4 vragen aan Judith Eiselin, schrijver van In de ban van de zwam, een liefdesverklaring aan de paddenstoel

09 september 2023
| | | | | | | | | |

Vrijdag 15 september wordt Judith Eiselins In de ban van de zwam, een liefdesverklaring aan de paddenstoel, met illustraties van Paul van der Steen, gepresenteerd bij Athenaeum Boekhandel Haarlem. Daarom stelden we haar een aantal vragen. Lees bij ons met welke schrijver ze op date zou willen (Long Litt Woon!), welke boeken ze opdringt aan vrienden, en wat ze herleest.

Met welke schrijver zou je op date willen?

De schrijver met wie ik wel op date wil, overigens wel zonder romantische bijbedoelingen, is Long Litt Woon. Deze Noorse auteur schreef De weg terug naar het leven (2018), het verhaal over hoe zij na de onverhoedse dood van haar man troost vond in paddenstoelen. Dit klinkt zwaar (en merkwaardig), maar Long Litt Woon schrijft, behalve eerlijk, heel luchtig, vaak geestig en heel erg enthousiasmerend: je gaat haar en de troost die ze vindt in het woud (en in het opdoen van kennis van paddenstoelen), volkomen begrijpen. Het allerliefst zou ik met haar de Noorse bossen intrekken natuurlijk, zij is een echte mycoloog en barst van de kennis over zwammen. Ik zou ook dolgraag in buurland Zweden op visite gaan bij kinderboekenschrijver Astrid Lindgren, maar die leeft helaas niet meer. Lindgren is in veel opzichten mijn grootste voorbeeld als schrijver.

Welk boek dring je op aan je vrienden?

Welk boek niet, is wellicht eerder de vraag. Mijn man noemt me ‘de leesmachine’. Ik lees sinds ik lezen kan ongeveer twee boeken per week. Misschien zelfs nog wel meer… Ik heb het nooit uitgerekend, want zo goed als ik kan lezen, zo slecht ben ik in rekenen. Een roman die ik recentelijk opdring aan vrienden is De nakomer van Jean Hanff Korelitz, oorspronkelijk verschenen in 2022. Of Twee weken weg, van R.C. Sherriff uit 1931. Maar er zijn zoveel boeken die ik graag aanraad! Nederlandse en buitenlandse. Er gaan tientallen titels door mijn hoofd, auteurs en hele oeuvres. Gelukkig is het ‘opdringen’ van boeken ook (deels) mijn vak, als recensent van de boekenbijlage van de NRC.



Welk boek herlees je ieder jaar?

Ik heb een vreemd zwak voor Joop ter Heul en Een zomerzotheid van Cissy van Marxveldt. Stokoude meisjesboeken die nog steeds sprankelen en vaak om hardop om te lachen zijn. Ook intrigeren ze mij omdat ze zoveel duidelijk maken over standsbesef en rolpatronen een eeuw terug. De benauwenis van hoe een meisje moest zijn en wat ze allemaal niet mocht, is een eeuw later bijna onvoorstelbaar. Ik herlees deze boeken als ik een beetje ziek ben. Een ander boek dat ik haast wel jaarlijks herlees is Het meten van de wereld van Daniel Kehlmann, een filosofische avonturenroman over twee ontdekkingsreizigers (een echte, een vanuit zijn leunstoel) aan het eind van de achttiende eeuw. Ik vind al Kehlmanns boeken heel erg de moeite waard. Ik kan nog veel meer titels noemen, want ik herlees zo vaak titels. Kees de Jongen. Of kinderboeken… Kleine Sjang. Olle of een andere titel van Guus Kuijer. Enzovoorts.

Waar genoot je het meeste van tijdens het werken aan dit boek?

In In de ban van de zwam kon ik dankzij de vorm allerlei invallen kwijt. De opzet was een boek te maken dat bestond uit enthousiasmerende column-achtige stukjes, dus ik kon alle kanten op. Dat gaf een heel grote vrijheid. Aansprekende feiten, persoonlijke belevenissen, grappige anekdotes, interessante historie: van alles paste erin! Zo kon ik duidelijk maken wat er in vredesnaam zo boeiend is aan zwammen - tal van dingen dus, wat mij betreft.

pro-mbooks1 : athenaeum