Leesfragment: Achter de Muur. Oost-Duitsland 1949-1990

17 april 2023 , door Katja Hoyer
| |

18 april verschijnt Katja Hoyers nieuwe boek Achter de Muur. Oost-Duitsland 1949-1990 (Beyond the Wall) in de vertaing van Pon Ruiter, René van Veen en Saskia Wieberdink. Kom naar het evenement bij het Goethe-Institut (24 april), lees Wietse de Jonges aanbeveling en lees bij ons een fragment!

In 1990 verdween een land van de wereldkaart. In de eenenveertig jaar die Oost-Duitsland heeft bestaan, was het in Westerse ogen meer een metafoor dan een echte plek, meer het clichébeeld van het grauwe communisme dan een land van echte mensen – met families, vrienden, huizen en werk. Na de eenwording van Duitsland in 1990 werd de geschiedenis van de DDR gepolitiseerd en gebagatelliseerd. Het leek alleen maar over Stasi-agenten, de greep van het partijapparaat en de onvrijheid van de burgers te gaan. De Duitse Democratische Republiek was lange tijd niet meer dan een muur in Berlijn.

In dit aanstekelijk geschreven boek, waarvan de rechten al zijn verkocht aan een groot aantal landen, rekent vooraanstaand historicus Katja Hoyer af met deze achterhaalde perceptie. In Achter de muur presenteert zij voor het eerst een volwaardige, evenwichtige geschiedenis van de DDR – een geschiedenis die enerzijds werd gemarkeerd door wachttorens aan de grens, door geheime politie en brute onderdrukking, maar anderzijds door uitgebreide sociale zorg, on geëvenaarde gendergelijkheid en afschaffing van klasseprivileges. Er waren burgers die het zwijgen werd opgelegd, maar, betoogt Hoyer, er waren er ook die zich voor het eerst gehoord voelden. Beide verdienen een plaats in het verhaal van de DDR.

Aan de hand van uitgebreide nieuwe research en getuigenissen uit de eerste hand schreef Hoyer een fascinerende geschiedenis van de DDR – een caleidoscoop van verschillende gezichtspunten, gebeurtenissen en verhalen. Van de puinhopen van de Tweede Wereldoorlog tot aan de ineenstorting van de Sovjet-Unie is dit het ware verhaal van dat andere Duitsland, het Duitsland achter de muur.

 

Voorwoord

Halle (Saksen-Anhalt), 3 oktober 2021
Een 67-jarige vrouw in een crèmekleurige blazer en een zwarte broek betrad het podium. Deze vrouw, misschien wel de machtigste vrouw ter wereld, was uit duizenden te herkennen. Haar broekpakken, blonde bob en nuchtere optreden waren iconisch. Toen ze haar plaats innam tussen de vlaggen van Duitsland en de Europese Unie en de microfoons op het spreekgestoelte afstelde, hadden veel toehoorders het gevoel dat ze een historisch moment meemaakten. Na zestien jaar aan het roer te hebben gestaan van de grootste democratie van Europa kwam de vertrekkende Duitse bondskanselier Angela Merkel het woord voeren over nationale eenheid.
3 oktober is in Duitsland een soort nationale feestdag. Op deze Dag van de Duitse Eenheid vieren de Duitsers dat het land in 1990 herenigd is na 41 jaar waarin er twee aparte Duitse staten waren: de Bondsrepubliek Duitsland (brd) en de Duitse Democratische Republiek (ddr). Sinds die dag was er 31 jaar verstreken, niet voldoende om het tijdperk van de Duitse deling bij te zetten in de krochten van de geschiedenis. Integendeel. De hereniging, zo begon de vertrekkende bondskanselier haar speech, was een gebeurtenis die ‘de meesten van ons bewust hebben beleefd en die onze levens ingrijpend heeft veranderd’.
1990 betekende een keerpunt, niet alleen voor de Duitse natie, maar ook voor Merkel persoonlijk. In dat jaar begon haar steile weg omhoog naar de top van de Duitse politiek. In 1954, toen ze nog maar drie maanden oud was, had haar vader het gezin van West. naar Oost-Duitsland laten verkassen. Merkel zou de eerste 35 jaar van haar leven doorbrengen ten oosten van de scheidslijn die Duitsland in tweeën splitste. In die tijd groeide ze uit van domineesdochter tot een zelfverzekerd wetenschapper, en die jaren hebben haar zeker zo sterk gevormd als de dertig jaar na 1990.
Tijdens de lange periode na de hereniging, waarin Angela Merkel in de hoogste regionen van de Duitse politiek verkeerde, waren er heel wat successen geboekt. Toen de ddr, haar thuisland, plotseling uiteenviel en onderdeel werd van het West-Duitse systeem dat door die ddr zo lang verguisd was, ging Merkel direct aan de slag, zonder om te kijken. Of in elk geval zonder dat publiekelijk te doen. Ze begreep dat haar Oost-Duitse achtergrond, op papier tenminste, een politieke troef was in een land dat naar buiten wilde treden als een herenigde natie. Maar alleen haar achtergrond was een pre, niet haar Oost-Duitse identiteit. De gevestigde orde wilde er niet continu aan herinnerd worden dat de afbraak van de mentale muur tussen Oost. en West-Duitsland langer zou duren dan die van de fysieke muur.
In de zeldzame gevallen dat Merkel details openbaarde over haar leven in de ddr riep dit vijandige reacties op in de machtsbastions, waarin voormalige West-Duitsers nog steeds de overhand hebben. Toen Merkel in 1991 vertelde dat ze bij de verdediging van haar proefschrift in 1978 een essay had moeten schrijven met de titel ‘Wat houdt de socialistische manier van leven in?’ bewogen journalisten hemel en aarde om het document boven tafel te krijgen. ‘Ze hoopten kennelijk een schandaal te onthullen’, merkte Merkel naderhand op. Zulke politiek gemotiveerde studieonderdelen waren gewoon een integraal onderdeel van het universitaire leven in de ddr. Ze werden door velen als een corvee ervaren, zeker ook door Merkel zelf, die voor dit essay haar enige lage cijfer kreeg naast verder briljante beoordelingen. Ook uit dit voorval blijkt dat het ‘echt ongelooflijk moeilijk is om te begrijpen en uit te leggen hoe we in die tijd leefden’, zoals Merkel opmerkte kort voordat ze in 2005 bondskanselier werd.
Al had Merkel zich voorgenomen geen woord vuil te maken aan haar Oost-Duitse verleden, toch bleef dit een deel van haar dat ze niet kon negeren. In oktober 2021, toen ze op het punt stond om de politiek vaarwel te zeggen, gebruikte ze haar laatste Dag van de Duitse Eenheid om zich uit te spreken tegen de opvatting dat je in dit land maar beter je mond kon houden over Oost-Duitse levensverhalen als de hare. In een publicatie van de Konrad-Adenauer-Stiftung, een stichting die dicht bij Merkels eigen politieke partij stond, was ze geprezen voor haar politieke wendbaarheid, zeker in het licht van de ‘ballast van haar Oost-Duitse afkomst’. De bondskanselier was duidelijk niet blij met deze ongelukkig geformuleerde zin. ‘Ballast?’ reageerde ze stekelig op deze beschrijving van haar vroegere leven. ‘Een nutteloze last die je losjes van je af kunt schudden?’ Op dit ongewoon persoonlijke publieke moment, zei ze met nadruk, sprak ze niet als bondskanselier, maar als een ‘burger uit het Oosten, als een van de ruim 16 miljoen mensen die hun leven in de ddr hadden geleid en telkens opnieuw met zulke vooroordelen geconfronteerd werden. Alsof dat leven vóór de hereniging er eigenlijk niet toe deed, of je er nou goede of slechte ervaringen mee had gehad.’
Merkels ongenoegen over de wijze waarop men haar vroegere leven in Oost-Duitsland nog steeds als irrelevant wegzet, wordt gedeeld door veel van haar vroegere medeburgers uit de ddr. Uit onderzoeken van na 1990 blijkt dat de meesten van hen zich als ‘tweederangsburger’ behandeld voelden. Twee derde ervaart dit ook nu nog zo. Velen hebben expliciet of impliciet druk ervaren om hun Oost-Duitse ‘ballast’ af te werpen en zich te plooien naar een voor hen vreemde cultuur. Zelfs Merkel, die zich met extreem veel succes had aangepast en in rap tempo een politieke carrière naar de top had doorlopen, kreeg in de pers te horen dat soms toch wel merkbaar was dat ze, zoals ze het in haar speech uitdrukte: ‘niet in de Bondsrepubliek was geboren en geen echte Europeaan was’ – alsof ze geen ‘geboren Duitse’, geen ‘authentieke’ burger was van het land waarin ze tot leider was gekozen. Na zestien jaar de hoogste politieke functie van het land te hebben bekleed, moest deze Oost-Duitse nog steeds bewijzen dat ze achter de nieuwe situatie stond en hoorde ze het verleden te veroordelen.
Net als van individuele Oost-Duitsers verlangd wordt dat ze hun verleden van vóór 1990 zo veel mogelijk bagatelliseren, zo lijkt ook de natie in haar geheel zich buitengewoon onbehaaglijk te voelen over de ddr als hoofdstuk in haar geschiedenis. In veel opzichten begon het proces waarmee de ddr uit het nationale narratief werd geschreven zelfs al vóór de uiteindelijke teloorgang van dat land. In 1989, na de val van de Berlijnse Muur, sprak de vroegere West-Duitse bondskanselier Willy Brandt de beroemde woorden: ‘Nu groeit samen wat bij elkaar hoort.’ Voor veel Duitsers, zowel in het Oosten als in het Westen, leek de deling van hun land, die tijdens de Koude Oorlog een fait accompli had geschenen, nu een onnatuurlijke situatie, een product van de Tweede Wereldoorlog en misschien zelfs een afstraffing. Had Duitsland in 1990 niet genoeg gedaan om dit donkere hoofdstuk uit het verleden achter zich te laten? Verdiende het geen nieuwe start zonder dat het continu aan het verleden moest worden herinnerd? De formulering ‘het einde van de geschiedenis’ van Francis Fukuyama leek bij uitstek van toepassing op Duitsland. Het land wilde, nee, moest de hereniging zien als een ‘eind goed al goed’ na de tumultueuze twintigste eeuw die het achter de rug had. De erkenning dat de ruim veertig jaar van de Duitse tweedeling nog altijd doorwerkt en geen lang vervlogen geschiedenis is, verstoort deze illusie. Als de ddr al überhaupt herinnerd mag worden, dan als een van Duitslands dictaturen, even lang geleden, sinister en onvergeeflijk als het nazisme.
Het was trouwens ook in andere opzichten ondenkbaar een streep te zetten onder beide Duitse staten en 1990 te beschouwen als een nieuwe start voor alle Duitsers. De West-Duitsers waren te veel gehecht geraakt aan het idee dat 1945 hun ‘uur nul’ was, het punt van waaraf de democratie begon te ontkiemen op de puinhopen van de Tweede Wereldoorlog. De Bondsrepubliek had in haar eerste jaren moeilijke tijden doorgemaakt, maar de sterk gegroeide welvaart en stabiliteit vormden een warm bad voor een bevolking die sinds 1914 voornamelijk onrust had gekend. Dit was een Duitsland waar je trots op kon zijn. West-Duitsland werd gebombardeerd tot de staat die de continuïteit vertegenwoordigde; Oost-Duitsland was de afwijkende vorm. De hereniging in 1990 leek een bevredigende afsluiting van de gedwongen scheiding. En ook veel Oost-Duitsers ervoeren dit zonder meer zo. In 1989 en 1990 stemden velen voor de ontbinding van hun land, zowel in woorden als in daden.
Dat zovelen achter de hereniging stonden, betekent niet dat het leven in Oost-Duitsland vergeten moet worden, of afgedaan als een onbeduidend incident in het geheel van de geschiedenis. De ups en downs die de ddr als politiek, sociaal en economisch experiment doormaakte hebben hun sporen nagelaten bij de voormalige burgers. Zij dragen deze ervaringen met zich mee, en zeker niet als louter ‘ballast’. Miljoenen nu levende Duitsers kunnen en willen trouwens ook niet ontkennen dat ze eens in de ddr hebben geleefd. Toen in 1989 de wereld die hen had gevormd tegelijk met de Berlijnse Muur viel, werden hun levens, ervaringen en herinneringen daarmee niet uitgewist. Toch had de ddr volgens een groot deel van de westelijke wereld de Koude Oorlog op Duitse bodem verpletterend verloren, en was alles in dat land moreel verwerpelijk geworden. Toen de Duitse Democratische Republiek op 3 oktober 1990 van de ene dag op de andere letterlijk ophield te bestaan, verloor het land het recht om zijn eigen geschiedenis te schrijven. In plaats daarvan was het zelf geschiedenis geworden. En zoals bekend wordt de geschiedenis geschreven door winnaars, wat uiteraard ook geldt voor Oost-Duitsland.
Een groot deel van het Westen kan niet goed begrijpen waarom mensen zich hun leven achter het IJzeren Gordijn zouden willen blijven herinneren. Dat de Koude Oorlog was gewonnen betekende dat alternatieve leefwijzen geen bestaansrecht meer hadden. Consumentisme en liberale waarden gaven de toon aan, terwijl de ddr werd afgeschilderd als een oord van grauwe, monotone tinten, een samenleving zonder individualiteit, initiatief en betekenis. In de westelijke gedachtewereld hebben de Oost-Duitsers 41 jaar verspeeld door zich te barricaderen in een Russische kolonie die onder controle stond van het ministerie voor Staatsveiligheid, beter bekend als de Stasi. Waarom zouden ze zich dat willen blijven herinneren?
De ddr integraal afschrijven omdat die republiek slechts een voetnoot in de Duitse geschiedenis zou zijn, is niet verdedigbaar, want niet historisch gefundeerd.

[…]

 

Copyright © Katja Hoyer, 2023
Copyright vertaling © 2023 Pon Ruiter, René van Veen en Saskia Wieberdink

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum