Recensie: Leuk is ingewikkeld: de nieuwe Michael Foley

17 april 2017 , door Pieter Hoexum
| |

Als veel mensen bijeenkomen op een festival of bij een andere leuk bedoelde gelegenheid, is er altijd wel iemand die zegt: ‘Leuk hè ?’ De meeste omstanders zullen enthousiast instemmend knikken, maar er  is ook altijd wel iemand die nors voor zich uit blijft staren omdat hij het helemaal niet leuk vindt. Michael Foley is zo iemand. Toch schreef hij een boek over wat er nu zo leuk aan leuke dingen is. Gelukkig gaat hij daarin verder dan obligaat klagen. Leuk hè? is echt heel erg - en dat kan niet anders gezegd worden - leuk.

De grens tussen cultuurpessimisme en borrelpraat

‘Het woord leuk kan ik niet meer horen,’ zei Kees Fens jaren geleden al , in een interview bij gelegenheid van zijn eredoctoraat in de letteren aan de Universiteit van Amsterdam. Lesgeven begon hem steeds meer tegen te staan: ‘Men is huiverig voor alles wat een beetje moeilijk is. Ook de universiteit is gaan delen in de entertainmentcultuur van het moment. Het moet aardig zijn, toegankelijk, onderhoudend en vooral leuk.’ VPRO Tegenlicht wijdde onder de titel "Liever leuk dan lastig" een uitzending aan Fens' afkeer van leuk. Het werd een rondetafelgesprek met vier zeer interessante denkers, de essayisten H.J.A. Hofland, Rudy Kousbroek, Kees Fens en Bas Heijne.

Helaas viel de uitzending nogal tegen. Eigenlijk kwam het neer op gemopper over de jeugd van tegenwoordig - het werd een beetje een Voetbal Inside-achtig gesprek met veel geklaag over de patatgeneratie. De uitzending bewees maar weer eens dat de grens tussen cultuurpessimisme en borrelpraat niet te trekken is, en dat daartussen een spekglad hellend vlak zit waardoor het een vrijwel onvermijdelijk leidt tot het ander. Ik vreesde dan ook het ergste toen ik las dat Michael Foley een boek over fun, een ‘filosofie van het plezier maken’ had gepubliceerd, omdat ik hem in zijn vorige boek had leren kennen als een gulle en geestige schrijver en denker. Dit moest wel een zuur en zuinig boek worden.

Een pleidooi voor post-postmoderne ironie

Natuurlijk kan ook Foley het niet nalaten regelmatig te schmieren, met vaak bladzijdelange klaagzangen over zaken als vakantie, festivals, dansen en andere dingen die veel andere mensen juist erg leuk vinden, maar daar blijft het bepaald niet bij. Niet alleen komt hij met verfrissende visies op leuke dingen als dansen, seks, sport, en vakantie, maar ook met verhelderende analyses van aan leuk verwante begrippen zoals individualisme,  authenticiteit, verveling, humor, en vooral moderniteit.

Leuk is volgens Foley een typisch modern verschijnsel, voor moderne mensen is het vrijwel onmogelijk te geloven in een van bovenaf gegeven zin: ‘Verveling en leuk zijn de tegengestelde reacties op dit gebrek aan betekenis, dat kan leiden tot lethargie - een verlangen om niets te doen omdat niets de moeite van het doen waard is - of tot hyperactiviteit - een verlangen om het gevoel van nutteloosheid te onderdrukken door juist alles te doen.’ Hoe te ontkomen aan deze onmogelijke keus tussen lethargie en hyperactiviteit? Foley pleit voor een ‘volstrekt serieuze afwijzing van de ernst,’ voor een ironische levenshouding. We moeten de tegenstelling omtoveren tot een paradox, door ‘tegelijk ernstig en niet-ernstig te zijn.’ Dat klinkt misschien bekend, als de postmoderne ironie, maar daar gelooft Foley niet in, hij pleit voor een post-postmoderne ironie, een ‘zorgzame soort ironie’.

De paradox van leuk

Na iedere weeklacht breekt bij Foley altijd de zon weer door. Nadat hij bijvoorbeeld in het hoofdstuk over vakantie zijn hart gelucht heeft over dit inderdaad weerzinwekkende, mensonterende verschijnsel, herstelt hij zich met een paar rake observaties: ‘De kern van het probleem met vakantie is dat de aanvechting religieus is, maar de ervaring seculier. Je betaalt voor iets heiligs, maar krijgt iets profaans.’ En als Foley daar nog eens langer over nadenkt, moet hij uiteindelijk toegeven dat dat eigenlijk helemaal niet zo'n gekke deal is. Dus, ondanks alles: leve de vakantie.

En hoe zit het met festivals? De uitgever vermeldde in de begeleidende brief bij mijn recensie-exemplaar, dat Foley in oktober 2017 ‘op uitnodiging van Brainwash Festival Nederland zal bezoeken’ en dat hij ‘dan beschikbaar is voor interviews’. Of dat een goed moment voor een interview met Foley is, is zeer de vraag. Te vrezen valt dat menig interviewer de verleiding niet kan weerstaan Foley te vragen of hij het een beetje naar zijn heeft: ‘Leuk hè?’ En vervolgens moet gevreesd worden dat Foley zal antwoorden met een woede-uitbarsting, of misschien zelfs huilbui. Aan de andere kant, ik hoop en verwacht ook wel dat hij enthousiast zal reageren. Hopelijk lukt het hem de tijd te nemen, en kan de vragensteller het geduld op brengen hem uit te laten leggen dat ‘leuk niet alleen ingewikkeld is, maar ook paradoxaal’.

Op dat festival zal vast wel een boekenstand te vinden zijn, waar bezoekers het boek van Foley kunnen aanschaffen. Dat moeten ze zeker doen, zodat ze er thuis mee in een stil hoekje kunnen kruipen, om er daar echt van te genieten.

Pieter Hoexum is filosoof, publicist (voor o.a. Trouw) en huisman. Hij was boekverkoper bij Athenaeum Boekhandel. Zijn boek Gedenk te sterven. De dood en de filosofen kwam uit in 2003, in 2014 verscheen zijn Kleine filosofie van het rijtjeshuis. Hij heeft ook een website: pieterhoexum.wordpress.com.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum