Humor in Viet Thanh Nguyens De sympathisant, vertaald door Paul Bruijn en Jetty Huisman

18 mei 2017
| | | | |

Paul Bruijn en Jetty Huisman vertaalden Viet Thanh Nguyens met de Pulitzer Prize bekroonde romandebuut De sympathisant. Wij vroegen hen hun werk toe te lichten - en ze vertelden over de humor in het boek.

De (naamloze) verteller in de roman De sympathisant is een dubbelspion die voortdurend een loyaliteitsconflict heeft. Hij is adjudant van een Zuid-Vietnamese generaal, maar spioneert voor het communistische noorden. Hij heeft het vermogen elk onderwerp van twee kanten te bekijken – de vraag of dat talent een vloek is of een zegen wordt in het boek beantwoord – iets wat zich uit in allerlei vormen van humor: scherpe spitsvondigheden, hilarische grappen en woordspelingen.

Humor bij groot gevaar

In de meest dramatische omstandigheden, als de dood niet ver weg is, komt hij tot bizar geestige beschrijvingen van de mensen om hem heen. Als Saigon in 1975 valt en Vietnamezen die met voldoende geld en/of de juiste connecties met duizenden samendrommen op het vliegveld in de hoop een plekje te bemachtigen op de laatste vlucht het land uit, beschrijft hij drie prostituees, Mimi, Phi Phi en Ti Ti, die ook proberen te vluchten, want ze kunnen hun werk toch niet meer doen als de communisten straks aan de macht zijn. Zoals een van hen het hem uitlegt: ‘In een communistisch land mag je toch niks kopen of verkopen? Niet met winst, in elk geval, en lieverd, niemand mag gratis van deze mango eten, communisme of geen communisme.’

Verderop in het verhaal, als hij verliefd is op een vrouw en wél gratis de liefde bedrijft, herinnert hij zich de eerste keer dat hij gratis seks heeft gehad met iets of iemand anders dan hijzelf. ‘Mijn eerste onnatuurlijke daad beging ik op met mijn dertiende met een pijlstaartinktvis waar de ingewanden uitgehaald waren. Ik had hem uit mijn moeders keuken gestolen, waar hij met zijn metgezellen lag te wachten op een passend lot. O, arme, onschuldige, stomme inktvis! Je was zo lang als mijn hand, en als je was ontdaan van kop, tentakels en ingewanden had je de pasvorm van een condoom, niet dat ik toen wist wat dat was.’ Waarna het verhaal verder gaat met een hilarisch verslag van hoe hij uiteindelijk ervoor zorgt dat de bezoedelde inktvis niet door zijn moeder maar door hemzelf wordt opgegeten als het feestmaal op tafel verschijnt.

Ook zijn metaforen krijgen in het zicht van gevaar een humoristische ondertoon: ‘Daarna hoefde er niets meer te worden gezegd, onze kameraadschap was genoeg terwijl we de roep van de katjoesjaraketten ter harte namen, die in de verte sisten als bibliothecaressen die om stilte vroegen.’

Cognac over het hart – hoe behoud je de humor?

En dan Nguyens woordgrapjes, al dan niet subtiel: de verteller beschrijft een optreden van een zangeres in een gevaarlijk tenue, ‘een bustier van rood fluweel, een minirok in luipaardmotief, zwartkanten handschoenen en leren laarzen tot ver boven de knie met stilettohakken’.

My heart would have paused at the boots, the heels, or the flat, smooth slice of her belly, naked in between miniskirt and bustier, but the combination of all three arrested my heart altogether and beat it with the vigor of a Los Angeles police squad. Pouring cognac over my heart freed it...

Met dat hart komen we er niet uit, maar als we uitwijken naar een ander beeld wel:

Afzonderlijk zouden de laarzen, hakken en het vlakke, soepele reepje naakte huid tussen minirok en bustier me de adem al hebben benomen, maar alle drie bij elkaar knepen ze me de keel met de kracht van een politie-eenheid in Los Angeles helemaal dicht. Een slok cognac wist hem weer open te krijgen...

Flauw? Misschien, maar als de auteur grapt, grappen wij natuurlijk mee. Trouwens, voor de verteller is humor tenslotte bittere noodzaak. Aan het eind van het boek, na veel pijn en lijden, blijkt alles te draaien om dé grap. Als vertalers die zelf ook de neiging hebben te pas en soms te onpas humor als afweer en smeermiddel in te zetten, voelden wij ons bij deze schrijver zeer op ons gemak.

Jetty Huisman studeerde in 2015 af aan de Vertalersvakschool in Amsterdam. Ze vertaalde werk van onder anderen Marguerite Poland, Carol Anshaw en Charlotte Wood.

Paul Bruijn vertaalde eerder werk van Dan Chaon, Nathan Englander, Claire Messud en Marisha Pessl. Hij lichtte eerder zijn vertalingen van Sinclair Lewis en Christos Tsiolkas voor ons toe, en de vertalingen met Molly van Gelder van Harruna Attah en Edna O'Brien.

Humor in Viet Thanh Nguyens De sympathisant, vertaald door Paul Bruijn en Jetty Huisman

Delen op

pro-mbooks1 : athenaeum