Recensie: Theroux kan het wél

15 februari 2016 , door Godeke Donner
| | |

Altijd al had Paul Theroux in de zuidelijke staten van Amerika willen rondreizen. Verbleef hij in zijn vorige boek De laatste trein naar Zona Verde nog in de verste uithoek van Angola, in zijn nieuwe boek Het diepe zuiden gaat de tocht van zijn huis in New England duizend mijl zuidwaarts. Op de rode kleiwegen van de Afrikaanse bush had hij zich opeens gerealiseerd dat de armen van Amerika op precies dezelfde manier een even ongewis bestaan leiden in kleine hoeven en armzalige dorpjes ‘en ineens kwam naar huis gaan me heel aanlokkelijk voor’.

Verrassend en springlevend verslag

In de herfst voor de presidentsverkiezingen van 2012 maakt Theroux de eerste van vier roadtrips in de zuidelijke staten, en vervolgens keert hij elk seizoen nog een keer terug. In plaats van de trein, het vliegtuig of de kano neemt hij dit keer zijn eigen auto. Van gehucht naar gehucht, ‘vliegenpoepjes op de kaart’, ontvouwt zich een comfortabele reis.

Het diepe zuiden is geen verhaal over de ontberingen van het reizen zelf, we zijn hier niet in Afrika waar alleen al het je voortbewegen van A naar B een boek oplevert. Dit keer zijn de wegen uitstekend, de motels uitnodigend en de locals altijd in voor een praatje. ‘Het zou absolute oplichterij zijn om net te doen of het een logistieke beproeving is,’ zegt Theroux.

Hij haalt zijn leermeester V.S. Naipaul aan, met wie hij lange tijd gebrouilleerd is geweest,  die in zíjn boek over het diepe zuiden verklaarde dat een tocht door de zuidelijke staten van Amerika zich niet leende voor terloopse waarnemingen omdat het allemaal te bekend, te vaak gefotografeerd en te georganiseerd is. Theroux en Naipaul hebben inmiddels hun vete bijgelegd maar Theroux wil in zijn boek duidelijk laten zien dat hij het wél kan: vijfhonderd pagina’s lang doet hij niet anders dan terloops waarnemen en dat levert een verrassend en springlevend verslag op van het leven in het zuiden van Amerika.

Armer dan velen in Afrika en Azië

Of het nu in South Carolina, Alabama, Mississippi of Arkansas is, de armen zijn er armer en hopelozer, ontdekt Theroux, dan velen in noodlijdend Afrika en Azië. Hij is natuurlijk de man die dat kan vergelijken want hij heeft daar jarenlang rondgereisd en over geschreven, van India tot Polynesië en van Patagonië tot Kaapstad. Hij laat dan ook geen gelegenheid passeren om dat te zeggen,

‘net Afrika,’krabbelt hij herhaaldelijk in zijn notitieschriftje. ‘Hoe zit het met Bill Gates, en Clinton – krijgen jullie hulp van hen?’ vraagt hij aan de directeur van een armlastige woningbouwcorporatie in Arkansas. ‘Die zien we nooit, wij krijgen niets. Zij willen Afrika helpen. Het zit me echt dwars dat Clinton hier zo weinig doet.’ Nooit zijn de miljarden van het Clinton Fonds of het Global Initiative in het zuiden van Amerika terechtgekomen, maar altijd overzee. De uit Arkansas afkomstige Bill Clinton kan niet veel goed doen in de ogen van Theroux. Hij zegt: ‘Clinton hangt de verknipte zuidelijke politieke logica aan dat je nu eenmaal moet doen of je een racist bent omdat een fatsoenlijk standpunt innemen en de racisten trotseren verkiesbaarheid in de weg staat.’

Vasthoudendheid van de geschiedenis

Hoezeer segregatie nog alom aanwezig is in het zuiden beseft Theroux als hij Big Stone Gap, zomaar een stadje in de heuvellanden van Virginia, bezoekt. Hij komt er niet één zwart gezicht tegen. Volgens de raciale geografie van het zuiden zijn de stadjes en dorpjes in de bergen en heuvels hoofdzakelijk blank en het uitgestrekte vlakke landbouwgebied waar katoen en tabak worden verbouwd, voornamelijk zwart. Het is ‘de vasthoudendheid van de geschiedenis’, zegt Theroux.

In Alabama vertelt de eerste zwarte burgemeester van het stadje Brent hem dat zijn streek de ‘Zwarte Gordel’ wordt genoemd. Niet lang geleden is er een Walmart van megaproportie geopend die samen met de staatsgevangenis nog de enige werkgever van de regio is. De Vietnamezen hebben de visindustrie om zeep geholpen en de grote kippenjongens maakten een einde aan de lokale kipverwerkingsindustrie. De desastreuze gevolgen van Amerika’s handel met Azië en Zuid-Amerika zijn overal voelbaar, om over de goedkope werkkracht uit Mexico niet te spreken.

De blanke zuiderlingen daarentegen wanen zich volgens Theroux nog altijd in Margaret Mitchells Gone With the Wind. ‘Zij klampen zich vast aan haar nostalgische versie van een stijlvol, beschaafd Zuiden vol passie en rijkdom (baljurken, balustrades, vergulde klokken), dat geschonden werd door de oorlog en verwoest door de Yankees.’ In Vicksburg, Louisiana, dat in 1863 door de Unie zwaar werd belegerd in de Onafhankelijkheidsoorlog, mokt een bejaarde blanke vrouw tegen Theroux:

‘“Weet u wel wat jullie noorderlingen ons hebben aangedaan?” Ik zei, alsof ik een chagrijnig kind toesprak: “Ik heb u persoonlijk niets aangedaan. Het Zuiden scheidde zich af. Het Noorden reageerde. Eind goed, al goed.” “Jullie hebben ons uitgehongerd,” zei de vrouw. “Jullie hebben ons gedwongen ratten te eten.”
“Het verleden is er niet dood,” citeert Theroux William Faulkner als hij over de zuidelijke staten spreekt, “het verleden is er niet eens voorbij.”’

Het is een genot om Theroux’ gesprekken, opgetekend tijdens het praten met zijn notitieblok in de hand, mee te beleven. Tijdens het lezen heb ik me steeds in bewondering af zitten vragen hoe je dat doet, eerst een goede gesprekspartner tegen het lijf lopen en vervolgens rond die personages een mooi verhaal beitelen. Trefzeker zet Theroux ze in een paar woorden neer.Autowasser Robert Locklear uit Lumberton ziet er ongezond uit, ‘zijn slappe rokersgezicht getekend als een beschuitbol’. Dominee Johnson in Greensboro houdt een opzwepende preek waarbij zijn gemeenteleden hem toejuichen ‘alsof ze naar een man riepen die worstelde om de kust te bereiken.’

Aan het slot van zijn reis en van dit leerzame en tegelijk heerlijke boek komt Theroux terug op die mensen (Naipaul) die hadden gezegd dat je maar liever de boeken over het diepe zuiden moest lezen.

‘Ik zeg: negeer de boeken en ga erheen. Het diepe Zuiden van vandaag staat niet in de boeken, dat zit in de mensen daar, en die mensen zijn gastvrij, ze zijn spraakzaam, en als ze je mogen, zullen ze je hun verhalen vertellen. In het diepe Zuiden voelde ik me een gezegende reiziger in een veronachtzaamd gebied.’

Godeke Donner studeerde Nederlandse Letterkunde en Algemene Literatuurwetenschap en schreef boekrecensies voor verschillende kranten.

pro-mbooks1 : athenaeum