in de Amsterdamse bibliotheek) ook nog steeds goed gelezen. Die vertaling is de gedaante waarin Orwells roman voor de Nederlandse lezer nu beschikbaar is. En net zoals wanneer je een nieuw deel in een detectiveserie vertaalt, of een vervolg op het werk van J.K. Rowling of Tolkien, ligt het bij deze roman van Newman voor de hand om in je vertaling aan te sluiten bij de bestaande vertaling van het eerdere werk.

Verplicht leentjebuur spelen: dat biedt houvast, maar het kan ook een dwangbuis zijn. Gelukkig viel dat laatste hier nogal mee. Wij vonden de vertaling uit 1984 in ieder geval niet bijzonder verouderd, anders dan men bij decennia oude vertalingen al snel denkt. Misschien zouden wij sommige zaken anders hebben vertaald, maar we hadden nu eenmaal niet de opdracht om heel 1984 zelf opnieuw te vertalen. Bovendien konden we met veel van de bestaande vertalingen van orwelliaanse begrippen prima uit de voeten, op een enkele uitzondering na. De duidelijkste uitzondering is de afdeling waar Julia werkt: in de vertalingen van Davids en Kool werkt de geliefde van Winston Smith bij het ministerie van Waarheid op de ‘Afdeling Romans’. Maar in het Engels is dat de afdeling Fiction: die vette ironische tegenstelling tussen ‘fictie’ en ‘waarheid’ wilden we niet verliezen, dus werkt de Julia van Newman bij ons op de afdeling Fictie.

Nieuwspraak, misdenk, denkpolitie en Grote Broer

Zo zijn er nog een of twee kleine verschillen, maar verder volgen we de bestaande vertaling. Julia is immers ook geen vrije variatie op 1984: Newman volgt de chronologie en de gebeurtenissen in Orwells boek heel nauwgezet. Ze vertelt exact hetzelfde verhaal over de gedoemde liefde tussen Winston en Julia, maar nu door de ogen van Julia. Daarbij neemt ze hele dialogen uit Orwells boek woordelijk over: de gesprekken tussen Winston en Julia zijn in beide boeken praktisch identiek, alleen de manier waarop Julia die gesprekken erváárt is vaak radicaal anders. Om te zorgen dat dit spelletje ook met de Nederlandse vertalingen goed werkt (beide boeken naast elkaar lezen maakt het nog leuker!) leek het ons zaak niet al te eigenzinnig te willen zijn.

Dus wordt er ook bij ons in Oceanië Nieuwspraak gesproken (en geen newspeak, dat als leenwoord ook allang in de Van Dale staat), worden de burgers voor misdenk (thoughtcrime) vervolgd door de Denkpolitie (en niet de gedachtepolitie – een woord dat al van vóór de roman van Orwell dateert). En gebeurt dit alles in naam van Grote Broer en niet van Big Brother, ook al is die laatste natuurlijk allang in Nederland ingeburgerd. Simpel gesteld: de ingeburgerde Big Brother is een begrip uit onze werkelijkheid, Grote Broer is de staatsman in Orwells fictieve werkelijkheid – de Grote Roerganger van zijn socialistische heilstaat, door elke brave burger als familielid beschouwd (denk aan een begrip als ‘vadertje Drees’ of, toepasselijker: ‘vadertje tsaar’). De Grote Broer van wie alle pubermeisjes in Oceanië dromen dat ze ooit in zijn gespierde armen zullen liggen, zoals we bij Newman lezen.

‘Old Misery’ bij Graham Greene

Maar uitgerekend voor dat Old Misery uit de eerste alinea bestond er nog geen vertaling: bij Orwell krijgt Winston geen bijnaam. Dus niks leentjebuur, niks dwangbuis: hier moeten we toch zelf iets verzinnen. Of zou het misschien een verwijzing zijn naar een andere tekst? Want behalve Orwell citeert Newman in haar roman nog heel wat andere canonieke auteurs, van de altijd en alom aanwezige Shakespeare tot Wordsworth, Coleridge en Vera Lynn, en tot James Joyce aan toe. Is Old Misery soms ook een literaire verwijzing?

Wij vinden maar één relevant werk waarin de bijnaam Old Misery voorkomt: het verhaal ‘The Destructors’ van Graham Greene uit 1954, over een in de Blitzkrieg plat gebombardeerde plek in Londen waar na de oorlog nog één huis overeind staat. Als de bewoner twee dagen op reis is, besluit een bende schooljongens zomaar voor de lol dat huis van binnenuit volledig te strippen en te slopen, tot het uiteindelijk als een kaartenhuis in elkaar zakt. Het slachtoffer van dit zinloos sadisme, Mr Thomas, wordt door die kinderen ‘Old Misery’ genoemd. Toeval? De sfeer in dit verhaal van karigheid en materieel gebrek, van het vervallen en verwoeste Londen tijdens de wederopbouw, is precies ook de sfeer die oprijst uit het toekomstvisioen van Orwell (zoals alle toekomstvisioenen stevig geworteld in zijn eigen heden), uit de verfilmingen daarvan (met name de BBC-versie uit 1954 en de bioscoopfilm uit 1984), en uit de beschrijvingen van de ‘proleswijken’ in Newmans Julia. Daarbij bevat het verhaal van Greene een scène waarin ‘Old Misery’ de kinderen argeloos wat chocolaatjes aanbiedt die hij zelf niet lust: de lezer van Julia zal die scène herkennen.

Toch zelf iets verzinnen: ‘Ouwe Sikkeneur Smith’

Kortom: het is goed mogelijk dat Newman de bijnaam Old Misery aan het verhaal van Greene heeft ontleend. Dan zijn de volgende vragen: bestaat daarvan een vertaling, en heeft het zin om deze verwijzing in het Nederlands over te nemen? Het korte antwoord: ja en nee. In de jaren zeventig is het verhaal als ‘De vernielers’ vertaald door H.W.J Schaap. Maar het werk van Greene leeft in Nederland niet meer zo, het is al in geen tijden herdrukt. En Schaap heeft de bijnaam vertaald als ‘de Oude Narigheid’: dat klinkt ongemakkelijk en is voor onze vertaling ongeschikt.

Na al dat gezoek in andere teksten moeten we nu dus toch echt zelf iets verzinnen, en liefst iets wat in de sfeer van die tijd pas. Verderop in het verhaal blijkt dat de bijnaam vooral te maken heeft met Winstons norse uitstraling: hij is ‘een man die eruitzag of hij net een vlieg had ingeslikt’. Mister Darcy op zijn orwelliaans. Een brompot dus, een mopperpot, een kniesoor en een miezeraar (dat woord bestaat niet, maar waarom moet elk woord per se bestaan voordat je het gebruikt?), een treurwilg en een iezegrim. Allemaal eventueel als bijnaam te gebruiken. Maar omdat Winston in de loop van de tekst een paar keer ‘Old Misery Smith’ wordt genoemd, kiezen we een woord dat ook in het Nederlands een mooi klankgeheel vormt met zijn achternaam, en wordt het ‘Ouwe Sikkeneur Smith’:

Het was allemaal begonnen met die man van Archieven, al had hij zelf niets in de gaten, met zijn stramme, barse manier van doen, zijn superieure ouddenk-manieren. De man die door Syme ‘Ouwe Sikkeneur’ werd genoemd.

Rob Kuitenbrouwer en Frank Lekens vertaalden eerder samen werk van Ian Rankin, Cynthia Ozick, Adam Philips, Wallace Stegner en Jill Lepore.

Over het vertalen van Sandra Newmans Julia door Rob Kuitenbrouwer en Frank Lekens

Delen op

€ 24,99
€ 14,99
€ 21,99
€ 15,00
€ 9,99
€ 13,99
€ 23,99
pro-mbooks1 : athenaeum