Leesfragment: De verliefde engel

09 april 2024 , door Bart Koubaa
|

16 april verschijnt de nieuwe roman van Bart Koubaa, De verliefde engel. Wij volgen zijn grillige oeuvre vanaf Vuur en zijn succesroman De leraar, en publiceren graag voor. Lees een fragment en reserveer!

Bart Koubaa worstelt in het aangrijpende De verliefde engel met de levensvraag: wat kan of moet ik doen? In de zomer van 2022 reist Bart Koubaa met zijn gezin naar New York. Tijdens een bezoek aan het hoofdkwartier van de Verenigde Naties op Manhattan wordt hij door de viceambassadeur van België, een jeugdvriend van zijn vrouw, uitgenodigd achter het spreekgestoelte te gaan staan waar de persconferenties van de Veiligheidsraad plaatsvinden. Terwijl zijn dochter hem fotografeert, wordt hij met stomheid geslagen. Zijn gedachten zijn bij Safia Nazir, een Afghaans meisje dat door haar vader aan een oom werd verkocht. Ik moet iets doen, denkt hij als hij wat later weer in de stad rondloopt, en hier is alles mogelijk.

De verliefde engel is een poëtische reddingsactie van een meisje dat de moeite van het redden waard is.



 

Manhattan of de ontdekking van de werkelijkheid, zomer

 

1

1 Toen Afghanistan nog aan de zee lag,
lang voor hij op aanraden van Laïla Koubaa
een gedicht begon te schrijven,
bevolkten bacteriën het zilte water
die het zonlicht aanbaden
en daarvoor dankbaar kalk teruggaven.
Zo werd laag na laag gevormd,
op de bodem van het ondiepe blauw
waaruit alle magie ontstond:
de tijd en de kalksteen
die de wereld innerlijk bijeenhielden.

2 Maar toen de eerste vogels
aarzelend met hun vleugels klapten,
terwijl een zichtbare en twee verborgen manen
rond de aarde draaiden,
herinnerden de continenten zich de oerknal,
die alles wat één was uit elkaar haalde,
en openden grillige opwellingen
in de aardmantel een wilde oceaan
tussen Afrika en India en Antarctica,
waardoor Afrika en Europa
uiteen werden getrokken.

3 En een hooggebergte verrees,
van de Pyreneeën over de Alpen,
de Karpaten en de Dinarische Alpen,
over de Taurus, de Kaukasus en de Pontus
tot de Zagros, de Hindoekoesj,
de Karakoram en de Himalaya,
en midden in deze gordel
besloten kleine continenten, elk met hun eigen logica,
zich samen te voegen tot Afghanistan,
waar de oeroude kalksteen uit de zee
door lukrake botsingen opwaarts werd geduwd.

4 Maar ook het magma,
vloeibaar gesteente diep onder de aardkorst,
tartte de wetten van de zwaartekracht
en duwde zijn verzadigde vloeistoffen
door spleten en breuklijnen omhoog,
waardoor het de koude kalksteen de adem ontnam
en hem oploste, waarna hij,
zoals een rups een vlinder wordt,
uitkristalliseerde tot een ertsrijk gesteente
dat miljoenen jaren wachtte
om ontdekt te worden.

5 De blauwe steen, zich diep verschuilend
in de Sar-i-Sangmijnen
tussen de onverzettelijke bergen in de vallei
waar de Kokcha haar weg
naar de Amu Darja zocht,
werd 3600 jaar voor de geboorte van Zarathustra
blootgelegd door mannen
die verkleumd maar onverschrokken
in een schacht waren afgedaald
en verwonderd de witte, dooraderde steen
met fakkels beschenen.

6 En toen de fakkels onverwachts doofden,
bouwden ze met sprokkelhout een kleine tipi
die ze vulden met steppegras dat ze in hun nederzetting
hadden geoogst en gedroogd,
en een van hen schraapte een vuursteen
langs het vuurslag tot een kleine vonk
als een meisje in het gras sprong,
zonder de vuurgoden te beledigen,
en toen de vlammen wapperden
als de staarten van hun uitgeruste paarden
werden de fakkels weer aangestoken.

7 In de stukken witte kalksteen
die ze geestdriftig met hamers
van de rotswanden lossloegen
openbaarden zich grillige blauwe vlekken,
waardoor de doffe kloppen kortstondig verstilden.
Ook diep onder de grond
keken ze naar de hemel,
en wezen ze naar het helblauw
waarin gouden spikkels schitterden
die hun ogen verbonden
tot leeuwen en vissen en boogschutters.

8 De mannen vulden hun zadeltassen
met de brokken blauwe steen
en trokken door snijdende sneeuwstormen,
ongetemde bergketens
en door hun paarden gehaat gebied
stapvoets naar hun nederzetting,
zonder te zingen,
zonder het hoofd af te wenden,
in gedachten bij het vuur,
de warme schoot van hun vrouwen en de blauwe steen
waarin hun toekomst stond geschreven.

9 En de ruiters,
hemel en aarde in het klein,
die de mijnschacht
waaronder het goddelijke blauw zich bevond
hadden afgesloten met dikke takken en stenen
en zich geen zorgen maakten
over de sporen die hun paarden
in de sneeuw achterlieten,
die ruiters
naderden hun nederzetting met een inzicht:
de steen is over verre afstanden te vervoeren.

10 En in het hooggebergte van de Hindoekoesj,
waar de Kokcha in de Amu Darja vloeit,
werd Shortugai opgericht,
vanwaar de blauwe steen,
de ondoorzichtige lapis lazuli,
bezongen en bejubeld
om zijn oogverblindende schoonheid
en zijn vermogen diepe vrede
en heldere inzichten
met zich mee te brengen,
de wereld veroverde.

11 En de boeren, het hoofd gebogen,
verzochten om regen,
en de handelaars, de handen ten hemel,
smeekten om mooi weer,
waardoor de goden aan het twijfelen werden gebracht
terwijl de azuurblauwe steen
de koninklijke graftombes van Ur bereikte
en de Indusvallei, waarmee Tweestromenland
handeldreef en waar de stenen in zeilboten
werden geladen om door zuiderwinden voortgestuwd
Europa en Gent en zijn hand te bereiken.

 

Copyright © 2024 Bart Koubaa

pro-mbooks1 : athenaeum