Leesfragment: Moderne natuur

25 januari 2024 , door Derek Jarman
|

31 januari verschijnt de Nederlandse vertaling door Henny Corver en Nico Groen van Derek Jarmans Modern Nature: The Journals of Derek Jarman: Moderne natuur. Aantekeningen uit een tuin aan de rand van het bestaan. Mét een voorwoord van Olivia Laing. Lees bij DasMag haar voorwoord, en bij ons zijn aantekeningen van januari 1989, en reserveer je boek.

De buikband om het boek lijkt misschien normaal, maar dat is hij zeker niet: er zitten namelijk zaadjes in. Plant de buikband in de grond en krijg er veldplanten voor terug! Nadat hij in 1986 met hiv werd gediagnosticeerd, koopt de Britse filmmaker en schrijver Derek Jarman (1942-1994) een stuk land met een houten huisje aan de kust van Kent. De houten muren schildert hij pikzwart, de felgele kozijnen laat hij intact, en in de kiezels rond het huis onder de rook van de kerncentrale van Dungeness begint hij aan zijn droomtuin.

Niet alles wat Jarman plant overleeft de felle wind en het opspattende zeewater, maar toch bloeit er genoeg op en ontstaat er in de woestenij een tuin van indrukwekkende schoonheid. Terwijl zijn gezondheid steeds verder achteruitgaat, blijft Jarman zijn dagen in Dungeness tegen de klippen op vastleggen. In zijn dagboeken beschrijft hij hoe hij de tuin aanlegt waar hij zijn hele leven al naar verlangde, en blikt hij terug op zijn leven: zijn jeugd in een conservatief gezin, zijn tijd als jonge, homoseksuele man in het Londen van de jaren zestig, en zijn tegendraadse kunstenaarscarrière.

Tegenwoordig is Jarmans tuin een bedevaartsoord voor tuin- en kunstliefhebbers van over de hele wereld – en Moderne natuur een klassieker die lezers al decennialang mensen troost en hoop biedt. Nu is er voor het eerst een Nederlandse vertaling: dit prachtige, levenslustige dagboek over een tuin aan de rand van het bestaan.

Derek Jarman (1942-1994) was een Britse schrijver, kunstenaar en avant-gardistisch filmmaker. Hij bleef zich fel inzetten voor homorechten en was kritisch op de Britse politiek tot zijn aan arbeidsgerelateerde overlijden in 1994. Zijn werk, maar in het bijzonder Prospect Cottage – Jarmans houten huis omringd door een in kiezels opgetrokken bloemenzee aan de kust van Kent – blijft kunstenaars en kunstliefhebbers over de hele wereld inspireren.



 

Januari

Zondag 1

Prospect Cottage, met zijn zwartgeteerde planken, staat op het kiezelstrand aan de kust bij Dungeness. Tachtig jaar geleden werd het gebouwd aan de rand van de zee; vele jaren geleden dreigden golven die bulderend tot aan de voordeur rolden het in een stormnacht te verzwelgen... Nu heeft de zee zich teruggetrokken en kiezelstroken achtergelaten. Vanuit de lucht kun je ze duidelijk zien; vanaf de vuurtoren op het puntje van de Ness waaieren ze uit als hoogtelijnen op een kaart.
Prospect staat met de voorkant naar de opkomende zon, met een weg ervoor die zilverkleurig schittert van de zeevlam. Een donkergroen bremstruikje steekt uit het vlakke, okerkleurige kiezelstrand. Erachter, aan de waterlijn, de silhouetten van een warboel van hutten en vissersboten en een lang geleden verlaten bakstenen krot, als een bunker die onder een rare hoek is scheefgezakt; jaren geleden werden er visnetten in gekookt, in een amberkleurig conserveringsmiddel.
Er zijn geen muren en geen schuttingen. De grens van mijn tuin is de horizon. In dit desolate landschap wordt de stilte slechts verbroken door de wind en door kibbelende meeuwen rond de vissers die de middagvangst binnenbrengen.
Er is hier meer zonlicht dan waar ook in Groot-Brittannië; dat en de constante wind veranderen de kiezelvlakte in een steenwoestijn waar alleen de taaiste grassen voet aan de grond krijgen, die op hun beurt de weg plaveien voor saliegroene zeekool, blauw slangenkruid, rode klaproos en geel vetkruid.
Tussen de kiezels huizen leeuweriken. In de lente heb ik er wel een stuk of tien geteld die hoog in de lucht zongen, onzichtbaar in de blauwe hemel. Groepjes groenlingen snorren voorbij in een soort slinger, in de greep van een stevige bries. Bij laagtij trekt de zee zich terug en onthult een brede zandbank waarboven laag overvliegende zeevogels als kwikzilver lijken te verdwijnen. Meeuwen foerageren naast vissers die zeepieren steken. Als er ’s winters een storm opsteekt, scheren aalscholvers over de golven die langs de Ness razen en lukraak stenen de steile helling op slingeren.
Het uitzicht vanuit mijn keuken achter in het huis wordt aan de linkerkant begrensd door de oude vuurtoren van Dungeness en de ijzergrijze kolos van de kerncentrale. Ervoor vormen donkergroene brem en gaspeldoorn met zijn felgele bloemen eilandjes tussen de kiezels, die eindigen bij een struikachtig bosje van grauwe wilgen en essen, in hun groei gestuit en kromgebeukt door de stormwind.
Midden in het bosje staat een dorre perenboom die al een eeuw verwoede pogingen doet een meter of drie hoog te worden; aan de voet ligt een tapijt van viooltjes. Knoestige hondsrozen houden de wacht voor dit verscholen oord, waar op rustige zomerdagen bruine zandoogjes en blauwtjes met honderden tegelijk samenkomen, fladderend langs brandnetels die zwart zien van de vossenrupsen.
Hoog in de lucht zweeft een eenzame havik, terwijl ver weg aan de blauwe horizon de grote toren van de middeleeuwse kerk van Lydd, de kathedraal van het drasland, oplost en weer opdoemt in de zinderende lucht.

~

Er bloeit een hemelsblauwe bernagieplant, die deel uitmaakt van een kluitje dat spontaan is opgeschoten bij de achterdeur. Als het ’s ochtends vroeg vriest hangt hij, maar hij richt zich snel weer op: ‘Van mij, bernagie, word je blij.’

Donderdag 5

De eerste krokus bloeit in de voortuin, een van de bollen die ik vorig jaar her en der in kuiltjes turf tussen de kiezels heb geplant. Hij heeft er de hele ochtend over gedaan om zich te openen en wist uiteindelijk het zonlicht te vangen toen de zon achter het huis verdween.

Maandag 9

Rozen geplant – Rugosa double de Coubert Harrisonii, Rosa mundi – een selectie oude soorten, aangeschaft bij Rassells in Earls Court. Als ik klaar ben, zullen er ruim dertig in groepjes verspreid in de tuin staan, maar zoveel mogelijk zonder de ruigheid geweld aan te doen.
Ik kwam in de schemering bij de kwekerij aan, op het pleintje onder de platanen: het is er heel romantisch. Wanneer je in het toenemende duister tussen de rijen planten loopt en de verwerende foto’s boven elke plant ziet, verzink je in dromen over lange zomerdagen. Rosa mundi, ‘roos van de wereld’, met zijn karmijnrood-met-roze gestreepte bloemen, een oude mutant van de apothekersroos, Rosa gallica Officinalis, de ‘Provins rose’. Die werd door een twaalfde-eeuwse kruisvaarder meegebracht en Guillaume de Lorris maakte haar onsterfelijk in zijn dichtwerk Roman de La Rose. Toen ik mijn rozen wilde afrekenen, trof ik mijn oude vriend André achter de kassa. Hij moest lachen om het idee van mijn wilde tuin.

Maandag 16

Een tweede hulststruik is opgegeten door een vraatzuchtig konijn dat de stam dwars heeft doorgeknaagd om de blaadjes waar hij niet bij kon te verschalken. Ik heb het weinige dat ervan over is teruggesnoeid. Vorig jaar, nadat ik hem had verplant vanuit zijn knusse bed landinwaarts, verloor hij al zijn blad tijdens een ijskoude oostenwind; de zwarte resten kwamen langzaam weer tot leven.
Die hulststruiken waren mijn eerste planten; ik kweekte ze op in grote, tussen de kiezels ingegraven kuipen. Ik putte hoop uit het gegeven dat ze aan de andere kant van de Ness groeien, bij Holmstone.
Deze oeroude bomen, door de wind in angstaanjagende vormen gedwongen, worden voor het eerst door Leland genoemd in zijn Itineraries; daarin zegt hij dat ‘sy voghels aenlokken ende er doeden veele’.

Woensdag 18

Verdergegaan met rozen planten: Rosa Foetida bicolor, nog een oude roos, sinds de twaalfde eeuw geteeld in het Midden-Oosten, met enkelvoudige, felgeel-met-rode bloemen, en Cantabrigiensis, zachtgeel, in de jaren dertig ontdekt in de botanische tuin van Cambridge.
Een heldere, zonnige dag; door het broeikaseffect verdwijnt de winter.
Om twaalf uur werd een lading mest uit de plaatselijke manege bezorgd. Toen ik die wegschepte, merkte ik hoe zwak ik ben. Het kostte me grote moeite de joviale boer uit Glasgow bij te houden, die halverwege de zestig moet zijn geweest. Omdat ik geen kruiwagen heb moest ik de hele dag zware zakken sjouwen om maar een derde van de lading door de tuin te vervoeren. De mest kostte 24 pond; de hele onderneming – mest en rozen – heeft me rond de tweehonderd pond gekost en maakt me blij. Rond theetijd had ik overal zo’n pijn dat ik het welletjes vond. Om halfvijf zonk de zon achter de kerncentrale.

~

Aan weerszijden van de voordeur liggen twee strakke bloembedden van elk vier meter lang en driekwart meter breed. Ze zaten vol oude brokken beton en kapotte bakstenen, die ik er zorgvuldig uit heb gehaald en heb gebruikt om de oprijlaan te verstevigen. Auto’s zakken gemakkelijk weg in de kiezels en moeten er dan uit worden gesleept.
Bij laagtij zoek ik grote, langwerpige vuurstenen die na een hevige storm bloot zijn komen te liggen en die ik als drakentanden rechtop in de bedden zet. Vóór de bedden vormen twee kleine cirkels van in totaal twaalf stenen een primitieve zonnewijzer. Ondanks de droge zomers doen de bloembedden het goed. Een beetje mulch helpt.
Wat er in de bloembedden groeit: huislook- en sedumsoorten, Engels gras, anjer, steenbreek, blaassilene, muurbloem, lis, goudsbloem, kerrieplant, wijnruit, kamille, akelei, klaproos, heiligenbloem, waterkers… en damastbloem, die met haar hemelse geur in de avond nachtvlinders lokt om nectar te komen drinken.

Donderdag 19

Heb bij een krijtwitte maan rond zonsondergang een stevige scheut onder aan een vlierstruik bij de Long Pits afgesneden; heb hem pal voor het keukenraam geplant, naast de duinroos.
Heb zo’n zelfde stek afgelopen maart tegen de keukenmuur geplant; hij schoot omhoog en was aan het einde van de zomer ruim zestig centimeter hoog.
Op de Ness hebben vlierstruiken de vorm van compacte piramides van een meter of drie hoog; om de kilometer zie je er een stuk of drie, vier. Door het zoute stuifwater verschroeien ze snel, maar afgezien daarvan lijken ze in hun nopjes; ze zijn dit jaar flink gegroeid, de knoppen staan op springen.
Vlieren houden heksen op afstand, en als ze dicht bij een huis groeien mogen ze nooit met wortel en tak worden verwijderd.

Dinsdag 31

Mijn zevenenveertigste verjaardag.
De zeemist klaarde op en het werd een heldere, zonnige dag. Toen ik door de tuin liep zong er een leeuwerik. Voor het huis staan de krokussen in bloei en de narcissen hebben knoppen. De rozen krijgen al blaadjes. Een van de rozemarijnstruiken bloeit en de bolvormige zaadjes van de zeekool ontkiemen.
Na de lunch heb ik met alleen een trui aan een uur in de tuin gezeten, wat ik op mijn verjaardag nog nooit heb gedaan, want dat was altijd een koude, grijze dag.

~

Een handvol zeekoolzaailingen her en der in de tuin geplant, ze groeien snel: binnen een jaar zijn het weelderige planten; hun grote grijsgroene bladeren vangen de zomerdauw, net parels; ze zijn zo volmaakt dat roofzuchtige rupsen ze niet kunnen schenden. Ze vormen een zoom langs de zee, waar ze met hun frullerige bladeren tussen de aangespoelde rommel de cancan dansen. In deze tijd van het jaar zijn ze bijna onzichtbaar, maar als je goed kijkt, zie je dat de stevige paarse bladeren al beginnen te ontspruiten. In april worden die zeegroen, dat op zijn beurt in juni zal worden bedolven onder een schuim van witte bloesem.

 

Copyright © The Keith Collins Will Trust, Derek Jarman 1991
© Voorwoord: Olivia Laing, 2018
© Nederlandse vertaling: Henny Corver en Nico Groen, 2024

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum