Leesfragment: Het Perenlied

02 november 2020 , door Joost Oomen
|

3 november verschijnt Het Perenlied, de debuutroman van Joost Oomen. Lees bij ons alvast het eerste hoofdstuk!

In Het Perenlied nemen de Bietenkoningin en Gabriel het op tegen het grootste Disney-pretpark van Amerika. Met behulp van een zelfgeschoten naaktfoto strijden zij voor het recht om zelf te mogen beslissen wat mooi en lief is. Er wordt een meisje gestekt aan de oevers van een kristalheldere beek vol dromende zeekoeien. Er wordt een Russische prinses gerustgesteld in een appartement vol tafelzilver. Het World Trade Center stort in en aan de rand van het monument voor 9/11 trouwt een vader met een pop van fruit onder het groente- en fruitschap van een verlaten supermarkt.

In Het Perenlied worden romantiek en avontuur gekruist met bietensoep en roze dolfijnen. Een vrolijk zingend magisch-realistisch debuut is het resultaat.

 

1

De vader van de Bietenkoningin huurde een auto bij een bedrijf op het vliegveld en draaide de snelweg op. In de zijberm zag hij cactusstruiken met uit de auto gegooide frisdrankbekers erin en op de strook groen in het midden van de weg stond om de honderd meter een palmboom hoger dan twee vlaggenmasten op elkaar. Toen hij ze voorbij reed, viel er een streep schaduw in de auto. De zon scheen fel en met samengeknepen ogen probeerde de vader van de Bietenkoningin de uitgeprinte routebeschrijving te volgen die hij op de bijrijdersstoel had neergelegd. Het was heet in de auto, er kwam Spaanstalige muziek uit de radio, die hij heel hard zette. Na drie uur rijden kwam hij eindelijk thuis. Het was een leeg huis, met lege meubels en een lege tuin. Er lag een envelop op de nieuwe keukentafel.

Beste meneer Robbins,

Welkom in uw nieuwe huis! We hopen dat u hier een fijne tijd zult hebben en tot rust kunt komen na uw traumatische ervaringen. Zoals u reeds is medegedeeld in een eerder schrijven, mogen u en uw naasten zo lang blijven als u zelf wilt, met volledige doorbetaling van uw salaris, mits u in dienst van Disney blijft en volledig afstand neemt van uw recht Disney aansprakelijk te stellen voor uw ervaringen tijdens de aanslagen op 11 september en alle eventuele gevolgen daarvan. Bijgesloten vindt u het contract waarvan wij graag een ondertekende kopie retour zien. Wij wensen u een fijn verblijf.

Alle goeds,
The Disney 9/11 Recovery Programme

Boven de keukentafel hing een waterverfschilderij van Donald Duck. Zijn witte veren leken van dichtbij op wolken. Op zijn linkerhand balanceerde een bord met een rode gelatinepudding erop. De pudding was doorzichtig, maar omdat er geen achtergrond was geschilderd zag je achter de pudding alleen het lege niets. De zon scheen op de lijst, waardoor het door de weerspiegeling van het glas leek alsof er een fel licht vanuit de pudding de kamer in scheen.
De ochtend na zijn aankomst vond de vader van de Bietenkoningin een schep in de schuur naast het huis, en na een paar dagen nietsdoen in de Floridase zon begon hij uit verveling de tuin rond zijn huis om te spitten. Terwijl hij dat deed, dacht hij aan Chad. Zijn denken was minder paniekerig geworden, het was nu constant en nat als zwarte aarde. Hij dacht aan de opgestroopte mouwen van Chad, hij rook de geur van zijn colbert, hij hoorde Chads stem die stotterend om soep vroeg. Toen hij de hele tuin had omgespit en in de supermarkt, alleen en in zijn te grote korte broek, voor het schap met zaden stond, ging zijn hand automatisch naar het enige zakje dat er op dat moment voor hem toe deed: een zakje bietenzaad.
Terwijl hij laat op de middag het bietenzaad in de omgespitte aarde strooide, zong hij een zelfverzonnen liedje voor Chad. ’s Nachts keek hij uit het badkamerraam naar zijn tuin en hij zong nog een beetje meer. Hij zong voor Chad terwijl hij met een groene gieter de planten water gaf en hij fantaseerde dat hij samen met Chad onder een warme douche stond, elkaar stevig vasthoudend, zodat geen van beiden buiten de warme straal zou komen te staan. De woorden van het liedje waren nooit hetzelfde en ze rijmden soms wel en soms niet, maar de melodie trok in de groeiende planten.

Na zes maanden, tijdens een warme julinacht, braken de bieten, die langzaam onder het loof waren gegroeid, door het plafond van aarde boven hun hoofd en toonden hun kruinen aan de sterrenlucht. Het was de nacht van 4 op 5 juli, misschien werden ze gelokt door het geflits en geknal van het vuurwerk boven de stad. Paars doorregen bosjes groene bladeren werden een millimeter hoger boven de grond getild. De bieten groeiden de hele nacht door en de vader van de Bietenkoningin droomde woelend in zijn bed over een waterval.
De volgende ochtend, toen hij zag dat de bieten boven de grond uit kwamen, oogstte hij. Met zijn blote handen trok hij de bieten uit de grond, sneed ze los van hun bladeren en waste ze. Er vloog een pelikaan over het huis, er liep een magere lapjeskat door de tuin die hij nooit eerder had gezien, de vader van de Bietenkoningin neuriede en zong even later hardop. Vijftien bieten lagen aan het eind van de ochtend op de zitting van een witte plastic tuinstoel. Hij koos de mooiste drie uit en met die drie liep hij naar de keuken, hij maakte ze schoon en deed ze in een pan water op het vuur. Hij bleef naast het fornuis staan terwijl het water begon te koken en de bieten zachtjes op en neer hobbelden.

Het lichaam van Chad Westwick was nooit gevonden. ’s Nachts, terwijl de geluiden van de subtropische nacht hem wakker hielden, maakte de vader van de Bietenkoningin zichzelf soms wijs dat Chad helemaal niet was omgekomen bij de aanslagen, maar dat hij op het moment dat de vader van de Bietenkoningin naar beneden ging om een pruim te eten achter hem aan was geslopen. Chad Westwick had zich verstopt achter een zuil in de ontvangstlobby van de toren en vertederd en licht opgewonden had hij naar de vader van de Bietenkoningin gekeken die in de druipende pruim beet. Op het moment dat Chad eindelijk besloot om op de vader van de Bietenkoningin af te stappen om hem te vertellen dat hij verliefd op hem was, sloeg het vliegtuig in. Een plafondplaat liet los en viel precies op Chads hoofd, waardoor hij buiten westen raakte. Twee brandweerlieden vonden hem vlak voor de toren instortte en met gevaar voor eigen leven brachten zij Chad in veiligheid. Hij werd wakker zonder geheugen. Het enige wat hij nog wist was dat zijn grote liefde ergens in de wereld een pruim stond te eten, maar wie die grote liefde was wist hij niet, behalve dat die een snor had en dat hij hem om bietensoep had gevraagd. Hij moest die grote liefde ogenblikkelijk vinden.
Direct nadat hij uit het ziekenhuis was ontslagen, zou Chad beginnen met zoeken. Op een dag zou hij voor het nieuwe, Floridase huis van de vader van de Bietenkoningin staan, met een halfopen zomerblouse, een stoppelbaard, dodelijk vermoeid maar gelukkig. De vader van de Bietenkoningin zou hem bij zijn middel vastpakken, zijn arm om zijn schouder slaan, hem mee naar binnen nemen en hem uitkleden en wassen. Dan zou hij Chad, afgedroogd en naakt, op het bed leggen. Een deken hoefde niet, het zou warm zijn. De vader van de Bietenkoningin zou de bijna slapende Chad Westwick bedekken met kussen. Hij zou beginnen bij de uiteindes, de kruin, de toppen van de vingers, de tenen. In het midden legt hij voorzichtig, dan gulziger, zijn lippen om Chad heen.
Terwijl de vader van de Bietenkoningin over Chad fantaseerde, terwijl hij de droom die hij voor de nacht bewaarde nu ook afspeelde terwijl hij naast de bieten stond te wachten tot ze kookten, had hij zijn broek opengeknoopt en zijn piemel in zijn hand genomen. Met gesloten ogen draaide hij de droom af, dacht hij aan Chads mond, Chads handen, Chads tong. Drie bieten in kokend water. De vader van de Bietenkoningin zag de ogen van Chad voor zich flakkeren terwijl hij zijn hand snel op en neer liet gaan. Hij kneep zijn eigen ogen nog steviger dicht, hij drukte zijn kont naar achteren. Zijn mond hing een beetje open.
Opeens kwam hij klaar, met heftige, wilde, zoete schokken die doorklonken tot in zijn stuitje, vele malen krachtiger dan wanneer hij normaal klaarkwam. Zijn zaad, afgeschoten ter hoogte van de knoppen van het fornuis, spoot omhoog. Drie keer. Eén keer precies in de pan, twee keer tegen de zijkant, waar het verdampte in de hitte van het fornuis. Er stroomden tranen over zijn wangen, de tranen vermengden zich met zweet. Chad was geil en Chad was weg.
Door de plotselinge toevoeging van zaad begon het water in de pan hevig te borrelen. Paarsrode bieten stuiterden op en neer alsof ze uit het hete water wilden ontsnappen. Toen zwollen ze op. Ze groeiden naar elkaar toe, net zo lang totdat er geen ruimte in de pan meer over was, ze al het water en zaad in zich hadden opgenomen en één grote prop biet vormden. Er verschenen kleine, lichtpaarse bloemen op de bieten, niet breder dan een cent, met een goudkleurige stamper in het midden, en zoveel dat de bieten op een groot brok koraal begonnen te lijken. De prop bieten groeide door en rees uit de pan omhoog. Hij reikte boven de vader van de Bietenkoningin uit, die met grote ogen en zijn pik nog in zijn hand achteruitdeinsde. Hij staarde naar de talloze bloesems die uit de pan kwamen en zag hoe ze aan elkaar vastgroeiden. Blaadjes vonden elkaar, totdat alle kleine bloemen aan elkaar vastzaten en er een doorzichtig vlies over het grote brok biet was getrokken, als een paarse heteluchtballon met de pan als roestvrijstalen mand eronder.
Toen liep de ballon leeg. Er klonk gesis, er steeg stoom op en de ballon van paarse bloemen slonk totdat hij weer achter de rand van de pan verdween. Het werd stil in de keuken. Buiten klonk het gekras van een tropische vogel. Er dreef een wolk voor de zon langs. Een witroze hagedis liep over de muur en maakte een klakkend geluid. Uit de pan klonk een zacht gehuil.
De vader van de Bietenkoningin boog zich over de pan en keek erin. Er lag een babymeisje op de bodem. Het was te klein, als een kind dat minstens een maand te vroeg geboren was. De baby had een dieppaarse huid, gestreept door schaduw en zonlicht dat tussen de vitrages door de keuken binnenviel. De ogen van de baby waren dicht, maar de mond stond wijd open en ze blèrde steeds harder en helderder.
Uit biet en zaad en water geboren, lag in een simpele roestvrijstalen pan de dochter van Chad Westwick en de vader van de Bietenkoningin. Met paarse ogen, een paarse buik, paarse schouders en twee lippen bijna zwart. De vader van de Bietenkoningin haalde haar vlug uit de hete pan en legde haar op een handdoek op het aanrecht. Wat de vader van de Bietenkoningin niet hoorde, maar wat al wel in en uit elke molecuul paarse melanine in haar huid zachtjes gonsde, was het Perenlied. Een lied met zelfverzonnen woorden dat naarmate ze op zou groeien alleen maar harder zou klinken, aan zou zwellen. Niet als een lucifer die een bosbrand wordt, maar als een zwarte watermeloenpit die uiteindelijk uitmondt in een donkergroene en vanbinnen dieprode, sappige planeet.

 

Copyright © 2020 Joost Oomen

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum