Leesfragment: Nachtbloeiers

02 februari 2023 , door Ananda Serné
|

Nu op de longlist van de Libris Literatuurprijs 2023: Ananda Serné’s debuutroman Nachtbloeiers. Lees bij ons een fragment!

Een fascinerend debuut over een jonge vrouw op zoek naar verbinding, naar een thuis en naar een goede nachtrust, voor de lezers van Yoko Ogawa en Bregje Hofstede.

Eliza is gestrand in Stavanger en doet voor het Instituut voor Slapeloosheid onderzoek naar de samenhang tussen insomnia en partnerkeuze. Als haar Noorse vriend Andreas hun relatie verbreekt, vraagt Eliza zich af wat ze nog in Noorwegen te zoeken heeft. Al haar vrienden kent ze via Andreas, en met haar onderzoek loopt ze vast. En dan die nachten, kon ze ooit maar een oog dichtdoen… In een slapeloze roes gaat Eliza op zoek naar een veilige haven, naar een persoon bij wie en een plek waar ze zich wél thuis voelt. Het brengt haar van Noorwegen naar Taiwan en terug. Overal waar ze komt merkt ze dat slapeloosheid de gemoederen bezighoudt: de een houdt een slaapdagboek bij, de ander zweert bij slaapdruppels. Elders ontwikkelt men straatlantaarns die daglicht nabootsen om de slapelozen tegemoet te komen. De ergste probleemgevallen worden zelfs van de straat geplukt door slaapwachters, en vervolgens opgenomen in speciale sluimerklinieken.

In haar onstuimige romandebuut brengt Ananda Serné haar lezers in een ijldroom; wat is de realiteit en waar houdt die op? Nachtbloeiers is een fascinerende meditatie over de samenhang tussen natuur en de mens, tussen slaap en droom, tussen verankering en vrijheid.

 

Het is bekend dat pas wanneer iets er niet meer is, het op waarde wordt geschat. Dat slaat op mensen die uit ons leven verdwijnen, maar met iets alledaags als slaap is dat net zo. Hoe minder we slapen, hoe meer we eraan denken. Ik kan het weten, ik werk bij het Noorse Instituut voor Slapeloosheid. In een witgepleisterd gebouw aan het water documenteert het Instituut alles wat met slaap en het gebrek daaraan te maken heeft. We bewaren films, boeken, artikelen, geluidsbestanden, foto's en schilderijen, maar ook allerlei wetenschappelijke documenten. Daarnaast organiseren we eens in de zoveel tijd een publiek evenement. Vandaag is er bijvoorbeeld een filmvertoning die in het teken staat van slaap. De opnamen zijn gemaakt door mensen als jij en ik, maar dan een tijdje terug. Mensen die genoeg slaap kregen zagen er anders uit dan wij: ze hadden kleur in hun gezicht en vrolijke ogen. Ze maakten graag foto's van zichzelf.

De zaal wordt donker, iemand in het publiek schraapt zijn keel. Andreas komt van de zijkant het podium op, handen in zijn zakken, zijn voorhoofd glimt door het licht van de spotlights.
'Hallo allemaal,' zegt Andreas. Nog niet iedereen in de zaal is stil. 'Fijn dat jullie naar onze tweede filmvertoning zijn gekomen. Het is de bedoeling dat we een gevarieerd beeld geven van een samenleving waarin men beter sliep dan nu. In onze eerste vertoning bekeken we een slapende burgemeester. Die beelden waren vrij recent. Vandaag gaan we verder terug in de tijd, we bekijken analoog materiaal uit de jaren zeventig. De beelden zijn gemaakt door een jonge schipper. Vrachtschepen hadden destijds vaak een gezin aan boord, we zien zijn ouders en zijn zus. Ook de schipper zelf komt slapend in beeld, naar ik veronderstel gefilmd door een familielid.'
Op het projectiescherm verschijnt een blauwe afbeelding van bomen.
'De man begon rond zijn twintigste zijn omgeving vast te leggen. Hij gebruikte geen statief, naast zijn familie bestaat het materiaal uit uren aan onvaste rivieroevers.'
Andreas zegt de woorden snel achter elkaar. Nu pauzeert hij even en ademt diep in. Het projectiescherm toont nog steeds de blauwe bomen.
'Wat me opvalt aan deze beelden is dat er verschillende landschappen aan de man voorbijtrekken, maar dat het onmogelijk voor hem is om de landschappen aan te raken. Alles is steeds vanuit de verte. Uit de beelden spreekt een hevig verlangen naar wat zich afspeelt aan wal, naar dingen die onbereikbaar voor hem zijn.'
Andreas richt zijn ogen op het beeld.
'Volgens mij illustreert het materiaal hoe uitgeruste mensen een betere concentratie hadden dan wij. Er gebeurt eigenlijk niets, toch blijft de man filmen.'
Andreas kijkt het publiek rond. Zijn blik gaat omhoog en hij knikt naar een punt boven in de zaal. De blauwe bomen komen in beweging, een rivierenlandschap schommelt voorbij. Na een paar minuten verschijnen er personen in beeld. Een lachende jonge vrouw die een pasgeboren blauwe baby in de lucht houdt. Daarna springt het beeld naar een kamer met daarin de schipper in een diepe slaap. Vervolgens zien we wat zich afspeelt aan land. Vanaf het schip zoomt de man in op een circus met dromedarissen, rennende paarden op een zandpad, een berghelling, blote lichamen op een nudistenstrand. Misschien heeft een onjuiste witbalans of slijtage de kleuren aangetast. Het water in de opnamen is blauw, de gebouwen aan land zijn blauw en ook de slapende personen hebben vaak een lichtblauwe gloed op hun huid liggen, alsof het gefilmde zich afspeelt onder de waterspiegel.
Nu zien we weer iemand slapen, een oudere man. De vertoning eindigt met het beeld van een stalen grijper die zout uit het laadruim van het schip schept. Terwijl de grijper door de lucht zweeft stromen de korrels langs verschillende kanten terug het ruim in. Aan land staan de familieleden uit het begin van de film, in blauwe overalls kijken ze naar de steile zoutheuvels en de vrachtwagens.

De vertoning duurt zo'n twintig minuten, na afloop verzamelt iedereen zich in de hal van het Instituut. Knipperende ogen. Het gebouw is aan de achterkant van glas en heeft uitzicht op zee. De ruimte doet denken aan de vertrekhal van een vliegveld: dezelfde gedempte tonen, het kijken op de klok. De bezoekers vormen groepjes rond de hoge tafels met chocolaatjes en minicroissants. Andreas staat naast de directeur, hij gebaart druk met zijn handen. De directeur lacht, Andreas lacht ook.

Als Andreas iets wil doen, dan doet hij dat ook. Zelf doe ik vaak het tegenovergestelde van wat ik wil. Of ik doe helemaal niets. Ik heb het Andreas een keer proberen uit te leggen. We zaten in een zelfrijdende taxi en reden naar een eindejaarsfeest van het Instituut. Andreas droeg glimmende schoenen en ik droeg een jurk. De weken ervoor had ik bijna elke avond een poging gedaan om een onderzoeksvoorstel op te zetten, talloze aanzetjes waarin ik probeerde uit te leggen hoe ik het verband tussen partnerkeuze en slaapgebrek wil onderzoeken. Het doel was een promotieplek aan het Instituut in samenwerking met de universiteit, maar verder dan een paar regels kwam ik niet. Ik zou het bij de volgende vacature opnieuw proberen.
In de taxi scrolde Andreas door de tekst van zijn toespraak.
'Wanneer hoor je iets van dat onderzoeksvoorstel?' zei hij.
Ik keek naar buiten. Ik dacht dat Andreas verder zou lezen, dat zijn vraag voorbij zou snellen als de bosjes langs de kant van de weg. Andreas keek op van zijn scherm.
'Ik probeer het wanneer er een nieuwe deadline is,' antwoordde ik. 'Dan heb ik nog een paar maanden om me in te lezen.'
'Je bent je al twee jaar lang aan het inlezen,' zei hij.
Limoen, rijst, boerenkool, zei ik in gedachten.
'Ik kan een goed woordje voor je doen.'
'Kunnen we nog even langs de supermarkt?'
'Wat?'
'De koelkast is bijna leeg en we zijn veel te vroeg.'
'Ik heb ingetikt dat we naar het Instituut rijden, geen idee hoe je dat moet veranderen.'
'Gewoon op stop drukken.'
Andreas drukte met meerdere vingers tegelijk op het scherm.
Loser, dacht ik. Maar ik zei niets.
De taxi stopte langs de kant van de weg. Links van ons was een parkeerplaats, rechts stonden rijtjeshuizen, er liep niemand op straat.
'En nu?' zei Andreas.
'Nu moeten we het adres van de dichtstbijzijnde supermarkt invullen.'
'Er knippert een rood lichtje op het scherm, wat betekent dat?'
'Geen idee.'

Het kwam erop neer dat we te laat kwamen voor Andreas' toespraak. Het was de eerste keer in zijn leven dat hij ergens te laat voor was, zei hij na afloop.
Dat was een paar maanden geleden, toen we nog samen waren. Ik kijk naar de zon die achter het glas langzaam in zee zakt en steek een vierde chocolaatje in mijn mond.

'Gaat lekker zo,' Ratna tikt lachend tegen mijn arm. Ze wijst naar de zilveren papiertjes die op het tafelblad liggen, de vorm van de chocolaatjes staat er nog in.
Samen met Ratna werk ik in de bibliotheek van het Instituut. Onze verantwoordelijkheden: het sorteren van bestanden en boeken, schuiven met houten stoelen en veel vriendelijk lachen. Ratna is drie jaar jonger dan ik. Ze heeft haar dat tot haar middel reikt en ze kan honderd dingen tegelijk. We werken evenveel uren bij het Instituut, maar zij doet daarnaast op de een of andere manier ook nog een voltijdse studie. Net na haar middelbareschooltijd werd Ratna ernstig ziek, twee jaar lang kwam ze amper uit bed. Nu heeft ze het gevoel dat ze die twee jaar moet inhalen, dat ze de borstcrawl moet doen, terwijl de rest van ons in schoolslag zwemt. Ratna heeft een goede reden voor haar vertraging, denk ik soms. Een verhaal dat anderen begrijpen. Ik heb er daarentegen geen excuus voor waarom mijn onderzoeksvoorstel maar niet af raakt.
'Ga je nog mee een drankje doen?' vraagt Ratna.
'Ik wil eigenlijk thuis nog wat werken,' zeg ik.
Ik pak mijn jas van de kapstok en volg het pad langs het water, in vijf minuten ben ik bij de bus.

Uit: Ananda Serné, Nachtbloeiers

In de bus denk ik aan de man uit de blauwe film, hoe hij vooral de rivieroevers vastlegde en zijn familieleden leek te vergeten. Als je het mij vraagt wilde hij gewoon weg. Een schip is immers een soort eiland, een beperkte ruimte met steeds dezelfde mensen aan boord. De man wilde weg van deze mensen in ketelpakken die roken naar zweet en olie. De rivieroevers stonden symbool voor andere mogelijkheden: circuspaarden, urenlang op het strand liggen, wijn drinken met mensen die naar een kantoor ruiken en niet naar lichamelijke arbeid.
De man uit de blauwe film is mijn vader. Tijdens de voorstelling drong het nauwelijks tot me door dat de mensen op het scherm familieleden zijn, dat de blauwe slapende man mijn vader is. Toen we nog samen waren had ik de filmopnamen een keer aan Andreas laten zien. Een paar weken later had het Instituut een fikse subsidie gekregen en daar werd onder andere een projector van gekocht. Er moest een filmprogramma worden samengesteld en de beelden van mijn vader zouden daar uitstekend tussen passen, zei Andreas. 'Prima,' antwoordde ik.
Pas toen ik het auditorium uit liep vroeg ik me af of ik mijn slapende familie niet had moeten beschermen tegen de ogen van het publiek.

Onderzoeksvoorstel

Deze studie zal onderzoeken of de mate waarin individuen zich begrepen en gevalideerd voelen door hun partner van invloed is op de slaapkwaliteit. Ook wordt er aandacht besteed aan kenmerken zoals bewegen tijdens het slapen.

Plan:
- Een steekproef bij zo'n 500 samenwonende koppels (30-85 jaar oud).
- Ik wil een aantal mensen interviewen die in een sluimerkliniek zijn beland.

 

© Ananda Serné

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum