Leesfragment: Vrouwen rondom Johan de Witt

08 maart 2024 , door Ineke Huysman en Roosje Peeters
| | | |

Vandaag, op 8 maart, Internationale Vrouwendag, in onze boekhandels: Vrouwen rondom Johan de Witt, samengesteld door Ineke Huysman en Roosje Peeters. Lees bij ons de eerste pagina’s uit Ineke Huysmans Inleiding en koop dat boek!

Raadpensionaris Johan de Witt (1625-1672) is een van de grootste staatsmannen die ons land ooit heeft gekend. Zijn archief bevat veel brieven van en aan vrouwen, een aspect dat tot nu toe onderbelicht is gebleven. De bundel Vrouwen rondom Johan de Witt duikt in deze vergeten correspondentie. Van familieleden en bedienden tot adellijke dames en literaire figuren; hun brieven variëren in toon en inhoud, maar alle bieden ze een nieuw perspectief op de sociale en politieke dynamiek van de zeventiende eeuw.

Deze bundel bevat een zorgvuldig samengestelde selectie van dertig brieven, waarvan de meeste door vrouwen zijn geschreven. Ze belichten niet alleen de persoonlijke en huishoudelijke aspecten van hun leven, maar ook hun betrokkenheid bij culturele, financiële, militaire en politieke zaken. Elk hoofdstuk bevat een door een expert vertaalde brief, voorzien van een inleiding en illustraties, die samen een rijk en genuanceerd beeld schetsen van die woelige tijd.

Vrouwen rondom Johan de Witt is niet alleen een waardevolle bron voor academici, maar ook voor een algemeen publiek met interesse in de Nederlandse geschiedenis. De bundel toont aan hoe boeiend en gevarieerd de correspondentie van Johan de Witt was en hoe belangrijk het is dat de vrouwen uit zijn tijd ook een stem krijgen.

 

Brieflezende vrouw, Gabriël Metsu, ca. 1658-1661, The Leiden Collection. Uit: Vrouwen rondom Johan de Witt
Brieflezende vrouw, Gabriël Metsu, ca. 1658-1661,
The Leiden Collection.

 

Inleiding

Johan de Witt, geboren te Dordrecht in 1625, was het boegbeeld van de Nederlandse politiek tijdens het Eerste Stadhouderloze Tijdperk. Als raadpensionaris zorgde hij van 1653 tot 1672 voor stabiliteit en economische groei in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, al moest hij ook buitenlandse militaire en maritieme bedreigingen het hoofd bieden. Zo waren er twee grote oorlogen met Engeland, die werden afgesloten met de Vrede van Westminster (1654) en, mede dankzij de geslaagde tocht naar Chatham, de Vrede van Breda (1667). Als gevolg van de Akte van Seclusie, getekend na de Vrede van Westminster, hield De Witt de Oranjes op het politieke vlak buiten de deur, terwijl hij toch banden met hen onderhield via personen als Amalia van Solms en Mary Stuart.
De Witt was getrouwd met Wendela Bicker, afkomstig uit een vooraanstaande Amsterdamse familie. Samen kregen ze acht kinderen, waarvan er vijf volwassen werden. Naast politiek had hij een grote interesse voor wetenschap en was hij bevriend met onder anderen Christiaan Huygens, met wie hij zijn passie voor wiskunde deelde.
In 1672, het Rampjaar, sloeg het noodlot toe. De Republiek werd aangevallen door Frankrijk, Engeland en twee Duitse bisschoppen. De publieke opinie keerde zich tegen De Witt en zijn broer Cornelis, die op 20 augustus op brute wijze werden vermoord door Oranje-aanhangers.
Na zijn gewelddadige dood in 1672 werden de documenten van de raadpensionaris in beslag genomen. Dit had als gevolg dat vrijwel zijn complete archief bewaard is gebleven. Het beslaat meer dan 37,5 meter plank in het Nationaal Archief en bevat ongeveer 25.000 brieven.1 Tot op heden is slechts vijftien procent van deze correspondentie in druk verschenen. Bekende bronnenuitgaven zijn de zesdelige reeks van Hendrik Scheurleer en de zesdelige editie van Robert Fruin, Nicolas Japikse en Gerhard Kernkamp. Deze uitgaven, hoewel waardevol, vertegenwoordigen slechts een fractie van De Witts correspondentie en zijn gekleurd door de interesses van de samenstellers.

Scène op een binnenplaats, Ludolf de Jong, ca. 1660, Metropolitan Museum of Art, New York. Uit: Vrouwen rondom Johan de WittScène op een binnenplaats, Ludolf de Jong, ca. 1660,
Metropolitan Museum of Art, New York.

Om de correspondentie van De Witt digitaal toegankelijk te maken, wordt er samengewerkt tussen het Huygens Instituut (afdeling NL-Lab), de Johan de Witt Stichting en Oxford’s Early Modern Letters Online (EMLO). De eerste 15.000 brieven van De Witt zijn al online beschikbaar gesteld.2 Ook wordt nieuwe technologie ingezet om het archief verder te ontsluiten. Zo wordt er gebruik gemaakt van automatische handschriftherkenning om grote hoeveelheden tekst snel te verwerken en doorzoekbaar te maken.

Vrouwen rondom Johan de Witt

In de omvangrijke correspondentie van De Witt bevinden zich talrijke brieven van en aan vrouwen, waaraan tot nu toe in de geschiedschrijving weinig aandacht is besteed. In eerdere edities is slechts 15% van de correspondentie van De Witt met vrouwen gepubliceerd.
Over het algemeen was de mate van geletterdheid en scholing onder vrouwen in de zeventiende-eeuwse Republiek lager dan die van mannen. Terwijl het onderwijssysteem van die tijd overwegend was afgestemd op jongens, met een curriculum dat zich vaak richtte op beroepstraining en klassieke studies, vormden vrouwen als Anna Maria van Schurman zeldzame uitzonderingen als hoogopgeleide individuen. Meisjes uit welgestelde families kregen thuis onderwijs in vaardigheden die als ‘vrouwelijk’ werden beschouwd, zoals borduren en muziek, maar soms ook rekenen, lezen (in de Bijbel) en schrijven in het Nederlands en Frans. Zo schreef Johan aan zijn dochter Anna, toen zij uit logeren was, dat zij nog wel wat langer mocht blijven, zolang zij bleef oefenen ‘in schrijven, cijfers, lesen in het Oude ende Nieuwe Testament’ (p. 263). Hiermee onderstreepte De Witt het belang dat hij hechtte aan onderwijs, ook voor zijn dochters. Interessant is dat vrouwen vaak betrokken waren bij de verspreiding van literatuur, zowel in de rol van schrijver als in de rol van lezer. Zo was Sara Janssonius werkzaam in het boekwezen en stuurde zij Johan de Witt een werk dat aan hem was opgedragen (p. 189).
In de vroegmoderne tijd was briefschrijven voor veel vrouwen, uitgesloten van formeel onderwijs en bestuur, een belangrijk medium om te netwerken en invloed uit te oefenen. Deze correspondenties bevatten meer dan alleen persoonlijke of huishoudelijke zaken en hadden invloed op de culturele en politieke stromingen van die periode. Ondanks hun belang zijn deze brieven in de geschiedschrijving vaak genegeerd, wat heeft geleid tot een onvolledig historisch beeld. Daarom is er een dringende behoefte om meer aandacht aan correspondenties van vrouwen te besteden en de brieven digitaal toegankelijk te maken. Dit geldt ook voor de correspondentie van Johan de Witt met vrouwen. Tot nu toe lag in de geschiedschrijving de focus op zijn mannelijke contacten, terwijl vrouwen ook een rol speelden in veel kwesties die hij met mannen besprak. De bundel Vrouwen rondom Johan de Witt is een uitstekend startpunt voor verder onderzoek naar de rol van vrouwen in het culturele en politieke leven van de vroegmoderne tijd.
Deze bundel verschijnt als een uitvloeisel van de online publicatie van de correspondentie van Johan de Witt. Eerder verschenen al: Johan de Witt en Engeland, Johan de Witt en Frankrijk en Johan de Witt en het Rampjaar. Zowel voor de academische wereld als voor een breder publiek laten de geïllustreerde bloemlezingen zien hoe boeiend en gevarieerd De Witts correspondentie is. De leden van het Johan de Witt-team hebben met enkele andere experts ieder een tot de verbeelding sprekende brief uit de collectie geselecteerd en bewerkt. De brieven zijn voorzien van een afbeelding van het origineel, een introductie waarin de bewerkers de vrouwelijke correspondent en de context van de brief beschrijven, een hertaling en illustraties. De transcripties, die de basis vormen van ieder hoofdstuk, zijn online beschikbaar gesteld en gekoppeld aan de gedigitaliseerde brieven in EMLO. Alle brieven in de bundel zijn daarin op te roepen. Van de personen die in de tekst en de brieven worden genoemd, zijn de levensjaren in het register opgenomen.
De bloemlezing bevat uiteraard maar een fractie van wat zich in de totale collectie bevindt. Voor deze bundel zijn 31 brieven uitgekozen: 25 geschreven door een vrouw aan De Witt en vier van De Witt aan een vrouw. Twee uitzonderingen zijn een brief van wonderdokter Arnoldus Fey, gericht aan Wendela Bicker en een brief van Maria van Berckel aan Johanna de Witt. Voor de samenstelling van deze bundel is een uitgebreide verzameling van circa zevenhonderd brieven bestudeerd, die Johan de Witt met 125 verschillende vrouwen heeft uitgewisseld. Daarvan zijn vijfhonderd brieven geschreven door vrouwen aan De Witt, wat neerkomt op 3,3% van de in totaal 25.000 brieven. Daarnaast zijn ongeveer tweehonderd brieven door De Witt aan vrouwen geschreven, ofwel 3,1% van zijn 6.300 verzonden brieven. Dit betekent niet dat er geen aanvullende correspondentie heeft plaatsgevonden. De Witt had de gewoonte om bovenaan een ontvangen brief te noteren of hij die had beantwoord. Het valt echter op dat deze antwoorden soms afwezig zijn in zijn archief met minuten (conceptbrieven). Hoewel er enorm veel brieven bewaard zijn gebleven, heeft De Witt er dus ongetwijfeld nog veel meer geschreven.

Vrouwelijke correspondenten

De vrouwelijke correspondenten van de raadpensionaris waren afkomstig uit alle lagen van de bevolking. Van naaste familie en verre verwanten tot bedienden, van de vrouwen van collega-regenten en adellijke dames, tot vrouwen en moeders met militaire connecties en vrouwen actief in religieuze of literaire kringen: allemaal schreven ze met Johan de Witt. De meeste brieven zijn in het Nederlands geschreven, behalve die van en aan de adellijke vrouwen, die vrijwel altijd in het Frans, de gangbare hoftaal, zijn gesteld. Opmerkelijk is dat de handschriften enorm variëren, soms zijn ze prachtig en lijken ze wel bijna gekalligrafeerd, soms zijn het strenge hanenpoten (p. 145) of schrijven de vrouwen juist heel klein (p. 20). Ook zijn er aandoenlijke brieven van Johans dochters, die hun vader laten zien hoe goed ze al kunnen schrijven en de (Franse) taal beheersen (p. 19 en p. 263). In sommige gevallen gebruikten de vrouwen de diensten van een professionele briefschrijver als zij zelf niet konden schrijven, hulp nodig hadden bij het vinden van de juiste formuleringen, of niet aan hun handschrift herkend wilden worden (p. 99 en p. 237).

Top 10 van brieven van vrouwen aan De Witt aantal brieven
1 Johanna de Witt (zus) 52
2 Louise Christina van Solms (douairière van Brederode) 40
3 Wendela Bicker (echtgenote) 26
4 Maria van de Corput (tante) 24
5 Maria de Witt (zus) 23
6 Anna de Witt (dochter) 17
7 Geertruida van Zelst (gravin van Benthem) 16
8 Cornelia van de Corput (tante) 12
9 Sophia Margaretha van Nassau-Siegen (adellijke vriendin) 11
10 Albertine Agnes van Oranje-Nassau
(weduwe Willem Frederik van Nassau-Dietz)
10

 

In de groep vrouwen met de meeste bewaarde brieven áán De Witt zijn zowel familieleden als adellijke dames vertegenwoordigd. Bovenaan staat zijn oudste zus, Johanna de Witt. Met haar wisselde Johan brieven uit over van alles: van dagelijkse beslommeringen tot politieke zaken (p. 91). Op de tweede plaats staat verrassend genoeg een adellijke dame, Louise Christina van Solms. Zij was de echtgenote van Johan Wolfert van Brederode, de hoogste edele van Hollandse Ridderschap. De Witt had een vertrouwelijke band met Johan Wolfert en na diens dood bleef hij in contact met Louise Christina. Ze schreven vooral over erfeniskwesties en militaire benoemingen (p. 117). Wendela Bicker, Johans vrouw, staat op nummer drie. Ze zagen elkaar natuurlijk dagelijks en ze schreven elkaar dus alleen als een van de twee onderweg was; bijvoorbeeld als Johan met de vloot mee was of Wendela bij haar familie in Amsterdam verbleef (p. 83).

Top 10 van brieven aan vrouwen van De Witt aantal brieven
1 Johanna de Witt (zus) 24
2 Amalia van Solms (weduwe stadhouder Frederik Hendrik) 11
3 Maria van de Corput (tante) 8
4 Christina de Graeff (aangetrouwde nicht) 8
5 Maria van Berckel (schoonzus) 7
6 Maria de Witt (zus) 6
7 Louise Christina van Solms (douairière van Brederode) 6
8 Anna van den Burch (aangetrouwde nicht) 5
9 Jacoba Bicker (schoonzus) 5
10 Sophia Margaretha van Nassau-Siegen (adellijke vriendin) 3

 

Bij de uitgaande brieven staat Johans zus Johanna de Witt ook bovenaan. Opvallende andere personen (die in de top tien van brieven van vrouwen áán Johan ontbreken) zijn prinses-douairière Amalia van Solms, tante Christina de Graeff, schoonzus Maria van Berckel, nicht Anna van der Burch en schoonzus Jacoba Bicker. Deze bundel bevat een brief van of aan de meeste van deze vrouwen. Dat geldt niet voor Christina de Graeff, aan wie De Witt acht brieven schreef. Zij schreef er twee aan hem. Hun correspondentie gaat vooral over financiële zaken. De zeer vermogende Christina was de weduwe van Jacob Bicker, Wendela’s oom; later werd zij opnieuw weduwe van Pieter Trip. Voor een brief van Anna van der Burch was eveneens geen plaats meer. Zij was de weduwe van Gerard van Hoogeveen, neef van Johan en schout van Leiden. Kort na het overlijden van Wendela schreven De Witt en Anna elkaar een aantal malen over logeerpartijtjes van zijn dochter Anna bij haar in Leiden.

Agneta de Witt aan Johan de Witt, 21 mei 1670: NA, 3.01.17, 3287.Agneta de Witt aan Johan de Witt, 21 mei 1670: NA, 3.01.17, 3287.

Maria de Vallée aan Johan de Witt, 6 januari 1656: NA, 3.01.17, 3180.
Maria de Vallée aan Johan de Witt, 6 januari 1656: NA, 3.01.17, 3180.

[…]

 

© De auteurs en Uitgeverij Catullus, Soest

pro-mbooks1 : athenaeum