Leesfragment: King

19 december 2023
| |

Meermalen genoemd in de eindejaarslijstjes van 2023: Jonathan Eigs biografie King. Een leven (King: A Life), vertaald uit het Engels door Frans Reusink. Lees bij ons een fragment en bestel!

De hoop die uitging van de 'I have a dream'-toespraak van Martin Luther King en de tragiek van zijn dood hebben het levensverhaal van deze briljante, doortastende en gecompliceerde man volledig overschaduwd. Want King droomde niet alleen, hij stelde ook eisen. Om de strijd van King beter te begrijpen doet dit boek niet alleen recht aan zijn radicale opvattingen en zijn betekenis voor de huidige samenleving, het probeert ook de ware Martin Luther King te reconstrueren uit de mist van hagiografieën. Want King was bovenal een mens en niet een heilige.

King, de eerste grote biografie van Martin Luther King jr. in meer dan veertig jaar, is gebaseerd op jarenlang onderzoek, honderden interviews en duizenden niet eerder gepubliceerde documenten, waaronder een grote hoeveelheid geheim materiaal van de FBI.

 

Proloog

Op 5 december 1955 werd een jonge zwarte man een van de grondleggers van Amerika. Hij was zesentwintig jaar oud en wist dat hij de rol die hij op zich nam mogelijk met de dood zou moeten bekopen. Dat speelde zich af in Montgomery, in de staat Alabama, de vroegere hoofdstad van de slavenhandel in die staat.
Op die dag, vier generaties nadat de Burgeroorlog een einde had gemaakt aan de slavernij, was Montgomery nog steeds een bastion van witte suprematie. Het was een bolwerk van de Ku Klux Klan, waarvan de leden hun goedkeuring hadden verleend en hadden deelgenomen aan de 360 lynchpartijen die sinds de Reconstructie hadden plaatsgevonden in Alabama.
Er verzamelde zich een nerveuze menigte van vijfduizend mensen, die deels een grote baptistenkerk vulden en deels rondzwierven over de straten. Deze woedende en bange mensen deden wat ze konden om een Amerika ter verantwoording te roepen waarin zwarten het risico liepen vermoord te worden als ze alleen al iemand vluchtig aankeken, een land waarin de erfenis en de realiteit van raciale ondergeschiktheid aan de orde van de dag was, waarvan lunchbars tot aan eikenbomen getuigden.
Terwijl de jonge zwarte man zich voorbereidde op zijn toespraak, bleef voor hemzelf en voor de demonstranten onduidelijk wat hij beoogde. Zou hij hun opdragen zich rustig te houden, zoals anderen hadden gedaan, of om zich te verheffen en in opstand te komen?
In zijn stem weerklonk niet het enthousiasme van iemand die een oproep tot verzet doet: ‘Wij zijn vanavond bijeen vanwege een serieuze kwestie.’
Maar op zeker moment was dat vuur er wel: ‘Wat wij doen is niet verkeerd!’
‘Als wij het verkeerd doen, dan doet het Hooggerechtshof van dit land het ook verkeerd!’
‘Als wij het verkeerd doen, dan is de grondwet van de Verenigde Staten ook verkeerd!’
‘Als wij het verkeerd doen, dan doet de almachtige God het ook verkeerd!’
Voor een groot deel van de vijfduizend aanwezigen was dit de eerste keer dat ze de stem hoorden van Martin Luther King jr.

Voordat King op het toneel verscheen waren de beloften in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring en de Amerikaanse Grondwet loos gebleken. King en de andere leiders van de twintigste-eeuwse burgerrechtenbeweging eisten, samen met miljoenen demonstranten, dat Amerika zich zou houden aan de idealen die het land zei te koesteren. Ze vochten zonder musketten, zonder geld en zonder politieke macht. Ze bouwden hun revolutie op christelijke liefde, op geweldloosheid en op vertrouwen in de mens.
In dit boek wordt het verhaal verteld van de man die, in een carrière van nauwelijks dertien jaar, wilde afrekenen met een realiteit die bestond in het behandelen van mensen als bezit en als tweederangsburgers, en die het land daar dichterbij bracht dan ooit eerder. Dat hij er niet volledig in slaagde zijn doel te bereiken zou niet meer moeten afdoen aan zijn heldenmoed dan het falen van de oorspronkelijke founding fathers aan die van hen.
Om de lezers Kings strijd beter te laten begrijpen, stelt dit boek zich ten doel de werkelijke man tevoorschijn te toveren uit de grijze hagiografische mist. Terwijl we bezig waren King heilig te verklaren, hebben we hem van zijn scherpe kantjes ontdaan en zijn ingewikkelde politieke en filosofische inzichten vervangen door holle frasen die aansluiten bij alle mogelijke ideologieën. We hebben de opnamen van zijn ‘I have a dream’-toespraak zo vaak gehoord dat we de woorden niet werkelijk meer horen: niet langer dringt de smeekbede tot ons door dat Amerika de ‘onuitsprekelijke gruwelen van politiegeweld’ moet erkennen of dat er economische herstelbetalingen zullen moeten plaatsvinden. We beseffen niet dat King eisen stelde in plaats van wensen te uiten. ‘In zekere zin zijn we naar de hoofdstad van ons land gekomen om een cheque te innen,’ zei hij op die zomerdag in 1963, toen hij aan de voet stond van het standbeeld van Abraham Lincoln. We hebben Kings geweldloosheid verward met passiviteit. We zijn uit het oog verloren dat zijn benadering agressiever was dan het land ooit had meegemaakt, dat hij vreedzame protesten als instrument gebruikte om de mensen die aan de macht waren te dwingen een groot aantal door hen gekoesterde voorrechten op te geven. We herinneren ons niet meer dat King een van de figuren in de Amerikaanse geschiedenis is geweest die meedogenlozer dan wie ook verdeeldheid zaaiden in de samenleving. Hij werd niet alleen aangevallen door voorstanders van rassenscheiding in het Zuiden, maar ook door zijn eigen regering, door nog militantere zwarte activisten en door witte liberalen uit het Noorden. Tijdens zijn leven al werd er opzettelijk een verkeerd beeld van hem geschetst, en dat is vandaag de dag nog steeds zo.
King was een man, en geen heilige, geen symbool. Hij beet op zijn nagels. Hij schreeuwde naar de tv als er een quiz werd uitgezonden. Hij verstopte zijn sigaretten voor zijn kinderen. Hij had een wit hondje met de naam Topsy. Hij had een litteken op zijn borst op de plek waar chirurgen in 1958 een briefopener met ivoren handgreep hadden verwijderd die zich vlak naast zijn aorta bevond. Zijn huid was zo gevoelig dat hij geen scheermes kon gebruiken. Hij sliep slecht, maar dutjes doen ging hem goed af. Op vergaderingen kwam hij steevast te laat. In zijn puberjaren had hij tweemaal geprobeerd zelfmoord te plegen, hoewel misschien niet met volle overgave. Als volwassene werd hij herhaaldelijk in het ziekenhuis opgenomen wegens uitputting, zoals hij zelf zei, al vermoedden anderen dat het depressies waren. Hij had een vals gevoel voor humor, wat nog werd versterkt doordat hij besefte dat bepaalde grappen nog leuker waren als ze werden verteld door een baptistendominee. Hij was afhankelijk van zijn vrouw Coretta op een manier die destijds door maar weinig mensen werd begrepen. Daarnaast bedroog hij haar voortdurend, ondanks het feit dat hij wist dat de fbi zijn telefoons aftapte en hem afluisterde in zijn hotelkamers, in een poging zijn huwelijk en zijn reputatie te gronde te richten. Een van die intieme affaires hield hij zo lang in stand dat vrienden naar deze dame verwezen als zijn tweede vrouw.
Hij was een man die al op vroege leeftijd verkondigde dat God hem had opgeroepen op te treden. Zo’n leven heeft hij ook geleid. En hij was bereid te sterven.
Over Martin Luther King zijn uitstekende biografieën geschreven en er is diepgaand onderzoek over hem verricht, maar zelfs nu nog is de literatuur over hem niet volledig. Dit boek is gebaseerd op duizenden onlangs vrijgegeven fbi-documenten en tienduizenden andere nieuwe bronnen, waaronder persoonlijke brieven, zakelijke archiefstukken, opnames van telefoongesprekken van het Witte Huis, mondelinge getuigenissen, nooit uitgezonden televisieprogramma’s en ongepubliceerde biografieën en autobiografieën van mensen die dicht bij King stonden. Dit is de eerste biografie waarbij gebruik wordt gemaakt van duizenden pagina’s materiaal dat toebehoorde aan de man die diende als de persoonlijke archivaris van de sclc, L.D. Reddick. Bovendien is het de eerste biografie waarin geprofiteerd wordt van de vondst van geluidsopnamen die werden gemaakt door Kings echtgenote Coretta in de maanden na de dood van haar man, en van de ongepubliceerde autobiografie van Kings vader. Daarnaast is dit boek samengesteld op basis van honderden vraaggesprekken met mensen die King hebben gekend, onder wie familieleden en goede vrienden, van wie er velen door het verstrijken van de tijd bereid bleken openhartiger te spreken dan ooit tevoren.
Het boek poogt het leven van King te beschouwen zoals het werd geleefd, en om aan de hand van dat leven zijn tijd en die van onszelf beter te begrijpen.
Het portret dat oprijst zal sommigen verontrusten. Maar die mensen die het dichtst bij King stonden hebben altijd al oog gehad voor zijn gebreken en begrepen dat zijn macht voortkwam uit zijn vermogen om tegenstrijdigheden het hoofd te bieden, om het op te nemen tegen twijfels, zoals zijn Bijbelse helden dat ook deden. ‘Grote mannen […] zijn nooit opscheppers of praatjesmakers,’ schreef Emerson, ‘maar mensen die de verschrikkingen van het leven waarnamen en zichzelf vermanden om die onder ogen te zien.’
King zag ze onder ogen en riep zijn volgelingen op hetzelfde te doen. Hij vroeg zijn medestanders Theophilus Eugene ‘Bull’ Connor, de politieman van Birmingham, lief te hebben, net als fbi-directeur J. Edgar Hoover en anderen die de wetten en gebruiken van de witte superioriteit handhaafden. King begreep dat president Lyndon B. Johnson een van zijn belangrijkste bondgenoten kon zijn, maar ook een van zijn gevaarlijkste vijanden. Hij drong er bij witte liberalen op aan hun eigen racistische gedrag onder ogen te zien, ook als het hem hun steun kostte. Op momenten waarop de druk op hem steeds groter werd en hij had kunnen besluiten om het op te geven, stond hij op, telkens weer, ondanks het onmiskenbare risico. Hij waarschuwde dat materialisme onze morele waarden ondermijnde, dat nationalisme alle hoop op een universele verbroedering in de grond dreigde te boren, dat militarisme cynisme en wantrouwen tot gevolg had. Hij zag een moreel verval in het hart van de Amerikaanse samenleving en was bang dat velen van ons daar vanwege racisme geen oog meer voor hadden.
Hij sprak over zichzelf als ‘een slachtoffer van opgeschorte dromen, van ijdele hoop’.
Daarnaast benadrukte hij dat ‘we nooit onze hoop moeten verliezen’.
Hij heeft dat nooit gedaan.

 

© Jonathan Eig, 2023
© Vertaling uit het Engels: Frans Reusink, 2023
© Nederlandse uitgave: Hollands Diep, Amsterdam 2023

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum