De eerste zin van Claire Castillon, De Wonderen, vertaald door Kiki Coumans

28 maart 2013
| | | |

De hond van het eigenzinnige, opgroeiende pubermeisje Evelyne, Lulu, staat op de eerste twee pagina’s van De Wonderen iets gruwelijks te wachten. Evelyne koestert daardoor een diepe wrok tegen haar ouders en belaagt haar moeder op een dag met een hamer. Als Evelyne volwassen is, wordt ze – met een zeker monter genoegen – stripteasedanseres. Ze trouwt met de goedmoedige pizzabakker Luiggi en krijgt een dochtertje. Uit verveling gaat Evelyne in het geheim werken als prostituée. Zo ontmoet ze Daniel, een oeverloos filosoferende werkeloze intellectueel. Lang is ze tevreden met dit leventje, tot er opnieuw iets onherroepelijks gebeurt.

Het is geen vrolijk universum dat Castillon oproept, maar wel een dat boeit. (De twee centrale verhaallijnen zijn overigens gebaseerd op twee verschillende faits divers.) We worden meegenomen in de wereld en de onnavolgbare manier van denken van Evelyne, die volkomen authentiek en daardoor verfrissend is. Hoewel Les merveilles een bittere kant heeft, is het niet cynisch; het is met compassie en humor geschreven.

Vertaalster Kiki Coumans licht de eerste zinnen van haar vertaling toe.

Le Premier Mai, je le remâche mais rapidos, parce que lentement je peux pas. Lulu était déjà là mais pas encore complètement à moi, c’était un chiot qu’on disait familial. On habitait en ville et Lulu aboyait longtemps derrière la porte du premier étage où on logeait avec mon frère, ma mère et mon père. Il aboyait en espérant qu’on rentre. Il mangeait les éponges, il rongeait les pieds des chaises, les lacets de chaussure, il était dépassé par sa solitude.

Ik moet steeds weer aan die eerste mei denken, maar razendsnel, want dat kan ik niet langzaam. Lulu was al bij ons, maar hij was nog niet helemaal van mij, de puppy was toen nog van het hele gezin. We hadden een appartement in de stad en Lulu zat urenlang te blaffen achter de deur van de eerste verdieping, waar ik woonde met mijn broer, mijn moeder en mijn vader. Hij blafte omdat hij wilde dat we thuiskwamen. Hij at sponzen op, hij knaagde aan stoelpoten en schoenveters, hij kon niet tegen de eenzaamheid.

De eerste zin – feitelijk het hele boek – klinkt bedrieglijk eenvoudig. Ik licht er drie termen uit die voor een vertaler interessant materiaal zijn:

Onder- of oververtalen

'Le Premier Mai' heeft in Frankrijk een speciale betekenis: het is de dag van de Arbeid, een dag die in Frankrijk veel belangrijker is dan in Nederland. Toch heb ik in de vertaling niet gekozen voor ‘Dag van de arbeid’. Dan zou het er weer te dik bovenop komen liggen. De lezer zou dan op zoek zijn gegaan naar een verdere invulling van de term, die hier nog niet van toepassing is. Pas verderop in het boek, als die dag daadwerkelijk een betekenis krijgt, kom ik met de Dag van de Arbeid op de proppen. Veel Fransen kopen in Frankrijk namelijk een bosje lelietjes-van-dalen voor een dierbare vrouw in hun leven, iets wat de vader van Evelyne nalaat. Zoals acteurs aan ‘overacting’ kunnen doen, kunnen vertalers een tekst dus meer of minder aanzetten. Een soort ‘onder-‘ of ‘oververtalen’.

Franse bondigheid

'Je le remâche': de bondigheid van het Frans is in het Nederlands moeilijk te handhaven. ‘Remâcher’ betekent letterlijk en figuurlijk: ‘herkauwen’. Iets ‘remâcher’ betekent volgens Van Dale: het telkens overpeinzen (dat is hier in tegenspraak met het volgende woord: ‘rapidos’: ‘snel’), er niet van loskomen, het niet uit je hoofd kunnen zetten. Maar hoe krijg je die betekenis in de zin, en liefst bondig, en ook nog met wat tienervlotheid...? Ergens steeds weer aan moeten denken, dat kan snel, vandaar deze keuze.

Alledaagse straattaal

'Rapidos, car lentement je peux pas' is een zinnetje dat het een en ander aan ‘argot’ (de Franse equivalent van ‘slang’) meedraagt: ‘rapidos’ is wat hipper dan ‘snel’, en ‘je peux pas’ kan alleen in gesproken taal (in geschreven taal moet er altijd ‘ne’ voor de ontkenning: ‘je ne peux pas’). De eerste reflex bij het vertalen van Frans argot is het vinden van een ‘streetwise’ equivalent in het Nederlands. Argot is echter geen straattaal, het is een taalvariant die in het gesproken Frans is geslopen en die eigenlijk best alledaags is. Fransen, ook ‘nette’, hebben het aan de lopende band over ‘clope’ in plaats van ‘cigarette’, over ‘flics’ in plaats van ‘agents de police’ of ‘gendarmes’. Althans, tegen vrienden, bekenden en collega’s.


Dat is dan ook de lading die het argot hier heeft: het meisje neemt ons in vertrouwen – ze staat zelfs dichter bij ons dan bij haar ouders. Overigens vind ik bij het vertalen van gesproken taal de geloofwaardigheid het allerbelangrijste: de zinnen die je een personage in de mond legt moeten vooral overtuigend zijn. Een zekere grofheid kun je ook in de bouw, de toon van een zin tot uiting laten komen, en dat is naar mijn idee vaak een beter middel dan een geforceerd hip Nederlands woord gebruiken.

Kiki Coumans studeerde Franse Taal- en Letterkunde en Neerlandistiek aan de Universiteit van Amsterdam. Ze vertaalt proza en poëzie uit het Frans. Daarnaast doceert ze aan de Vertalersvakschool en is ze redacteur van Poëzietijdschrift Awater. Ze schrijft recensies voor 8WEEKLY en artikelen voor Filter, tijdschrift voor vertalen. In 2000 ontving ze het Dr. Elly Jafféstipendium voor veelbelovende vertalers uit het Frans.

De eerste zin van Claire Castillon, De Wonderen, vertaald door Kiki Coumans

Delen op

€ 15,64
pro-mbooks1 : athenaeum