Recensie: Binnenkijken bij de Schneiders

23 oktober 2017 , door Ruth Kief
| |

Een van de verrassingen op de longlist van de ECI Literatuurprijs dit jaar was Margot Vanderstraetens Mazzel tov, voor Nederlanders althans. Het boek, waarin Vanderstraeten schrijft over de periode waarin ze als werkstudente bijles gaf aan twee orthodox-joodse kinderen, is wel een groot succes in België – loop een willekeurige Antwerpse boekhandel in en je stuit al snel op een stapel Mazzel tovs. De hoge verkoopcijfers zijn niet verwonderlijk. Vanderstraeten heeft een prettige toon en weet je aandacht gedurende het hele boek vast te houden. Maar dat is niet de enige reden waarom haar verslag zo goed loopt; hoewel de joodse gemeenschap in Antwerpen heel zichtbaar is, is zij ook zeer gesloten. Niet-Joodse Belgen weten niets of weinig van hun (orthodox- )joodse buren en Vanderstraeten slaagt erin een tip van de sluier op te lichten. [Update 11 april 2018: Vanderstraeten wordt bekroond met de E. du Perronprijs 2017!]

Buitenstaander

Het is 1987, Vanderstraeten studeert aan het Hoger Instituut voor Vertalers en Tolken in Antwerpen en is op zoek naar een bijbaantje. Op een prikbord van de universiteit komt ze een advertentie tegen waarin om een huiswerkbegeleider gevraagd wordt, ze reageert. De oproep blijkt afkomstig van de modern-orthodoxe mevrouw en mijnheer Schneider (niet hun echte namen). Hoewel ze haar aanvankelijk niet aannemen – ze houdt er voor modern-orthodoxe begrippen een nogal onconventionele kledingstijl op na en woont ongehuwd samen met een Iraniër – besluit het echtpaar uiteindelijk toch met Vanderstraeten in zee te gaan. Langzaamaan wordt ze opgenomen in het gezin Schneider.

Zoals de meeste (al dan niet Belgische) niet-Joden is Vanderstraeten nauwelijks bekend met de religieuze en culturele gebruiken van deze gemeenschap wanneer ze met de huiswerkbegeleiding begint. Dat perspectief van de buitenstaander werkt goed. De jonge, wat naïeve Vanderstraeten vraagt de leden van de familie Schneider alles wat je normaal niet durft te vragen. Die gesprekken stellen haar in staat om op een niet-schoolse manier uitleg te geven over gebruiken en leefregels en lezers kunnen zich met de studente verbazen over de strikte sjabbatvoorschriften of het gebruik om je partner via een sjadchen, een koppelaarster, te leren kennen. Maar Mazzel tov is geen aapjes kijken.

Over dit laatste zo dadelijk meer, maar eerst nog even iets over de dialogen in het boek. Die zijn namelijk opvallend gedetailleerd en roepen daardoor wel vragen over Mazzel tov op. De eerste gesprekken met het gezin Schneider vonden immers al dertig jaar geleden plaats en Vanderstraeten is pas een paar jaar terug met het boek aan de slag gegaan.

Bij VPRO Boeken, waar Vanderstraeten geïnterviewd werd, noemde Carolina Lo Galbo Mazzel tov consequent een roman, Vanderstraeten verbeterde haar niet maar sprak ook niet over de Schneiders als fictieve personages. De waarheid zal dus wel ergens in het midden liggen, Mazzel tov is, met andere woorden, een gefictionaliseerde reportage. Is dat erg? Ik vind van niet. Vanderstraeten kan goed schrijven en zet die vaardigheid in om haar punt goed over het voetlicht te brengen.

Wie is beter dan wie

Vooral in het eerste deel van het boek zal menig lezer weleens zijn wenkbrauwen ophalen want Vanderstraetens jeugdige arrogantie is regelmatig tenenkrommend, zo niet ronduit pijnlijk. Zo bevraagt ze mijnheer Schneider en zijn moeder op nogal schaamteloze wijze over hun oorlogsverleden. Ze spreken er met niemand over maar haar zullen ze er toch vast wel alles over willen vertellen? ‘Er bestaan twee soorten verdriet, onthoud u dat,’ zegt mijnheer Schneider Vanderstraeten met tranen in zijn ogen wanneer ze hierover het gesprek met hem aangaat. ‘Een dat het kan verdragen om gekieteld te worden. En een dat zo groot is dat je ervan af moet blijven, zelfs met ogenschijnlijk onschuldige vragen.’

Juist in Vanderstraetens eerlijkheid, in haar bereidheid om ook haar eigen vooringenomenheid onder de loep te nemen, schuilt de kracht van dit boek. De leefregels waar de Schneiders zich door laten leiden zijn archaïsch, maar zijn ze daarom ook per definitie fout? Weten moderne seculiere westerlingen het echt altijd beter?

In Israël, op bezoek bij de inmiddels volwassen Schneider-kinderen, discussieert Vanderstraeten bijvoorbeeld met een Amerikaans-Joodse vrouw over de idiotie van de orthodoxie. ‘Westerse vrouwen en mannen worden evengoed onderdrukt,’ zegt de vrouw in het gesprek. ‘Mannen moeten werken. De kost verdienen. En hun vrouwen moeten slank, jong en mooi zijn. Spiritualiteit en zingeving zijn voorbehouden aan één uur yogales per week. Dus wie onderdrukt wie? En wie is er beter dan wie?’

Waar Vanderstraeten er destijds niet altijd in slaagde om de Schneiders en hun leefwijze te respecteren maakt ze dat met dit boek ruimschoots goed. En ondertussen laat ze ons zien hoe leerzaam en waardevol het kan zijn om de ander met een open blik tegemoet te treden. Dat geldt ook voor mensen die, zoals ik, een Joodse achtergrond hebben. Ook wanneer je bekend bent met de kasjroet (spijswetten), de sjabbesvoorschriften en de manier waarop er door religieuze joden tegen seksualiteit aangekeken wordt (veel ontspannener dan door protestanten bijvoorbeeld, zolang het maar seks binnen het huwelijk blijft) valt er van Mazzel tov te leren. Vanderstraetens zorgvuldig weergegeven worsteling met onze voor haar volledig vreemde cultuur, maakte dat ik (wederom) besefte hoe belangrijk het is om bruggen te slaan. Om bereid te zijn vragen te beantwoorden en, net als de Schneiders, mensen binnen te laten kijken.

Ruth Kief is webboekverkoper bij Athenaeum.nl en coördinator van De Nieuwe Garde.

pro-mbooks1 : athenaeum