Leesfragment: Verzamelde gedichten

29 juli 2023 , door Gerrit Kouwenaar
| | |

3 augustus verschijnt Gerrit Kouwenaars Verzamelde gedichten, onder redactie van Mirjam van Hengel, gelijktijdig met Arjen Fortuins biografie men moet. Kom 4 september naar de presentatie, lees bij ons een fragment uit de biografie en twee gedichten, een uit het begin en een uit de laatste fase van zijn carrière.

Gerrit Kouwenaar, een van de dichters uit de Vijftigers-groep, had een onvervreemdbaar eigen stem, een eigen vocabulaire en zelfs een eigen grammatica; hij was iemand die de taal nieuw leven inblies. Zijn gedichten, waarin de ‘ik’ vervangen werd door ‘men’ en de punt door een streepje, zetten de tijd stil. Soms worden ze moeilijk genoemd, hermetisch, maar wie goed leest ontdekt een ongekend emotionele lading. Kouwenaar dichtte over concrete dingen – een tafel, een brood, een bloedplas –, maar evengoed over de stille witte kamer waarin hij zijn geliefde miste.

Tegen het eind van zijn leven stelde hij een bloemlezing uit eigen werk samen, vallende stilte. Voor het eerst verschijnt nu een verzameluitgave van al zijn gebundelde gedichten. Van het vroegste vers tot het allerlaatste, over ‘de ochtend dat het nooit meer avond wordt’ uit 2005. Mirjam van Hengel, voorheen werkzaam bij uitgeverij Querido en Kouwenaars laatste redacteur, stelde de Verzamelde gedichten samen en schreef een nawoord.

N.B. Lees ook een fragment uit Anna Enquists Een tuin in de winter. Herinneringen aan Gerrit Kouwenaar (Privé-domein).

 

ik sloeg

Ik sloeg mijn ogen op ten teken
dat het beslagen oog nu afscheid neemt
nog even
de moeder met haar jong
het afgevende water
de vader in verbazing
alles keert terug de tranen
worden door tranen overstroomd
op schorre voeten wordt het woonvel groot
vlechtenvenus zeg ik met schilderend oog
fakir zegt zij in een woordenhoes –

 

 

Gedicht zonder titel

in de steden regent het vaker dan elders.
het spitsuur weerspiegelt zich
een groene wolk, onaangedaan.

regen bespat onze bril, wij blijven staan.
iets onbestemds overvalt ons,
een herinnering balanceert op de rand van ons bewustzijn.
dit natte asfalt? dit plein? dit meisje? deze bloemen? dit licht?
waar? wanneer?
met een zuinige oude mond kijken wij uit een masker met duizend rimpels
naar de wereld die nú is, hulpeloos, achterdochtig.

 

maar dit licht. haast onmerkbaar komt de vloed van de avond opzetten,
spoelt over steen en gras, door ogen en vensters.
in ons is het eerder avond dan buiten ons.
vandaar dat in de cafés de lampen voortijdig ontstoken worden.

 

Copyright © 2023 erven Gerrit Kouwenaar
Copyright samenstelling en nawoord © 2023 Mirjam van Hengel

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum