Recensie: Een mythisch relikwie, een avontuur, een geopolitiek drama: Jan van Akens magnifieke Het xoanon

07 maart 2024 , door Daan Stoffelsen
| |

‘Ik zocht een kruitvat om een lont in te steken.’ In Jan van Akens nieuwste, magnifieke, akelig actuele roman Het xoanon dwaalt Beaujon, een man met meerdere identiteiten, door het Constantinopel van begin jaren 1920. Zijn doel: wraak. Het Britse Rijk ondermijnen. Maar hij stuit telkens op geruchten over een archaïsch beeldje, het xoanon, en belandt midden in een dramatische episode van de wereldgeschiedenis.



Doldwaze vlucht naar voren

Van Akens boeken zijn nogal eens aangeduid als schelmenromans, en zo kun je ook Het xoanon noemen: Beaujon stelt zich neutraal op (hij is Nederlander, toch?) maar doet met iedereen mee, drinkt en gebruikt waar mogelijk, en werkt zich telkens meer in de nesten. Hij stuntelt zich door de geschiedenis heen, tussen Britten, Fransen, Italianen, Turken, Rûm-Grieken, Levantijnen (Nederlanders in de Levant), bolsjevieken en Witten, fantaisistes, een tot Turk genationaliseerde Duitse ingenieur, een levensgevaarlijk Armeens meisje, een Britse kostschoolpestkop, een losbandige Amerikaanse journaliste, Zwitserse maffiosi. Hij wordt achtervolgd, beschoten, in vertrouwen genomen, gearresteerd en bevrijd, en alsmaar lonkt daar het xoanon, een beeldje dat ooit Troje beschermd zou hebben. Het wat?

‘Von Maurer schudde langzaam zijn hoofd. “Ik denk niet dat het om een icoon ging. Volgens het gerucht betreft het iets wat in het Grieks xoanon heet. Weet u wat dat betekent?”
Ik kende het niet, maar het kon bijna geen toeval zijn. “Wat heeft dat te maken met de verbrande zuil?”
De Duitser legde een slappe hand op mijn schouder. “Ik hoopte dat u het wist.”’

Iedereen hoopt dat Beaujon meer weet. Maar hij weet weinig, en hoewel hij het kruidvat vindt, komt hij niet bij de lont. Dat xoanon zou nu het Griekse megali idea, de wens ook Klein-Azië bij de jonge Griekse staat te betrekken, kunnen ondersteunen. Het zou terug kunnen naar waar Troje ooit was of naar het British Museum — iedereen heeft dubbele agenda’s, iedereen wil dat houten ding. Maar Beaujon wil alleen de Amerikaanse redden, zegt hij, en belandt in een doldwaze vlucht naar voren tussen de strijdende partijen in Smyrna.

Want dat is wereldpolitiek: na de Eerste Wereldoorlog is Constantinopel, hoofdstad van een van de asmogendheden, bezet door de geallieerden, die tot voor kort ook de Grieken steunden in hun Klein-Aziatische veroveringsoorlog. Maar in het oosten wint Mustafa Kemal, de latere Atatürk, aan macht, wapentuig en bondgenoten, en het staat er slecht voor voor de Grieken. En voor de Britten, hoopt Beaujon.

Corto Maltese, James Bond, Beaujon

Een bevriende schrijver noemde Rob van Essens science-fictionherinneringsroman Ik kom hier op terug ‘een soort literair stripboek (en hier zit geen enkele negatieve connotatie bij)’, hetzelfde kun je van Het xoanon zeggen. Ik moest zelf nogal eens denken aan Hugo Pratts melancholische, laconieke zeeman Corto Maltese, met een snufje van Jacques Tardi's wat plompe, erg geestige journaliste Isabelle Avondrood, die allebei leven in de eerste decennia van de vorige eeuw. Ik moest vooral denken aan Het gouden huis van Samarkand (1980-1985), dat in dezelfde periode een reis tussen Rodos en Oezbekistaan beschrijft, dwars door de strijdende en rovende partijen heen.

Of is het een actiefilm? Beaujon heeft ook James Bond- of Indiana Jones-achtige kwaliteiten, hij weet onzichtbaar te blijven, vecht van zich af, heeft een bepaalde aantrekkingskracht op jongere vrouwen. Hij is gevoelig voor de verleiding van drank en opiaten. Hij doet alles om het perfide Albion een loer te draaien. Leer je hem echt kennen? Misschien is er te veel actie om bij zijn diepste roerselen stil te staan (voor psychologie zijn er andere geweldige romans, lees Schermer, lees Pruis), maar hij is een sympathieke figuur, aan wie je je hecht.

En daar blijft het niet bij, Het xoanon is verre van bordkartonnen actie. Onvergetelijk zijn ook de zwarte stoker Ouilly (‘Natuurlijk heette hij gewoon Willy, maar zijn naam, zoals weergegeven in het monsterboekje, staat voor altijd zo in mijn geheugen gegrift.’) en de Armeense wreekster Patil (‘Wat op het eerste gezicht een jongen had geleken, bleek een jonge vrouw te zijn.’), die hem op talloze momenten redden. En vooral is hij er terwijl geschiedenis gemaakt wordt.

De geallieerden en de minderheden

Die geschiedenis is overdonderend, de eerste tientallen pagina’s moet je je veel kennis eigen maken, maar al snel neemt de strip, de slapstick, de schelmenroman, het over, en ontstaat er spanning, vaart, mysterie. Het xoanon is een historische avonturenroman met humor, en is daarmee een heerlijke good read. Tegelijk is het boek een spiegel van onze tijd. Metropolen als smeltkroezen, vol migranten en vluchtelingen, de dreiging van een nieuwe oorlog, de herinnering aan (Armeense) genocide en de dreiging van een nieuwe (Griekse), en de alom aanwezige geallieerde grootmachten die zich terugtrekken als het - letterlijk - te heet onder hun voeten wordt. En de minderheden?

‘“U moet wel bedenken dat niemand de Turken op dit moment wil provoceren,” zei Hodges. “De belangen zijn te groot.”
Price haalde zijn schouders op. “De minderheden zijn op dit moment niet zo relevant en ze hebben een lage prioriteit.”’

De op-een-na-laatste scènes zijn gruwelijk, een groot brandoffer. Misschien moet de oudheidkundige lezer terugdenken aan de brand van Troje - daar zou het xoanon immers vandaan komen -, diezelfde lezer denkt aan hedendaags Oekraïne en aan Gaza, aan het lot van de massa’s vluchtelingen. Daar is het kruitvat, daar gaat de avonturenroman kopje onder in de oorlogsroman, om er des te gelaagder uit op te komen. Tegelijk brengt Van Aken in de daadwerkelijk laatste pagina’s alle lijnen bij elkaar, in een kleine reünie van de levenden en de doden, een ode aan de slachtoffers van de zoektocht, een allusie aan de ware gelovers in valse relikwieën. Een geweldig boek.

Daan Stoffelsen is webshopmanager van Athenaeum.nl.

pro-mbooks1 : athenaeum