Recensie: Een spannend jongensboek à la Oek de Jong

11 september 2019 , door Bob Kappen
| |

De verschijning van een nieuwe Oek de Jong, zeven jaar na Pier en oceaan, is een evenement. Er verschijnen heel veel mooie en interessante boeken op het moment, maar Zwarte schuur is wel heel speciaal. En hij lost de verwachtingen in. Maris Coppoolse, een beroemd schilder in zijn vijftiger jaren, krijgt een overzichtstentoonstelling in het Stedelijk Museum. De hele wereld komt erop af - maar ook de boulevardpers, die zijn grote geheim ontdekt, de ene fout die zijn werk inspireerde - maar die ook zijn carrière kapot kan maken. Dat geheim en Maris' pogingen om zijn reputatie te redden, geven de roman een ongewone spanning, en zijn zwakte maakt hem sympathiek - terwijl de stijl vertrouwd sterk is.

N.B. Eerder publiceerden we voor uit Zwarte schuur en brachten we Maarten Asschers laudatio op Pier en oceaan en een fragment uit die roman, bij gelegenheid van dertig jaar Opwaaiende zomerjurken brachten we luisterfragmenten uit Opwaaiende zomerjurken en Lui oog, de eerste pagina's van de speciale novelle Mevrouw Len, en bijzonder beeldmateriaal. En we publiceerden voor uit Brief aan een jonge atlas.

Iedereen zal dat wel hebben: je hebt iets in je jeugd gedaan - Maris was veertien toen dit gebeurde, het was in een zwartgeteerde schuur op een eiland - en je hoopt dat het onder de pet blijft. En stel je voor: op een dag kijk je op Facebook, of je opent de krant, en je wereld stort in. Zoiets als de zoon van Femke Halsema meegemaakt moet hebben - je sluit iemand in je hart na zo'n val. Wat De Jong met dat bijkans universele gegeven doet, de inhaalslag die Maris moet maken, maakt Zwarte schuur bijna een spannend jongensboek: nu eens slaagt hij erin daar iets goed te maken, dan wordt hij weer twee stappen teruggezet.

En dan is er nog de stijl. De Jong schrijft zo natuurlijk, hij kan zo goed beelden schetsen, en als hij je meeneemt naar het Amsterdam van de jaren zeventig en tachtig, met Provo's, met drank en drugs op straat als de normaalste zaak, dan voelt dat levensecht. Ik sprak lezers die dat meegemaakt hadden en het heel waarheidsgetrouw vinden. Maar je hoeft die tijd niet meegemaakt te hebben om te zien hoe De Jong een bepaalde levensfase perfect treft.

‘Meisjes had Maris lange tijd op een afstand gehouden. Hij keek naar ze, hij zocht ze op, maar hij hield ook afstand. Over elke omgang met een meisje lag een schaduw, en zodra ze dichtbij kwam zelfs een dreigende schaduw. Verliefd worden stond hij zichzelf niet toe.
Pas op zijn tweeëntwintigste, al twee jaar op de kunstacademie, had hij voor het eerst een meisje toegelaten in zijn bed. Sindsdien waren er meisjes in zijn leven. Meisjes die hijgend en blozend de trap op kwamen, meisjes die thee dronken en nieuwsgierig om zich heen keken, meisjes die zich uitkleedden, meisjes die zichzelf met een vluchtige blik in de spiegel bekeken, meisjes in zijn bed die zich naar hem toe draaiden, meisjes die hem verwijten maakten omdat hij de telefoon niet opnam en briefjes niet beantwoordde. Meisjes wilden aan hem peuteren. Het begon met een meëeter in zijn gezicht die ze wilden uitdrukken, en weldra peuterden ze aan zijn bestaan. Ze wilden er een plaats in krijgen, ze wilden er deel van uitmaken, en vooral wilden ze vastigheid. Maar hij gaf ze geen vastigheid. Meisjes verweten hem bindingsangst. Het was een nieuw woord: bindingsangst. Hij moest er zich voor schamen, begreep hij, als voor een zwakte, maar in plaats van zich te schamen gaf hij het gewoon grif toe: ja, hij had een onoverwinlijke bindingsangst. Zijn neiging tot zwijgzaamheid maakte het er niet gemakkelijker op. Langer dan drie maanden duurden zijn betrekkingen met een meisje zelden.’

Zwarte schuur is er voor de liefhebbers van Pier en oceaan, van de rijpere, rijkere schrijver die Oek de Jong inmiddels is. Maar het is ook gewoon een erg goede roman, het mooiste en interessantste boek van het moment.

Bob Kappen is romanist en literatuurwetenschapper, en boekverkoper bellettrie bij Athenaeum Boekhandel Spui.

pro-mbooks1 : athenaeum