Recensie: De GVR, Roald Dahls meest ontroerende boek

03 november 2023 , door Elisabeth Stoutjesdijk
| |

11! De Grote Vriendelijke Reus was er vast mee ingenomen geweest als hij had geweten dat er 35 jaar na zijn verschijning een podcast naar hem vernoemd is. ‘Wat fantastelijk!,’ zou hij uitroepen. ‘Wat hartstikke toffisch!’ Het medium had hem ook niet misstaan. Want wat de reus vooral doet is praten. En het is moeilijk om niet geroerd te raken door deze ‘spraakjesmaker’.



Kwaad met een hoofdletter K

Deze vriendelijke reus – wonend te midden van 9 afzichtelijke, kinder-etende reuzen – eet kindjes niet op, maar bezorgt ze dromen, die hij zelf vangt in een netje – het maakt deze Roald Dahl sprookjesachtig. Avontuur zit er ook in: Het Grote Plan tegen het Grote Kwaad – kwaad met een hoofdletter K: de 9 medebewoners van reuzenland eten kindjes als ‘suikerklontjes.’ Ze stijgen met hun 16 meter ver boven de toch-niet-zo-grote Vriendelijke Reus uit, hebben lippen als ‘twee kolossale paarsrode rookworsten’, ‘rivieren spuug’ lopen over de kinnen, ze zijn niet al te slim… subtiliteit is nooit Roald Dahls sterkste punt geweest. Als een soort primitieve wilden zullen de Bloedbottelaar en Kinderkauwer eeuwig boete moeten doen, nadat ze volgens een ingenieus plan van de kleine Sofie in een diepe kuil worden geworpen.

In de walging de wellust

Ziedaar Roald Dahl: het kwaad is een karikatuur en in walging zit de wellust. Het maakt de boeken van Roald Dahl gulzig, hartstochtelijk, geestig, verhalend en aan de werkelijkheid ontstijgend – maar ook altijd terugkoppelend naar die werkelijkheid: als we de verbeelding meer ruimte geven, zo is vaak de impliciete boodschap, dan is de werkelijkheid fijner, minder stug. Verbeelding is ook potentie: ze geeft ons vleugels om avonturen te trotseren.

Als we iets van de wonderoren van de GVR hadden, dan schenen de dingen ons rijker toe. Het is wat Sofie ervaart als ze, tegen wil en dank, kennis maakt met de reus en zijn wereld van snoskommers en fropskottel: de een na de andere vanzelfsprekendheid valt aan diggelen, tot het haar duizelt. Of, in de wonderlijke wijze woorden van de GVR: ‘Alleen omdat we toevallig iets niet zelf gezien heeft met onze eigen koekeloertjes, denkt we dat het niet bestaat.’

Gebrek aan nuance – of juist precies genoeg?

Je kan Roald Dahl natuurlijk gebrek aan nuance verwijten om dat karikaturale van het boosaardige. Je schoffeert dan wel de verbeelding, en dat niet alleen: je vergeet een beetje voor wie zijn boeken geschreven zijn. Kinderen doen niets liever dan de fantasie hun kijk op de dingen te laten bepalen. Dan verzinsels tot het uiterste doorvoeren. Om er vervolgens om te lachen: als iemand de kracht van de hyperbool begrijpt, dan is het wel het kind.

En trouwens, Roald Dahl is ook uitstekend in staat tot nuance, dat bewijst het inmiddels iconische hoofdpersonage van de GVR wel. Lichtgeraakt en snel gevleid, kinderlijk enthousiast, wijs als een oude ziel, empathisch doch streng, vol levenslust en vol tragiek: kortom, een man, pardon, reus, vol verlangens en tegenstrijdigheden. Iemand van wie je als lezer gaat houden. En dan de taal - in de vertaling van Huberte Vriesendorp! Zijn gebrek aan educatie heeft geresulteerd in een innovatief spel met woorden en uitdrukkingen. ‘Ik is een heel erg doorgewarde reus.’ Een uiterst grappige en ontroerend poëtische ‘doorgewarde’ taal. Hij zou er een mooie podcast mee vol kunnen praten.

Elisabeth Stoutjesdijk is boekverkoper bij Athenaeum Boekhandel Spui, medeverantwoordelijk voor de kinderboekenafdeling.

 

 

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum