Recensie: Wolvenkoorts: met Kerstin Ekman diep binnen- en buitenwereld van een boswachter in

13 december 2022 , door Jerker Spits
| |

In Wolvenkoorts vertelt de Zweedse schrijfster Kerstin Ekman over een oudere boswachter die een wolvenspoor ontdekt. Het verhaal gaat over meer: over de steeds grotere afkeer van de houtkap en de jacht, over ouderdom en over een zwijgzaam huwelijk. ‘Ik had gewerkt voor mijn salaris en omdat ik geloofde in wat wij bij Staatsbosbeheer deden. Dat dat goed was.’

Zweedse Natuur en psychologisch inzicht

Kerstin Ekman (1933) is de grande dame van de Zweedse literatuur. Veel lezers zullen haar kennen van Zwart Water (1993), een roman over een moord in de regio Norrland, op de grens van Noorwegen en Zweden. Ekman staat bekend om haar prachtige beschrijvingen van de Zweedse natuur en om haar psychologisch inzicht. Wolvenkoorts (Löpa varg) is in Zweden lovend ontvangen en nu in het Nederlands vertaald door Janny Middelbeek-Oortgiesen.

Ekman vertelt over de oudere boswachter Ulf Norssig die vlakbij zijn camper een wolvenspoor ontdekt. Even later ziet hij het dier, met zijn hoge, witte voorpoten, lichte ogen en grijze vacht. Hij verzwijgt de ontdekking voor zijn vrouw. Er ontstaat beroering in de kleine dorpsgemeenschap. De lokale jachtgroep wil de wolf doden.

Ouderwetse wolvenhaat

De wolf is geliefd en gehaat. Na de val van de Muur werd het dier, net als mensen, niet langer gehinderd door prikkeldraad en versperringen. Vanuit het oosten trok de wolf over oude legeroefenplaatsen verder, naar landen waar hij vaak daarvoor was uitgeroeid. Die terugkeer leidt tot discussies die soms ontsporen. Bij ons is dat niet anders dan in Zweden. Natuurbeschermers en -liefhebbers staan tegenover schapenhouders en jagers.

De ontmoeting met de wolf, door Ulf Hogepoot genoemd, verandert hem. Hij hekelt de ‘ouderwetse wolvenhaat’ en wil dat de wolf met rust gelaten wordt. De herinnering aan zijn werkzame leven voor het Zweedse Staatsbosbeheer wordt pijnlijk. Hij en zijn collega’s hebben een gemengd bos met mossen, spechten, beken en baltsende Auerhoenders veranderd in een houtfabriek. Zonder kritische tegenwerpingen werkte hij mee aan een wereld die bestaat uit bosexploitatiewegen, kapgebieden en staatssubsidies. Met afschuw bladert hij door zijn oude jachtdagboeken.

Ulfs grote tegenspeler is Ronnie. Die maakt als jonge wildebras maar al te duidelijk wat hij wil: de trekker overhalen. De oude Ulf moet zijn plek als jagermeester aan hem afstaan. Ekman tekent een ontroerend portret van de oude boswachter die pijn in de borst heeft en met zijn pilletjes worstelt. Hij wil wat hij niet kan en wat hij eens kon wil hij niet meer.

Tederheid en gesmeerde broodjes

Het vakjargon van houtvesters, het jagerslatijn, de ontwikkeling van een levend bos tot een saaie sparrenfabriek: Ekman kent de wereld waarover ze vertelt. Er zijn weinigen die zo prachtig over de natuur kunnen schrijven. Als de lente aanbreekt, laat Ekman zien hoe een beek met sneeuwkorsten en ijssmurrie verandert in watergemurmel omringd door bosanemonen.

Onder het verhaal ligt een grote emotionaliteit die je als lezer raakt, juist doordat de schrijfster geen grote woorden gebruikt, maar kiest voor een ingehouden toon die goed bij de personages past. Neem de volgende passage waarin Ulf zijn huwelijk beschrijft:

‘Er was me tederheid vergund. Soms in de vorm van lekkere gesmeerde broodjes. Soms in de vorm van huid op de mijne. Vaak trouwens. Maar aan de verwachtingen die die tederheid bij ons beiden wekte, kon ik niet voldoen. Ik neem aan dat dat door de medicijnen kwam. Maar dat accepteerden we. De tederheid hield niet op. Soms knetterde het tussen ons. Dat was altijd zo geweest. Twee mensen met ieder een sterke wil botsen met elkaar als zware goederenwagons. Wij waren volgeladen met geleefd leven. Ook met meningen, opvattingen, en andere, tamelijk onbeduidende dingen.’

Als Ulf, eenmaal in het ziekenhuis, stinkend in zijn bed ligt en moet plassen in een fles, wil hij niet dat een van de verpleegsters hem helpt met douchen. Zijn vrouw Inga staat aan de rand van zijn bed.

‘Ze boog zich dichter naar me toe.
Ik wil niet.
Natuurlijk wel. Je zult het lekker vinden om schoon te zijn.
Maar niet met haar, fluisterde ik. Niet met een van hen.
Wil je dat ik jou in de douche was?
Ja.’

De roman is even precies als vloeiend in het Nederlands vertaald door Middelbeek-Oortgiesen, die in 2018 voor haar vertalingen uit het Zweeds de Letterenfonds Vertaalprijs ontving. ‘Verhaal’ staat als goede vertaling van berättelse op de titelpagina. Op de omslag van het boek heeft de uitgeverij daar roman van gemaakt. Hoe dan ook: Wolvenkoorts is een prachtige vertelling waarin Kerstin Ekman met diepgang de binnen- en buitenwereld van een boswachter beschrijft.

Jerker Spits is germanist en schrijver. Voor Uitgeverij Van Oorschot werkt hij aan een boek vol bosverhalen.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum