Leesfragment: Pose

12 december 2022 , door Basje Boer
| |

Basje Boers essaybundel Pose. Over hoe we kijken en wie we spelen wordt 13 december gepresenteerd bij Athenaeum Boekhandel Spui. Vandaag kun je al de inleiding lezen.

We leven, merkte Joan Didion al op, in onze verhalen. We maken de werkelijkheid kloppend – of aantrekkelijk, of smeuïg, of interessant – door die in te passen in narratieven. Maar als we het hebben over narratieven, hebben we het dan niet eigenlijk over clichés en stereotypen? Film, de kunstvorm die zo dicht tegen de werkelijkheid aan schuurt, geeft ons voorbeelden om naar te leven en rollen om te spelen. We spiegelen ons aan personages, dromen weg bij happy endings, laten ons overtuigen door het zwart-wit van goed en kwaad. Maar wat betekent het als de realiteit verstrikt raakt met verhalen? En wat betekent het voor een vrouw om zichzelf terug te zien in stereotiepe rollen – slachtoffer, godin of femme fatale?

Op intuïtieve en associatieve wijze onderzoekt Basje Boer in Pose – Over hoe we kijken en wie we spelen de vrouwenrollen die ons worden voorgeschoteld en de blik waarmee ze worden bekeken. Aan de hand van klassieke en populaire films, persona’s en personages en iconen uit de popcultuur, laat ze ons zien hoe aantrekkelijk het spel van kijken en bekeken worden is – en ook hoe gevaarlijk. Zouden we ons tegen de clichés moeten verzetten? Of is het rollenspel ons te dierbaar?

N.B. Lees op onze site ook een fragment uit haar roman Nulversie, en uit Jeugd in opstand, dat Basje Boer samenstelde.

 

Eerst dit

Ik was het meisje dat droomde in de klas. Uit het raam staarde. Het meisje dat tijdens gym haar gedachten liet afdwalen, ineens een dansje aan het bedenken was. Ik was het meisje dat jongens tekende in haar dagboek, met krullend haar en lange wimpers. Dat verliefd werd op schoolgenoten van wie ze de naam niet kende omdat ze nog nooit met hen gesproken had – die ze zelf een naam gaf, een karakter, een verhaal. Ik was het meisje dat zich verkleedde, dat verhalen verzon om in te spelen. Dat oefende voor het volwassen-zijn en dat later nog steeds deed alsof. Ik groeide op in verhalen. Mijn fantasie was zo groot, er pasten hele levens in. En toch had het met vrijheid niets te maken, het ging me juist om de beperking. Het ging me bij die verhalen om de wetten en herhalingen, om het kader van een begin en een einde. Het ging me om steeds weer hetzelfde begin en steeds weer hetzelfde einde. Dezelfde spanningsopbouw, dezelfde verwikkelingen, dezelfde personages. Het ging me om de vertrouwde elementen – de clichés. Het leven dat zich voor me uitstrekte verheugde me en joeg me angst aan. Verhalen gaven me sjablonen om naar te leven, rollen om te spelen. Een pose om aan te nemen.

In veelvoud staarde ze me aan vanaf de muren van mijn kamer: Marilyn Monroe. Ieder dubbeltje dat ik bemachtigde gooide ik in de machines van de kopieerwinkel om de hoek, die mijn boeken over Marilyn Monroe op magische wijze omzetten in zwart-witposters op A4-formaat. Haar films keek ik ook, opgenomen van televisie op gekoesterde vhs-banden. De liedjes nam ik op met mijn cassetterecorder, zoals ik ook deed met de liedjes uit Dirty Dancing, uit Singin’ in the Rain. Toen de Tina en Donald Duck plaatsmaakten voor de Hitkrant, maakten de zwart-witte Marilyn Monroes plaats voor posters van films die ik niet had gezien. Voorzichtig peuterde ik ze uit het midden van het blad – Basic Instinct, Bram Stoker’s Dracula, Boomerang met Eddie Murphy, Poetic Justice met Janet Jackson. Ik zag The Name of the Rose en huilde. Ik zag Schindler’s List en noemde mijn dagboek Liam (‘Lieve Liam’). Ik zag Pulp Fiction en de wereld ging open. Ik zag Chungking Express, Naked. Ik zag Trainspotting en danste rechtstreeks de club in, waar ‘Born Slippy’ werd gedraaid. De opening credits rolden over het scherm.

Om te kunnen leven, schreef Joan Didion in The White Album, vertellen we onszelf verhalen, en dat verhaal is steeds hetzelfde. Het heeft hetzelfde begin en hetzelfde einde, dezelfde spanningsopbouw, verwikkelingen, personages. Het is vertrouwd, het is clichématig. Het strekt voorbij het narratief en bestaat uiteindelijk alleen nog maar uit beeld. We hoeven geen film noir te hebben gezien om te weten wat een femme fatale is. We hoeven Hamlet niet te hebben gelezen om Ophelia voor ons te zien, dobberend in het water met haar vingers rond een boeket. We hoeven de titel van Gentlemen Prefer Blondes niet te kennen om te weten hoe Marilyn Monroe eruitziet in een roze galajurk, tegen een roze decor en omringd door mannen. Madonna droeg diezelfde jurk, tegen hetzelfde roze; Ariana Grande, Serena in Gossip Girl, Normani en Megan Thee Stallion, Anna Nicole Smith. We herhalen, kopiëren, variëren, knipogen. De echo galmt eindeloos.

Ik kreeg vrienden, we vormden een groep. Ik begon te fotograferen, legde alles vast. Ik las On the Road en rookte de peuken uit mijn asbak. Ik schreef brieven en stopte ze in de handen van vreemden. Mijn vrienden en ik sliepen in hetzelfde bed, op onze zij zodat het paste. We werden wakker met dezelfde kater. Ik las Douglas Coupland, Bret Easton Ellis, Paul Mennes. Ik schreef there’s only trouble and desire op mijn pakjes vloei, steeds opnieuw als een bezwering. Ik verschool me in verhalen. Ik speelde een rol. Ik nam een pose aan.

We schikken ons naar rollen, we morrelen aan de kaders. We abstraheren elkaar tot stereotypen: tot tomboy of cool girl, tot lustobject of maagd, tot girl next door of gek. We spelen met de stereotypen of vinden ze opnieuw uit. We diepen de clichés uit maar blijven ze herhalen. We vertellen elkaar verhalen.
Dit boek gaat over de rollen, het kijken, het spelen, de pose. Het gaat over meisjes die dromen, en over het dromen over meisjes. Het gaat over mij, en het gaat over ons allemaal.

 

Copyright © Basje Boer 2022

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum