Leesfragment: Het verhaal van Nederland

30 januari 2022 , door Florence Tonk
| |

1 februari verschijnt Het verhaal van Nederland. Onze geschiedenis van de prehistorie tot nu, onder redactie van Florence Tonk, het boek bij de tv-serie met Daan Schuurmans. Lees bij ons enkele pagina’s uit het zevende hoofdstuk, over de zeventiende eeuw.

Waar komen we vandaan? Hoe zijn we geworden wie we zijn? Het verhaal van Nederland neemt de lezer mee op tijdreis, van de prehistorie tot nu. Wie waren de eerste bewoners, wie kwamen er in de loop der eeuwen allemaal nog bij? Hoe vormde ons landschap onze geschiedenis, welke rol speelden de polder, de hunebedden en de Rijn?

Gebaseerd op actuele inzichten van historische experts vertelt Het verhaal van Nederland onze geschiedenis in woord en beeld. De lezer doorkruist alle provincies, alle gelederen van de samenleving en maakt kennis met talloze bekende én onderbelicht gebleven episodes. Van De Bello Gallico van Julius Caesar tot de Tachtigjarige Oorlog. Van de Friese koning Radbod tot de patriotten. En van de economische bloei in de zeventiende eeuw, tot aan de strafkolonie in Veenhuizen.

 

Uit: Het verhaal van Nederland. Onze geschiedenis van de prehistorie tot nu, bij hoofdstuk 7, Rijkdom, strijd en uitbuiting in de 17e eeuw

7 Rijkdom, strijd en uitbuiting in de 17e eeuw

1585 - 1648

April 1585. Op de Schelde bij Antwerpen ligt een brug van schepen als kralen aaneengeregen, van oever tot oever. De Spanjaarden willen zo de stad afsluiten, de Antwerpenaren uithongeren. Niemand kan de haven meer in of uit. Dan verschijnen er ’s avonds twee onbemande schepen uit de Republiek. Burgers stromen verwonderd en een beetje angstig toe als de twee ‘branders’, de schepen Hoop en Fortuin, volgeladen met kruit, op de Spaanse scheepsbrug invaren. De vuren op de brandschepen schitteren in het water, de kleurige vaandels op de Spaanse schepen lichten op, de harnassen van de soldaten aan boord glinsteren in het licht. Honderden mensen kijken toe. Tot ieders opluchting lijken de vuren op de twee branders te doven. Even is het stil. Dan volgt een gigantische knal op de rivier. Tot tien kilometer verderop vallen grote keien door de lucht. Ze slaan kraters in de grond. Ook mensen vliegen door de lucht. Door de explosie vallen er 1300 slachtoffers: doden, zwaargewonden, mensen raken ledematen kwijt. Het is alsof de hemel naar beneden komt vallen. ‘Zelfs de aardbol leek te sidderen,’ noteert een Spaanse geschiedschrijver. Een jonge soldaat wordt volgens hem van Vlaanderen richting Brabant gekatapulteerd ‘als een kogel die uit een fors kanon geschoten was’, maar overleeft dit wonderwel.

De door de Spanjaarden aangelegde brug van schepen wordt opgeblazen, Famiano Strada: Histoire de la guerre des Pais-Bas, 1727.

Portret van Alexander Farnese, hertog van Parma (1545-1592).

De man die Antwerpen wil uithongeren tijdens het Spaanse beleg en die deze brug van schepen bedacht om de stad volledig af te sluiten, is Alexander Farnese, ook bekend als de hertog van Parma. Zelf raakt hij slechts lichtgewond bij de aanslag. Parma heeft een jaar lang al alle toegangswegen naar Antwerpen laten afsluiten. Zo put hij de stad uit, die tot dan toe het kloppend hart vormde van de Nederlanden. De ontploffing van de twee kruitschepen is een daad van verzet van de Noordelijke Nederlanden die de Spanjaarden willen verjagen uit Antwerpen.
Een aanslag die jammerlijk mislukt. Na drie dagen heeft Parma de brug alweer gerepareerd. De val van Antwerpen zal niet lang meer op zich laten wachten. De meest welvarende stad van de Nederlanden komt hiermee in Spaanse handen. De ontploffing op de Schelde zou je kunnen beschouwen als de ‘oerknal’ van de zeventiende eeuw. Ze zet een reeks gebeurtenissen in gang die de basis vormen voor deze illustere eeuw.

Eeuw van tegenstellingen

De Tachtigjarige Oorlog duurt nog tot 1648 en hoewel deze oorlog veel ellende meebracht, veroorzaakt hij ook een ongekende bloeiperiode in de Noordelijke Nederlanden. Vlaanderen en Brabant worden door Spanje ingelijfd, protestanten vluchten naar het noorden. Ook vanuit andere delen van Europa komen mensen naar de Republiek. Die nieuwkomers zorgen voor nieuwe bedrijvigheid, economische kansen. Aan de ene kant brengen veel vluchtelingen talent, vermogen en vaardigheden mee. Aan de andere kant leveren de armen onder hen spotgoedkope arbeid voor op de schepen en in de industrie. Daarmee wordt de zeventiende eeuw een eeuw van grote tegenstellingen: tussen arm en rijk, rechteloosheid en intellectuele bloei, handel en oorlog. Een eeuw waarin de Amsterdamse grachtengordel ontstaat, waarin kunst, wetenschap, literatuur opbloeien, net als gouden handel over de wereldzeeën. Maar ook een eeuw van slavernij, oorlog, kolonialisme, uitbuiting en diepe armoede.

Einde aan de rijkdom van Vlaanderen en Brabant

Antwerpen, de koopmansstad aan de Schelde, is de belangrijkste, de rijkste en grootste stad van Noord-Europa waar ook nog eens de meeste protestanten wonen. De Spaanse hertog van Parma wil de stad kostte wat kost heroveren. De Noordelijke Nederlanden zijn de Antwerpenaren te hulp geschoten, en zetten de ommelanden in Zeeuws-Vlaanderen en Brabant onder water, om de Spanjaarden een halt toe te roepen. Zo ontstaat onder meer het verdronken land van ‘Saeftinghe’. Maar de hertog van Parma weet de stad toch te heroveren.
Zodra Antwerpen in Spaanse handen valt, sluiten de Zeeuwen de Westerschelde af door met kanonnen de vaarroute te blokkeren. In de haven van Vlissingen zijn die kanonnen nog altijd te zien, daar geplaatst om handelsschepen richting Antwerpen, Gent of Brugge tegen te houden. Die Vlaamse steden zijn immers in handen van de Spaanse vijand. De Republiek verbiedt handel met die steden, dus varen vanaf dat moment koopvaardijschepen door naar de noordelijke havens. Tot dan toe zijn Brabant en Vlaanderen altijd de rijkste en meest ontwikkelde provincies van de Nederlanden geweest. Daar komt nu een einde aan.

Vluchtelingen naar het noorden

Het Spaanse bewind geeft de protestantse inwoners van Antwerpen vier jaar de tijd om een keuze te maken: worden ze katholiek dan mogen ze blijven. Anders moeten ze weg. Veel inwoners besluiten te vertrekken. Zij nemen hun personeel en kinderen mee, hun gereedschappen, weefgetouwen en drukpersen. Tussen de 100.000 en 150.000 geschoolde ambachtslieden, kunstenaars, wetenschappers en kooplieden vertrekken met hun geld, hun vaardigheden en hun kennis naar het noorden. Niet alleen in Antwerpen maar ook in Brugge, Leuven, Mechelen en Gent besluiten zo veel mensen te vertrekken, dat bijna de helft van de huizen leeg komt te staan.
De vluchtelingen vertrekken niet alleen vanwege hun geloof. Ze gaan ook weg uit economische overwegingen. Daarom vertrekken er ook katholieken naar het noorden. Aan de andere kant besluiten sommige protestanten om te blijven. Maar dan moeten ze wel terugkeren naar het katholieke geloof.


Migratie naar Nederland – wie komt er naar Nederland, en waarom? (1580-1800).

Een eeuw van arbeidsmigranten en vluchtelingen

Het woord vluchteling vindt zijn oorsprong in de zeventiende eeuw. Dat is niet voor niets. Tussen 1572 en 1630 vluchten 100.000 tot 150.000 mensen uit de zuidelijke Nederlanden – wat nu grotendeels België is – naar het noorden. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, die zelf twee miljoen inwoners telt, krijgt er dus relatief veel nieuwe inwoners bij. Door het oorlogsgeweld van de Tachtigjarige Oorlog zitten daar gewonden en verminkte mensen bij. Sommigen missen ogen of ledematen. Er zitten straatarme mensen tussen maar ook veel rijke burgers. De Republiek tuigt een goed opvangsysteem op met liefdadigheidsinstellingen en door de kerk georganiseerde armenzorg. De vluchtelingen leveren de steden arbeidskracht op en daar is veel vraag naar. Maar het zijn zo veel mensen dat het lastig is opvang, onderdak en voedsel voor iedereen te organiseren. Zo verdubbelt het aantal inwoners van Leiden dankzij de vluchtelingen aan het einde van de 16e eeuw. In Amsterdam komt rond 1600 maar liefst een derde van de inwoners uit het zuiden. Daar vaart de stad wel bij: kennis, kapitaal en financiële netwerken van de Vlaamse nieuwkomers maken Amsterdam tot het financiële centrum van de Republiek.

Vluchtelingen uit heel Europa

In de zeventiende eeuw woeden in heel Europa oorlogen. In Midden-Europa zorgt geweld tegen Joden (pogroms) voor een vluchtelingenstroom richting Nederland. De Dertigjarige Oorlog (1618-1648) zorgt ervoor dat nog meer mensen hun toevlucht zoeken tot de Republiek. Net als onze Tachtigjarige Oorlog is de Dertigjarige Oorlog een godsdienstoorlog tussen protestanten en katholieken. Die oorlog tussen het Heilige Roomse Rijk en Frankrijk, Zweden en verschillende Duitse vorstendommen zorgt voor miljoenen slachtoffers en vluchtelingen. In Duitsland alleen komen volgens de laagste schattingen wel 6 miljoen mensen om in de Dertigjarige Oorlog, dat was een derde van de bevolking.
Naast oorlogsvluchtelingen komen er tienduizenden Europese arbeidsmigranten naar de Republiek, tegenwoordig zou je die misschien economische vluchtelingen noemen. De in 1602 opgerichte Verenigde Oost-Indische Compagnie (voc) kan deze mensen goed gebruiken. Zij zijn altijd op zoek naar zeelieden want een derde van de bemanning op haar schepen overlijdt voor de boot weer aan kan meren in Amsterdam. Er blijven voortdurend nieuwe krachten nodig. Een kwart tot de helft van de soldaten en andere zeelieden die op voc-schepen naar Azië vertrekken, komt oorspronkelijk van buiten de Republiek. Voor het werk op de schepen en de handelsvestigingen in Azië worden naast Nederlanders actief migranten geworven. Bij voorkeur in de Scandinavische, Duitse en Zuid-Nederlandse kustgebieden. Soldaten komen vaker uit de Europese binnenlanden. In de 200 jaar van haar bestaan stuurt de compagnie bijna een miljoen mensen overzee.

 

© 2022 concept en redactie Florence Tonk
© 2022 tekst hoofdstukken 2-9 Florence Tonk
© 2022 tekst hoofdstukken 1 en 10 Louise Koopman
© 2022 ntr, Tuvalu Media, Uitgeverij Nieuw Amsterdam

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum