Carolien Steenbergen over de straattaal in Mahir Guvens Broer

03 februari 2020
| | | |

Carolien Steenbergen vertaalde Broer (Grand frère) van Mahir Guven. Wij vroegen haar een toelichting te geven bij haar vertaling. Over taal, straattaal, rap en spreektaal.

N.B. Eerder publiceerden we de boekverkopersbespreking van Annetje Rubens over Broer.

In Broer van Mahir Guven zijn twee Frans-Syrische broers aan het woord die grotendeels zonder moeder en met een machteloze vader opgroeien in de buitenwijken van Parijs. De oudste werkt als Uberchauffeur, de jongste vertrekt als idealistische verpleger naar Syrië. De grootste rol in de roman is echter weggelegd voor de taal.

De straattaal die de jongvolwassen broers bezigen is een meertalige taalvariant met het ritme van de rap. Achter in het Franse origineel is zelfs een verklarende woordenlijst opgenomen: de beoogde Franse lezer wordt dus verondersteld niet (geheel) vertrouwd te zijn met deze spreektalige variant. Die moest ik omzetten in een geloofwaardig Nederlands equivalent; het taalgebruik is in de roman immers van essentieel belang voor een overtuigende vertolking van beide mannen (en overigens ook van hun vader, die weer een heel andere spreektaalvariëteit bezigt: het Frans van een Arabische immigrant die al zo’n drie decennia in Frankrijk woont).

Een voorbeeld. In de volgende zin typeert de oudste broer het leven in de wijk en zijn daarbij horende symptomatische relatie met de politie:

Dans la cité, tout bon voyou nie aussi bien qu'un mari volage. Nier, c'est ni oui ni non, nier c'est le néant, ç'a rend dingue les keufs.
Een beetje boef op de block ontkent net zo hard als een overspelige echtgenoot. Ontkennen is geen ja en geen nee. Ontkennen is een niemandsland. Dat maakt ibahesh parra.

Een letterlijke vertaling van cité zou iets als 'banlieue' of 'buitenwijk' zijn. 'Onze wijk', zou Broer evengoed gezegd kunnen hebben. In mijn vertaling zijn 'cité' en 'voyou' echter gecombineerd tot de in rap- en straattaal voorkomende en bovendien allitererende combinatie 'boef op de block', voorafgegaan door het versterkende 'een beetje'. In het Nederlandse equivalent van de verklarende woordenlijst heb ik 'op de block' toegevoegd en omschreven als 'op de hoek van de straat'. De uitdrukking wordt vaak gebruikt voor en door jongens die in de wijk (met hun zaakjes) bezig zijn of rondhangen. Het Franse substantief 'le néant' wenste ik in het Nederlands iets te concretiseren. Omdat ik er daarnaast voor koos de zin op te splitsen tot drie kortere zinnen om het spreektalige staccato-karakter goed uit de verf te laten komen, vond ik een langer woord als 'niemandsland' bovendien ritmisch beter passen dan bijvoorbeeld 'leegte'. 'Ibahesh' en 'parra' ten slotte zijn onmiskenbaar deel van de straat- en raptaal en leken me de meest passende omzetting van het Frans. Keufs is verlan (het procedé waarbij woorden worden omgekeerd) voor flics, de politie: een term die ouder en ingeburgerder is dan het Nederlandse 'ibahesh' (een straattaalwoord uit het Berber). Zo bestaat er een film uit 1987 met als titel Les keufs. Toch heb ik hier mijn vertaalkeus laten leiden door het principe van de (gewenste) authentieke leeservaring van contemporaine straattaal en heb ik de semantische lading van het origineel niet in alle opzichten doorslaggevend gemaakt.   

Auteur Guven zegt tijdens het schrijfproces urenlang naar Franse rap te hebben geluisterd om het ritme te pakken te krijgen. Veruit mijn belangrijkste bron bij het vertalen is dan ook de Nederlandse rap geweest. Voor de sfeer, kracht, taal en dictie die ik het beste bij de twee broers vond passen, werd ik het meest aangetrokken door Nederlandse rappers met een Marokkaanse of anderszins Noord-Afrikaanse achtergrond (zoals Ismo, Lijpe, Boef, Josylvio en MocroManiac). Niet alleen qua woordgebruik, ook wat betreft zinsvorming en ritme heb ik elementen uit de rap ingezet.

Wie een boek vertaalt waarin veelvuldig een sterk informele spreektaalvariant voorkomt, staat voor een moeilijke, zelfs riskante maar ook prikkelende klus. Mijn uitgangspunt bij het vertalen was steeds om een zo realistisch mogelijk equivalent van de spreektaal van de broers te creëren. Het geheel van de uiting – inclusief ritme, toon en klank – kreeg daarbij prioriteit en moest kloppen met de (veronderstelde) verwachting van de Nederlandse lezer. Die verwachting betreft het taalgebruik van een doeltaalspreker in een vergelijkbare socioculturele context. De oorspronkelijke herkomst van uit een bepaalde leentaal afkomstige straattermen is van ondergeschikt belang aan de specifieke sociologische functie van de taal in het grote geheel. Dat maakt het in mijn optiek verdedigbaar de Franse broers ook woorden uit – onder andere – het Sranantongo in de mond te leggen (parra, pokoe), hoewel ik er uiteraard voor moest waken om bijvoorbeeld een specifieke Bijlmer-variant van de Nederlandse straattaal in het boek te laten prevaleren. Meertaligheid en het switchen tussen de verschillende leentalen, procedés en stijlkenmerken bleef – net als in de Franse straattaal – een essentiële component.

Carolien Steenbergen is boekvertaler Frans en Italiaans. Ze vertaalde onder meer werk van Laetitia Colombani Nathalie Heinich, Nicoletta Gezzi, Elio Pecora, Chahdortt Djavann en Gandolfo Cascio. Ze lichtte eerder voor ons haar vertaling van De buizerd door Francesco Guccini en Loriano Macchiavelli toe.

Carolien Steenbergen over de straattaal in Mahir Guvens Broer

Delen op

€ 23,99
€ 9,99
€ 17,93
pro-mbooks1 : athenaeum