Recensie: Het alledaagse leven in Reza’s Babylone

27 februari 2017 , door Joeba Bootsma
| |

Yasmina Reza laat er geen gras over groeien in Babylone. Vanaf de allereerste pagina’s druipen de melancholie en weemoed van de vertelster af. ‘On était jeunes. On ne savait pas que c’était irréversible. Aujourd’hui j’ai soixante-deux ans. Je ne pourrais pas dire que j’ai su être heureuse dans la vie’ vertelt de tweeënzestigjarige Élisabeth op de derde pagina, wat het begin is van een vertelling over een voorjaarsfeestje met een dramatische afloop, waarmee Reza tegelijkertijd een meedogenloze kijk op de absurditeit van het alledaagse leven geeft.

Plastic glazen en kartonnen bordjes

Élisabeth heeft een goedbetaalde baan als ingenieur en woont samen met haar man Pierre op de vierde verdieping van een appartementencomplex in een buitenwijk van Parijs en besluit een keer een feestje te geven. Ze nodigt een veertigtal mensen uit. Midden in de nacht staat ze op om haar champagneglazen te tellen. Te weinig. Pierre stelt voor om plastic glazen te kopen. Maar ze gaat haar gasten toch zeker niet uit plastic champagneglazen laten drinken?! De kartonnen bordjes zijn al erg genoeg. Uiteindelijk bestelt ze dertig ‘ultra-rigides’ Élegance champagneglazen plus vijftig plastic wegwerpmessen, -vorken en –lepels, maar let wel, ze zien eruit alsof ze van roestvrijstaal zijn.

Na paginalang gepieker over veertig stoelen - die ze niet heeft en al zou ze die wel hebben dan passen ze niet in hun appartement - realiseert ze zich dat er vast ook heel veel mensen zullen blijven staan. Ze leent uiteindelijk een paar stoelen van de Manoscrivi’s die één étage hoger wonen. Élisabeth kent Jean-Lino Manoscrivi uit het trappenhuis, waar ze elkaar geregeld tegenkomen omdat geen van beide ooit de lift neemt; hij vanwege zijn claustrofobie, zij vanwege haar illusie zo nog enigszins iets aan haar figuur te doen. Sinds twee jaar gaan ze soms samen ergens koffie drinken en vertellen elkaar dan dingen die ze aan niemand anders vertellen, maar blijven elkaar wel vousvoyeren.

Het was een idee van Pierre om stoelen van de Manoscrivi’s te lenen, waarop Élisabeth zich zonder gêne afvraagt of ze de stoelen zou kunnen lenen zonder de eigenaren van de stoelen uit te nodigen.

‘Pierre m’a dit, emprunte les chaises aux Manoscrivi.
- Sans les inviter?’

Achteraf gezien had ze er misschien beter aangedaan om de Manoscrivi’s niet uit te nodigen, want het koppel dat voor extra stoelen zorgt op het feestje, zorgt er ook voor dat datzelfde feestje een bittere nasmaak krijgt, een hele bittere nasmaak.

Absurd maar menselijk

Jean-Lino, volgens Lydie ‘le plus doux des hommes’, staat midden in de nacht, een paar uur na het feestje, bij Élisabeth en Pierre voor de deur met een heftige mededeling, waarop ze met zijn drieën in de salon gaan zitten en een glas cognac drinken. Lydie realiseert zich dat ze voor de allereerste keer het kale hoofd van Jean Lino ziet – de lok die hij er normaal overheen kamt, hangt nu half naar beneden.

Pierre maakt heisa over het feit dat Élisabeth de plafondlamp, die ze nóóit aanhebben, aandoet nadat Pierre de vloerlamp omver heeft gelopen. ‘Pas le plafonnier, pas le plafonnier par pitié! a gémi Pierre.’ En uiteindelijk pakt Lydie de stofzuiger erbij en begint het huis op te ruimen. Waar zijn jullie in hemelsnaam mee bezig? denk je als lezer.

Maar wellicht is deze absurde reactie juist de meest menselijke reactie wanneer je bovenbuurman in alle kalmte, alsof hij de reservesleutel van zijn voordeur komt vragen omdat hij zijn eigen sleutel is vergeten, komt vertellen dat hij zojuist zijn vriendin heeft gewurgd. En dat allemaal, blijkt later, omdat hij op het feestje de verkeerde anekdote vertelt - over Lydie en de scharrelkip – wat, eenmaal thuis, uitloopt op een hevige ruzie waarbij Eduardo, de kat van Jean-Lino, niet gespaard wordt door Lydie de dierenactivist. En dat schiet bij Jean-Lino in het verkeerde keelgat.

Observerende stijl

Het verhaal is bijna te absurd om waar te zijn maar door de manier waarop Reza Élisabeths vertelling – die we af en toe misschien ook kunnen lezen als Reza’s eigen vertelling en kijk op het leven – op papier heeft gezet, zie je het zo voor je. Met haar observerende, concrete stijl vol kleine details creëert ze een heel geloofwaardige realiteit, zonder de dingen mooier te maken dan ze zijn en vooral zonder de lelijke en absurde kanten van de mens achterwege te laten. Lydie ligt nog steeds op bed, daar waar Jean-Lino haar heeft vermoord, en nét nadat ze met zijn drieën haar ogen dicht hebben gedaan en haar kleren recht hebben getrokken, dwalen de gedachten van Élisabeth af naar een of andere po die naast het bed staat.

Eduardo est monté sur le pot de chambre. Un pot de chambre en faïence avec un plateau de bois rond par-dessus (plateau à fromage) et j’ai pensé que ce n’était pas une mauvaise idée ce pot de chambre au pied du lit, moi qui me lève trois fois par nuit pour pisser. Jean-Lino a dit, non sul vaso da notte miconi, avec une petite caresse censée le faire redescendre.’

Hilarische tragiek

Deze gedachten over een po met een kaasplank-achtige houten plank erop en andere onbelangrijke bijzaken in het leven worden afgewisseld met gedachten over veel grotere levensvragen, zoals ‘Tout est incertain. C’est la condition même de l’existence’, ‘Pour supporter la vie sur terre on s’accompagne d’éléments fabuleux’ of ‘Notre jeunesse est morte. Nous ne serons plus jamais jeunes. C’est ce jamais plus qui est vertigineux’.

De weemoedige, melancholische gedachten en vragen over het leven zijn soms zo cliché dat het irritant wordt, maar aan de andere kant versterken ze de tragiek van het leven van Élisabeth, en daarmee de hilariteit van de vertelling die Reza zonder enig medelijden op papier heeft gezet. Babylone is een hilarische roman over de tragiek van het alledaagse leven. 

Joeba Bootsma doet de researchmaster Literair Vertalen aan de Universiteit van Utrecht en liep stage bij Athenaeum.nl.

pro-mbooks1 : athenaeum