De eerste zin van S.Yizhar, Het verhaal van Chirbet Chiz’a, vertaald door Ruben Verhasselt

02 september 2013
| | | |

Meer nog dan een geëngageerd boek wordt Yizhars novelle Het verhaal van Chirbet Chiz’a beschouwd als een van de belangrijkste werken van de moderne Hebreeuwse literatuur. Het is een ijzingwekkend verhaal over angst, vervreemding, en over het conflict tussen individu en staat in tijden van oorlog. Onlangs verscheen het boek voor het eerst in een Nederlandse vertaling. Wij vroegen vertaler Ruben Verhasselt om een toelichting bij zijn werk.

 

Ja, het is allemaal lang geleden gebeurd, maar het heeft me nooit meer losgelaten.

Met dit schijnbaar eenvoudige zinnetje begint de ik-verteller zijn verhaal. Hij zegt met zoveel woorden: dit verhaal is waar gebeurd, lang geleden, en het houdt me nog altijd bezig.

Hoe lang geleden ‘het’ is gebeurd, wordt niet uitdrukkelijk gezegd. Maar de verteller deelt vervolgens mee dat hij het heeft willen ‘verdrinken in de drukte der dagen’ en ‘afvlakken in de stroom der dingen’ en dat hij uiteindelijk ‘niet langer kon wikken en wegen’ en het hem beter leek het verhaal te vertellen – zo schept hij de indruk dat hij terugblikt op iets wat jaren geleden is gebeurd.

Op de Nederlandse lezer in 2013 komt dit heel natuurlijk over. ‘Het’ blijkt namelijk de moedwillige ontvolking en vernietiging van een Palestijns dorp ten tijde van de Israëlische Onafhankelijksoorlog (1947-1949) te zijn. Een stel Israëlische soldaten krijgt de opdracht op ‘een heldere winterdag’ ‘de bewoners vanaf punt X (zie bijgevoegde kaart) tot aan punt Y (zie voornoemde kaart) te verzamelen, hen op de wagens te laden en hen tot voorbij onze linies te transporteren; de stenen huizen op te blazen en de lemen hutten te verbranden; de jongeren en de verdachten gevangen te nemen en het gebied te “zuiveren” van “vijandige elementen”’.

De heldere winterdag en het feit dat de soldaten zich beklagen dat het echte vechten al voorbij is, maken duidelijk dat het verhaal zich heeft afgespeeld in de winter van 1948-1949.

Dat is voor ons in 2013 inderdaad een jaar of vijfenzestig geleden. Maar de oorspronkelijke uitgave van Het verhaal van Chirbet Chiz’a is van 1949! Dat verandert onze kijk op de eerste zin.

‘Ja, het is allemaal lang geleden gebeurd, maar het heeft me nooit meer losgelaten,’ schrijft S. Yizhar in 1948/49 en eigenlijk is het op dat moment een toekomstvoorspelling. De ik-figuur zal nog lang gewetenswroeging hebben van de ontruiming en vernietiging van dit Palestijnse dorp.

Ook over de slachtoffers van de etnische zuivering treffen we een toekomstvoorspelling aan. Onder de bejaarden, kreupelen, vrouwen en kinderen die met vrachtwagens worden afgevoerd is een trotse moeder met een zevenjarig jongetje aan haar hand. ‘… we zagen nog hoe in het hart van het kind iets gebeurde wat in zijn volwassenheid niets anders kon worden dan een giftige slang, hetzelfde wat nu het gesnik van een machteloos jongetje was.’ Dit verhaal zal ook de slachtoffers nooit meer loslaten.

De verteller vergelijkt de weggevoerde Palestijnen zelfs met de Joden die in Bijbelse tijden in ballingschap werden gezonden. Het verhaal van de verdrijving van de Palestijnen kan dus zelfs nog generaties lang gevolgen hebben…

S. Yizhar heeft tot nu toe gelijk gekregen en 65 jaar na dato is Het verhaal van Chirbet Chiz’a blijkbaar nog zo actueel dat het in het Nederlands is uitgegeven. Het werd tijd!

Ruben Verhasselt vertaalt literatuur uit het Jiddisch en het Hebreeuws, waaronder vrijwel het complete oeuvre van Meir Shalev en werk van Etgar Keret, David Grossman en Sayed Kashua.

De eerste zin van S.Yizhar, Het verhaal van Chirbet Chiz’a, vertaald door Ruben Verhasselt

Delen op

€ 22,99
€ 22,99
pro-mbooks1 : athenaeum