4 vragen aan... Roxane van Iperen, schrijver van Eigen welzijn eerst

07 juni 2022
| | | | | | | | |

Roxane van Iperens nieuwste boek, Eigen welzijn eerst, is een Athenaeum-bestseller. Vorig jaar liet ze ons haar nachtkastje zien, nu stellen we haar drie vragen - en een bonusvraag. Over Marja Pruis en Martijn Simons, Primo Levi, Giorgio Agamben, Abel Herzberg en Natalia Ginzburg, Xaviera Hollander en Barbara Ehrenreich.

N.B. Daan Stoffelsen schreef over Brieven aan ’t Hooge Nest en de rest van Van Iperens oeuvre. Lees ook fragmenten uit t Hooge Nest en Schuim der aarde, Joni Zwarts toelichting bij haar Engelse vertaling van ’t Hooge Nest, en bekijk wat er vorig jaar op Van Iperens nachtkastje lag.

Welk boek dring je op aan je vrienden?

Het nieuwe boek van Marja Pruis ga ik aan veel mensen cadeau doen: Boos meisje. Ook in het onderzoek naar mijn laatste boek schrok ik toch weer van het oerconservatieve vrouwbeeld in ons land. Er is niemand die daar zo subtiel en pijnlijk over schrijft als Pruis. Maar ook Martijn Simons' nieuwe roman Heidelberg zal ik zeker aanraden voor de zomervakantie.
Lees op onze site een fragment uit Boos meisje.

Welk boek heeft je leven veranderd?

De boeken van Primo Levi, Giorgio Agamben, Abel Herzberg, Natalia Ginzburg: het zijn lenzen waardoor je de wereld iets scherper ziet. Over schuld, schaamte, moraliteit en vooral: het grijze gebied tussen dader- en slachtofferschap. 

Wat was het eerste boek dat je las?

The Happy Hooker, van Xaviera Hollander. Ik herinner me iedere scene nog. Het is tragisch dat veel volwassenen boeken vooral zien als een statussymbool, waarmee ze zichzelf kunnen positioneren. Sommige leraren, boekverkopers, ouders: met hun eigen vooringenomenheid rammen ze iedere lol in lezen eruit voordat een kind überhaupt begonnen is. Ik zie het ook op de scholen van mijn eigen kinderen: welk boek ‘mag’ en niet ‘mag’ volgens de wetten van de leraar. Eeuwig zonde. 

Wanneer besloot je dit boek te gaan schrijven? (En waarom.)

In 2019 hoorde ik de twee CDA-kroonprinsen, Wopke Hoekstra en Hugo de Jonge, binnen één week dezelfde Amerikaanse term gebruiken in een speech: de ‘fear of falling’. Ik herkende het van een boek van de geweldige schrijfster Barbara Ehrenreich, over de angst van de middenklasse voor verlies van welzijn en status. Ik schreef toen al veel over de ‘verrechtsing’ van de zogenaamde keurige partijen, zoals VVD, CDA en D66, en begreep niet waarom de aandacht voornamelijk uitging naar de dagelijkse ophef rondom FvD en PVV. Ik wilde opschrijven hoe een sluipend proces van ondermijning door ‘fatsoenlijke’ regeringspartijen, een voedingsbodem heeft gecreëerd voor antiliberale, oerconservatieve ideeën. De ‘wellness-rechts’ beweging, die ik in het boek uitwerk, is daar maar één voorbeeld van. 

pro-mbooks1 : athenaeum