Leesfragment: Een dame in Kislovodsk. En andere Russische vertellingen

16 augustus 2018 , door Pieter Waterdrinker
|

Morgen verschijnt Een dame in Kislovodsk. En andere Russische vertellingen van Zomergast Pieter Waterdrinker. Wij publiceren voor!

Behalve auteur van grote, panoramische romans is Pieter Waterdrinker een begenadigd schrijver van korte verhalen. Een dame in Kislovodsk is een selectie uit de bundels Kaviaar en ander leedMontagne Russe en De correspondent, die Waterdrinker de afgelopen jaren schreef. Tevens zijn er verhalen opgenomen die niet eerder werden gebundeld. 

Waterdrinker verhaalt onder andere over de hilarische pogingen van de KGB om hem te werven op het eiland Rhodos, beschrijft hoe zijn homoseksuele buurman in Moskou tevergeefs de liefde zoekt, laat bijna het leven bij een overtocht in een veerbootje op de Zwarte Zee, en schetst een onvergetelijk portret van Dick Advocaat, in de tijd dat hij als trainer werkte in Sint-Petersburg.

N.B. Eerder publiceerden we voor uit Waterdrinkers romans Tsjaikovskistraat 40PoubelleLenins balsem en De dood van Mila Burger.

 

Een dame in Kislovodsk

Als wanhopige havenwerkers op zoek naar werk, hun karmijnrode kuurboekjes zwaaiend omhooghoudend, verdringen de gasten zich bij de balie waar ‘de procedures’ voor die dag door drie zustertjes worden vergeven: de een gaat naar fysiotherapie, de ander heeft een leverscan, een derde – het nerveuze stemgeschal klinkt als op de Albert Cuyp in Amsterdam – wordt over tien minuten verwacht voor een vaginale behandeling met moddertampons. Als extraatje krijg ik ook te weten welke aandoening het betreft: chronisch ontstoken eileiders.
Even later zit ik op een lange gang, als in een ziekenhuis. Om preciezer te zijn: sanatorium Solnetsjni (‘Zonnige’), een van de vierenzestig sanatoria, rusthuizen en hotels die Kislovodsk, het Baden-Baden van Rusland, herbergt is feitelijk een ziekenhuis. Alleen lopen de kuurgasten er rond in strandkleding, op teenslippers, met gebruinde armen en benen, hun kinderen vaak in slierten achter hen aan – eveneens met kuurboekjes. Alsof ziekzijn en genezen een zalige bezigheid is uit de wereld der volwassen, die men niet jong genoeg kan leren.
Ik wacht voor het kabinet van hoofdarts Irina Borisovna. Een blondine van dertig slentert voorbij. Een getatoeëerde boa constrictor duikt vanaf haar blote linkerdij met zijn kop het geel in van haar badstoffen broekje. ‘Dima, waarom loop je achter me aan?’ zegt ze tegen de kleuter in T-shirt met i love dubai erop, die haar volgt. Ze houdt stil en draait zich om. ‘Ga naar de Vitobar, voor je zuurstofcocktail. Mama moet zich door de dokter laten epileren!’
De vijftiger op de stoel naast me draait zijn vogelkop een tel later geamuseerd naar me toe. ‘Waar komt u vandaan? Mijn naam is Vasili.’ Hij blijkt afkomstig uit een oliestadje in West-Siberië, is daar hoofdingenieur en verdient uitstekend. Ieder jaar vliegt hij met zijn gezin rond Nieuwjaar naar Thailand of de Maldiven. De twee weekjes kuren hier, betaald door zijn bedrijf, wil hij evenwel voor geen goud missen. Het lokale ijzerhoudende bronwater spoelt zijn leidingen, filters en pompsysteem – zoals hij het technisch stelt – schoon. Al tien jaar is hij bezig met een proefschrift. ‘Zal ik u eens wat vertellen?’ En hij vertelt: de aardolie, het goedje waarop deze planeet drijft, raakt helemaal niet op. Propagandataal van het grootkapitaal! Feitelijk wordt olie aangemaakt in de diepere aardlagen, een chemisch proces dat al vele honderden miljoenen jaren aan de gang is, en nog altijd doorgaat. ‘De aardbol is een levend organisme. Tappen we olie af, dan vult de aarde dat na verloop van tijd gewoon weer aan. Net als vroeger bloed na het aderlaten! En neemt u me niet kwalijk… U moet ook weleens… Nou ja, een wind laten… Net als de aarde. Dat is ons gas! Daar gaat mijn dissertatie over. De cirkel is rond meneer. Niet vierkant, maar rond! O, u bent aan de beurt…’

In de jaren vlak voor de revolutie reisde de Peterburgse beau monde in het voorjaar met de trein massaal af naar Kislovodsk, twee dagen sporen, om zich te laven aan het Narzan-bronwater, waarvan de geneeskrachtige eigenschappen al twee eeuwen eerder door een lijfarts van Peter de Grote, ene Sjober, was ontdekt. De lucht in dit Kaukasische kuuroord, waarvan de naam ‘Zure Wateren’ betekent, gelegen in een dal tussen fraaie bergen, een paar uur gaans van de smeulende en uitgedoofde oorlogjes in Tsjetsjenië, Ingoesjetië en Dagestan, is zo zuiver dat men deze, volgens de lokale bewoners, ‘als delicatesse op je brood kan smeren’.
De thermen van Kislovodsk werden in de loop der tijd steeds meer geciviliseerd, totdat het kuuroord eind negentiende eeuw door de Kaukasische Spoorwegen werd ontsloten. Er verrees een Filharmonie en een Kursaal; samen met het stationnetje vormen deze nog steeds een parel van de belle époque. De Romanovs verdwenen, de communisten kwamen. Ook zij ruimden uiteindelijk het veld, maar al die tijd bleven de Russen een bijna religieuze verering koesteren voor sanatoria en kuren. Dit heilige vuur werd gedurende de Sovjetjaren verder opgestookt door staatsbedrijven, vakbonden en ministeries die hun ‘Helden van de Arbeid’ en leden gratis kuurreisjes ter beschikking stelden. Vaak als premie voor een bestaan in de kolenmijnen, boven de poolcirkel, of gewoon omdat men behoorde tot de heersende socialistische klasse. Tegenwoordig is kuren in Rusland voorbehouden aan mensen met geld en de geluksvogels die werken voor machtige overheidsorganen en miljardenreuzen als Gazprom.
Russen lijken, wat de viering van het leven betreft, het meest op Italianen. In hun omgang met ziekten zijn het, hun doorgaans roekeloze manier van leven ten spijt, meer Duitsers – manisch bezorgd over hun gezondheid. Natuurgeneeswijzen uit de tijden van vóór de kerstening worden tegen kwalen nog steeds volop ingezet. Tegelijkertijd behoort de apotheekdichtheid in Rusland tot de grootste ter wereld.

Ik stap het kabinet binnen van Irina Borisovna, overhandig haar gedwee mijn kuurboekje. De hoofdarts van eind vijftig grijpt vermoeid naar haar nicotinekleurige clownshaar, blikt me onderzoekend aan. Gezondheidsklachten? Wat, geen? Maar dat kan niet! Met de gezondheid van een mens is altijd wel iets aan de hand, net als in het allerbeste huwelijk. Dan meldt ze – haar oogbollen laat ze rollen over mijn lichaam – dat mijn ‘tonus’ niet goed is. Die is aan de veel te hoge kant. Ja, dat ziet ze zo; aan de zeer hoge kant. Mijn wat?
‘Uw tonus!’ De arts staat op en knijpt in mijn wangen. ‘Eet u wel gezond? En hebt u voldoende nachtrust? Hmm… uw bloeddruk valt mee. Nu even de hartslag beluisteren.’ De stethoscoop hinkt over mijn blote borstkas. ‘Kan er ook wel mee door. Maar uw tonus is beslist aan de hoge kant.’ Wat voor werk deed ik? Had ik soms een woelig gemoedsleven? Ze zucht en verordonneert: ‘Driemaal daags – een halfuur voor het ontbijt, de lunch en het diner – twee glazen van 200 milliliter sulfaatwater. Sla vooral geen maaltijd over! En gaat u tussen de procedures door lucht happen in het park; de lucht hier in Kislovodsk bevat, door het uitzonderlijke microklimaat, ionen die je nergens anders op de aardbol aantreft.’
De bronwaterkuur is standaard. Voorts heeft de hoofdarts in mijn boekje gekrabbeld: routineonderzoek urine, bloed, hart, longen en prostaat. Weekgast. Eigen rekening. Vrijgezel. Dat laatste staat er per abuis, maar ik besluit maar te zwijgen. Tevens moet ik het massageprogramma in, alsook dagelijks een thermaal bad nemen, een oekaze waar ik minder moeite mee heb. De meerprijs voor deze procedures is echter niet mis: duizend roebel voor een kwartier, bijna dertig euro.
Het sanatorium kan negenhonderd ‘uitrustenden’ herbergen, heeft vijfhonderdzestig mensen personeel en is vier jaar geleden opgekocht door een vleesmagnaat uit Sint-Petersburg. De medische staf heeft van hem de opdracht gekregen om vooral ook te denken aan de boekhoudkundige resultaten. Kuren is – kortom – handel. Ik loop de eetzaal binnen. Het Zweedse buffet met de lunch is vrijwel identiek aan dat met het ontbijt en het diner, de avond ervoor. Gebakken aardappelen, puree, doperwten, stukken kip, rundvlees met gele zenen, gebakken varkensspek, warme en koude soepen, gemarineerde boleten, bieten in mayonaise, wortelen in mayonaise, grutten en omeletten.
Ik wend mijn hoofd af.
De kuurgasten storten zich als geiten op een haverkist op de roestvrijstalen schepbakken. ‘Lieve mensen, hedenavond is er een optreden van de vioolartiest Ivan Bronstein. Tevens is er een variété en een loterij.’ Een man in een kanariegeel kostuum, een microfoon in zijn hand, kijkt vanaf een podium triomfantelijk grijnzend in de rondte: ‘U kunt onder meer echt lederen Coca Cola-hoesjes winnen voor uw mobiele telefoon. Deze, nogmaals, echt lederen hoesjes zijn nergens in de vrije handel verkrijgbaar. Dus komt allen!’

[...]

 

Copyright © Pieter Waterdrinker 2018

pro-mbooks1 : athenaeum