Leesfragment: Hoe wij het machtigste dier op aarde werden

12 september 2022 , door Yuval Noah Harari
| |

13 september verschijnt Yuval Noah Harari’s Hoe wij het machtigste dier op aarde werden. Het mysterie van de mens (How We Took Over the World - Volume 1), vertaald door Inge Pieters, met illustraties van de Spaanse illustrator Ricard Zaplana Ruiz.

Ooit was de mens een doodgewone diersoort waar de andere dieren zich niets van aantrokken. Nu is de mens de baas over de wereld… Hoe kan dat?
In dit boek ontdek je welke superkracht ons zo machtig heeft gemaakt. En je ontdekt nog veel meer: bijvoorbeeld hoe het komt dat veel kinderen bang zijn voor monsters onder hun bed en waarom je snoep zo lekker vindt. Maar je komt er ook achter waarom de mammoeten zijn uitgestorven en waarom er nog maar één mensensoort bestaat.
Door onze grote macht zijn er grote problemen gekomen. Maar als je die macht goed gebruikt, kun je er ook heel mooie dingen mee doen. Jij ook!

Yuval Noah Harari werd wereldwijd bekend met zijn boek Sapiens. Volgens veel mensen het belangrijkste boek dat ze ooit gelezen hebben.

 

I
Mensen zijn dieren

Uit: Yuval Noah Harari, Hoe wij het machtigste dier op aarde werden, met illustraties van Ricard Zaplana Ruiz

Vroeger waren we wild

Ons verhaal begint heel lang geleden, miljoenen jaren terug. In die tijd waren mensen gewoon dieren. Mensen woonden niet in huizen, ze gingen niet naar hun werk of naar school en ze hadden geen auto’s, computers of supermarkten. Ze leefden in het wild, ze klommen in bomen om fruit te plukken, zochten paddenstoelen en aten wormen, slakken en kikkers.
De andere dieren – giraffes, zebra’s en bavianen bijvoorbeeld – waren niet bang voor mensen en trokken zich weinig van ze aan. Niemand dacht dat mensen op een dag naar de maan zouden vliegen, atoombommen zouden maken en boeken zouden schrijven zoals het boek dat je nu leest.

Eerst wisten mensen niet eens hoe ze werktuigen moesten maken. Soms gebruikten ze stenen om noten te kraken, maar ze hadden geen pijl-en-boog, geen speren en geen messen. Mensen waren tamelijk zwakke dieren en als er een leeuw of beer aankwam, moesten de mensen maken dat ze wegkwamen!
Nu worden veel kinderen nog steeds midden in de nacht wakker en zijn ze zomaar ineens bang dat er een monster onder hun bed zit. Dat is een herinnering van miljoenen jaren geleden. Toen waren er écht monsters die ’s nachts kinderen beslopen. Wanneer je een geluidje hoorde in het donker, kon dat best een leeuw zijn die jou wilde opvreten. Als je dan snel in een boom klom, overleefde je het misschien. Maar als je weer ging slapen, vrat de leeuw je op.
Als leeuwen een giraffe doodmaakten en opaten, keken de mensen soms van een veilig afstandje toe. Ze wilden zelf ook wel wat vlees, maar ze waren bang om te dichtbij te komen. Zelfs als de leeuwen weggingen durfden de mensen er nog niet op af te gaan. Dan kwamen namelijk de hyena’s aanzetten om de restjes op te eten en de mensen waren bang om ruzie met die vervelende beesten te krijgen. Als alle andere dieren eindelijk weg waren, slopen de mensen voorzichtig naar het karkas om te kijken of er nog wat voor ze over was... Maar er waren alleen nog wat kale botten. Dan haalden ze hun schouders op en gingen ze op zoek naar vijgen.
Toen kreeg iemand een geweldig idee. Ze pakte een steen, hakte daar stukjes af om hem scherper te maken, en gebruikte die toen om een bot te kraken. Daar bleek merg in te zitten, een sappig spul. Ze at het op en ze vond het heerlijk. Anderen zagen wat ze deed en gingen haar nadoen. Al snel gebruikte iedereen stenen om botten open te breken en merg te eten. Eindelijk hadden mensen iets wat alleen zij konden!

Elk dier heeft zijn eigen speciale talent: spinnen weven webben en vangen vliegen, bijen bouwen nesten en produceren honing, spechten trekken larven uit boomstammen. Sommige dieren hebben echt heel rare talenten. Poetsvissen, bijvoorbeeld. Dat zijn kleine visjes die haaien achtervolgen en wachten tot de haaien klaar zijn met eten. Als een haai een lekkere tonijn heeft opgevreten, doet hij zijn bek wijd open en zwemmen alle poetsvisjes naar binnen om de stukjes tonijn weg te halen die tussen de haaientanden zijn blijven zitten. De haai krijgt gratis gebitsreiniging en de poetsvisjes krijgen een lekker maaltje. Op de een of andere manier herkennen haaien de poetsvissen en ze eten ze nooit per ongeluk op.
De mensen van vroeger hadden nu ook hun speciale ding: ze wisten hoe ze botten open konden breken met stenen, zodat ze het merg dat erin zat konden opeten. En belangrijker nog: mensen leerden dat werktuigen maken een goed idee is.
Ze begonnen stokken en stenen te gebruiken om allerlei andere werktuigen te maken. Niet alleen om botten te kraken, maar ook om oesters van rotsen te wrikken, wilde uien en wortels op te graven en op kleine dieren te jagen, zoals hagedissen en vogels.

Uit: Yuval Noah Harari, Hoe wij het machtigste dier op aarde werden, met illustraties van Ricard Zaplana Ruiz

Uiteindelijk ontdekten mensen iets nog veel geweldigers dan stokken en stenen: ze ontdekten hoe ze vuur konden gebruiken! Vuur is een woest, angstaanjagend iets. Als een leeuw een zebra heeft opgevreten, heeft hij geen honger meer en gaat hij lekker liggen slapen. Maar als vuur een boom opeet, krijgt het alleen maar meer honger en springt het onbeheersbaar van boom naar boom. Het kan in één dag een heel bos verzwelgen, tot er alleen nog as over is. Als je vuur probeert aan te raken of vast te pakken om het tegen te houden, verbrandt het jou ook. Daarom zijn alle dieren bang voor vuur. Ze zijn nog banger voor vuur dan voor leeuwen. Sterker nog: zelfs leeuwen zijn bang voor vuur.
Maar sommige mensen van heel vroeger begonnen vuur wel interessant te vinden. Want wat zou het handig zijn als ze dat net zo konden gebruiken als stokken en stenen...
Zit je ook weleens in een kampvuur te staren en naar de dansende vlammen te kijken? Dat is nog zo’n oeroude herinnering. Eerst gingen mensen heel voorzichtig met vuur om en bekeken ze het van een afstandje. Misschien ontdekten ze dat er weleens een boom in brand vloog als hij door de bliksem was getroffen en dat ze daar dan omheen konden gaan zitten om te genieten van het licht en de warmte. En mooier nog: zolang de boom brandde, durfden er geen gevaarlijke beesten in hun buurt te komen!

 

pro-mbooks1 : athenaeum