Leesfragment: Mama's laatste omhelzing

18 mei 2019 , door Frans de Waal
| |

20 mei verschijnt Mama's laatste omhelzing. Over emoties bij dieren en wat ze ons zeggen over onszelf van Frans de Waal. Mama's laatste omhelzing verscheen eerst in het Engels, maar is naar het Nederlands vertaald door Albert Witteveen. Het boek bevat ook foto's en tekeningen van De Waal. Lees bij ons alvast een fragment!

Na zijn succesvolle boek Zijn we slim genoeg om te weten hoe slim dieren zijn? over intelligentie bij dieren, richt Frans de Waal zich nu op emoties. En ook daarin zijn mensen meer verwant aan dieren dan ze denken. Mama’s laatste omhelzing opent met het dramatische afscheid tussen Mama, een stervende 59-jarige chimpansee, en Jan van Hooff, bioloog en oud-directeur van Burgers’ Zoo. Hun laatste omhelzing werd gefilmd en vervolgens breed verspreid op internet. In Mama’s laatste omhelzing laat Frans de Waal overtuigend zien dat er zoiets is als (zelf)bewustzijn bij dieren; hij interpreteert gezichtsuitdrukkingen en vertelt over de emotionele kanten van dierlijke én menselijke omgangsvormen. Mensen hebben niet één orgaan dat dieren niet ook hebben, dus waarom zouden we aannemen dat wij als enige emoties kennen? Dankzij de vele voorbeelden en de heldere taal van De Waal is Mama’s laatste omhelzing een feest om te lezen. En we worden er nog wijzer van ook.

N.B. Eerder besprak Esther Wils voor ons Mama's Last Hug.

 

Eindigheid en rouw

Toen Mama’s toestand verslechterde, zonder hoop op verbetering, paste een dierenarts euthanasie bij haar toe. Het was een ongelofelijk trieste dag, maar de beslissing was onontkoombaar. De dierentuin deed vervolgens iets wat zelden deel uitmaakt van het protocol rond de dood: men gaf de kolonie gelegenheid om Mama’s lichaam te zien en aan te raken door het in het nachthok te laten liggen met de deur open. Al het komen en gaan werd gefilmd.
Uit de video-opnamen blijkt dat de vrouwen meer interesse hadden dan de mannen. De mannen sloegen hoofdzakelijk een paar keer tegen het lichaam en sleepten het rond. Zo’n ruwe behandeling lijkt misschien ongepast, maar we hebben dit wel vaker gezien: waarschijnlijk is het een poging de dode tot leven te wekken. Hoe weet je zeker dat een individu echt dood is als je zijn of haar reacties niet uitvoerig test? Zelfs in een ziekenhuis wordt iemand pas doodverklaard nadat de reanimatiepogingen zijn mislukt. De vrouwelijke chimpansees deden iets vergelijkbaars, zij het iets subtieler: ze tilden een arm of een voet op en keken hoe die neerplofte, of ze keken in de mond, misschien om te controleren of ze echt niet meer ademde. Maar toen een van de vrouwen aan het lichaam trok om het te verplaatsen, kreeg ze de wind van voren van Geisha, Mama’s adoptiedochter. Anders dan de anderen nam Geisha geen moment de tijd om iets te eten of met anderen om te gaan, en bleef ze onafgebroken bij het lijk. Ze gedroeg zich zoals mensen bij een wake. Een wake was vanouds een periode waarin de naasten thuis de wacht hielden bij een overledene. Waarschijnlijk kwam de wake bij mensen oorspronkelijk voort uit de hoop dat de beminde weer tot leven zou komen, of anders uit de wens om er vóór de begrafenis absoluut zeker van te zijn dat hij of zij dood was.
Geisha is de dochter van Kuif. Na de dood van haar moeder had Mama haar onder haar hoede genomen. Dat was logisch, gezien de hechte band tussen Mama en Kuif. Na de dood van Mama bracht Geisha de meeste tijd bij het lichaam door, meer nog dan Mama’s biologische dochter en kleindochter. Alle vrouwen kwamen in totale stilte bij haar, een ongebruikelijke toestand voor chimps. Ze roken aan het lichaam en inspecteerden het op verschillende manieren, of zaten het een tijdje te vlooien.
Ze brachten ook een deken van elders mee, en lieten die achter in de buurt van Mama’s lichaam. Dat was moeilijker te verklaren, maar het deed me denken aan de dood van een andere chimpansee.
Op een dag in het Yerkes Field Station zat Amos, een populaire voormalige alfaman, te hijgen met wel zestig ademhalingen per minuut. Het zweet droop van zijn gezicht. We hadden zijn slechte toestand niet eerder opgemerkt omdat hij die zo lang mogelijk voor ons verborgen had gehouden, zoals chimpanseemannen dat meestal doen. Mannen laten niet graag hun kwetsbaarheid zien. Pas na zijn dood, een paar dagen later, kwamen we erachter dat Amos een enorm vergrote lever en diverse kwaadaardige gezwellen had. Omdat hij weigerde met de anderen naar buiten te gaan, hielden we hem apart en lieten een deur naar zijn nachthok op een kier. Een vriendin, Daisy, kwam regelmatig bij hem op bezoek. Ze reikte door de kier om lief de zachte plek achter zijn oor te strelen. Op een bepaald moment bracht ze houtwol mee en schoof grote hoeveelheden daarvan naar Amos. Chimps bouwen graag een nest met zulk materiaal. Daisy reikte verschillende keren naar binnen om de houtwol tussen Amos’ rug en de muur waartegen hij leunde te stoppen, alsof ze besefte dat hij pijn had en beter af zou zijn als hij tegen iets zachts leunde. Het leek op de situatie in een ziekenhuis waarbij we kussens in de rug van een patiënt stoppen.
Ook al weten we dus niet hoe die deken bij het stoffelijk overschot van Mama terecht was gekomen, we kunnen niet uitsluiten dat iemand had geprobeerd het haar wat gemakkelijker te maken, misschien in reactie op haar ijskoude toestand. De studie naar de reacties van mensapen en andere dieren op de dood van anderen wordt ‘thanatologie’ genoemd, naar de Griekse god van de niet-gewelddadige dood Thanatos. Rouwen na iemands dood is moeilijk te definiëren, maar de Amerikaanse antropologe Barbara King stelt in haar boek How Animals Grieve uit 2013 dat een minimumvereiste is dat individuen die een hechte band hadden met de dode zich merkbaar anders gaan gedragen, zoals minder eten, lusteloos worden, of de plek bewaken waar de dode het laatst werd gezien. Als de dode een nakomeling is, kan de moeder het stinkende lijk bewaren tot het uiteenvalt, zoals vaak is waargenomen. Een chimpanseemoeder in een woud in West-Afrika droeg haar dode jong niet minder dan zevenentwintig dagen met zich mee. Deze reactie lijkt vrij natuurlijk bij primaten, die hun jong op hun buik of rug dragen, maar ze is ook opgemerkt bij dolfijnen. Een moederdolfijn kan het lichaam van haar dode kalf dagenlang drijvend houden.
Individuen die geen hechte band met de dode hadden, hebben geen reden om aangedaan te zijn door zijn of haar sterven. Veel huisdieren reageren bijvoorbeeld nauwelijks als een ander dier in de huishouding is gestorven. Voor rouw is een hechte band nodig. Hoe sterker de band, hoe sterker de reactie op de verbreking. Dit geldt voor alle zoogdieren en vogels, waaronder de kraaiachtigen. Toen de partner van een van mijn kauwen om onbekende redenen verdween, bleef hij dagenlang roepen terwijl hij de hemel afspeurde. Toen ze niet terugkwam, gaf hij het op en stierf een paar dagen later. Toen was het mijn beurt om te treuren om het verlies van twee vogels die me zoveel genegenheid en plezier hadden gegeven en me hadden duidelijk gemaakt dat het emotionele leven van vogels niet onderdoet voor dat van zoogdieren.
De eminente Oostenrijkse etholoog Konrad Lorenz verheerlijkte de levenslange partnerbanden van zijn ganzen. Toen een van zijn studenten meldde dat ze een paar gevallen van ontrouw had opgemerkt, probeerde ze de klap te verzachten door eraan toe te voegen dat dit de ganzen ‘alleen maar menselijk’ maakte. Monogamie, of een vaste paarband, komt meer voor bij vogels dan bij zoogdieren. Eigenlijk zijn maar heel weinig primaten monogaam, en of mensen dat echt zijn is vatbaar voor discussie. De hiermee gepaard gaande emoties kunnen bij de verschillende soorten echter vergelijkbaar zijn, omdat bij alle zoogdieren oxytocine een rol speelt. Deze oeroude neuropeptide is een hormoon dat door de hypofyse wordt afgescheiden tijdens seks, zogen en baren (het wordt ook routinematig toegediend op kraamafdelingen om weeën op te wekken); dit hormoon werkt echter ook stimulerend voor het onderhouden van banden tussen volwassenen. Mensen die net verliefd zijn geworden, hebben meer oxytocine in hun bloed dan singles, en de hoge concentratie houdt aan als de relatie aanblijft. Maar oxytocine beschermt ook partnerbanden tegen avonturen met anderen. Als getrouwde mannen dit hormoon in een neusspray krijgen toegediend, voelen ze zich ongemakkelijk rond aantrekkelijke vrouwen en blijven liever uit hun buurt.
Zelfs als we de romantische liefde tussen mensen als speciaal beschouwen, dan nog zijn de neurale overeenkomsten met andere soorten opvallend. Larry Young, een neurowetenschapper en collega aan Emory University, is bekend om zijn onderzoek aan twee woelmuizensoorten. De graslandwoelmuis leidt een promiscue leven, terwijl de sterk gelijkende prairiewoelmuis koppels vormt waarin het mannetje en het vrouwtje exclusief met elkaar paren en samen hun jongen grootbrengen. De prairiewoelmuizen hebben veel meer oxytocinereceptoren in de beloningscentra van hun hersenen dan graslandwoelmuizen. Daardoor hebben ze een uiterst positieve associatie met seks, wat resulteert in een ‘verslaving’ aan de partner met wie ze die hadden. De oxytocine zorgt ervoor dat ze een band aangaan. Als deze prairiewoelmuizen hun partner verliezen, geven ze chemische veranderingen in hun hersenen te zien die wijzen op stress en depressie. Ze worden ook passief tegenover gevaar alsof het hun niet meer kan schelen of ze leven of doodgaan. Dus zelfs deze kleine knaagdieren lijken te kunnen rouwen.
De Amerikaanse zoöloge Patricia McConnell beschrijft hoe haar hond Lassie reageerde op de dood van haar beste vriend Luke. Deze twee honden waren dol op elkaar en waren altijd samen. Na de dood van Luke bleef Lassie een hele dag in de kamer bij het dode lichaam, terwijl ze met haar kop omlaag lag met diepbedroefde ogen en een diepe groef in haar voorhoofd. De volgende dag ging ze terug naar het stereotiepe gedrag van haar jeugd, rende als een gek rond en likte en zoog aan haar speelgoed alsof ze het innig koesterde. McConnell concludeerde dat het onherroepelijke van Lukes dood tot Lassie was doorgedrongen. Waarom zou haar stemming anders zo drastisch zijn veranderd?
Alles wijst erop dat tenminste sommige dieren zich realiseren dat een dode metgezel zich nooit meer zal bewegen. Toen een volwassen chimpanseeman in het wild uit een boom viel en zijn nek brak, keek een adolescente vrouw roerloos en zonder onderbreking langer dan een uur naar zijn lichaam, terwijl de andere mannen eromheen elkaar omarmden met een nerveuze grijns op hun gezicht. Er zou geen reden voor zulke dramatische reacties zijn als mensapen de situatie zagen als iets van voorbijgaande aard. Het besef van een onherroepelijke dood impliceert een verwachting voor de toekomst. We hebben heel wat wetenschappelijk bewijsmateriaal voor een oriëntatie op de toekomst bij primaten, gebaseerd op hoe ze hun trektochten door het bos plannen en gereedschappen voorbereiden voor een taak, maar we denken daarbij zelden aan het vooruitzien in verband met leven en dood. Om voor de hand liggende redenen beschikken we niet over experimenten rond dit vermogen. Als we het bewustzijn van de eigen dood een ‘besef van sterfelijkheid’ noemen – voor het bestaan waarvan we geen bewijs hebben buiten onze eigen soort – kunnen we Lassies besef dat Luke niet meer terugkomt een ‘besef van eindigheid’ noemen. Het verschil met het besef van sterfelijkheid is dat het om de ander gaat in plaats van jezelf.
Er zijn veel van zulke verhalen over het verlies van een dierbare, ook waar het gaat om katten, en natuurlijk ook andere huisdieren en hun baasjes. Van honden is bekend dat ze jarenlang bij het graf van hun menselijke metgezel blijven of elke dag terugkeren naar het spoorwegstation waar ze hem altijd afhaalden. Ik heb standbeelden gezien in Edinburgh en Tokio die zijn opgericht voor trouwe honden, Bobby en Hachiko. Deze trouw na de dood kan ook bij andere dieren voorkomen. Olifanten verzamelen soms het ivoor of de beenderen van een kuddelid dat is doodgegaan, ze pakken de stukken vast met hun slurf en geven die aan elkaar door. Sommige olifanten komen jarenlang terug naar de plek waar een familielid stierf, alleen maar om de overblijfselen aan te raken en te inspecteren.
Een heel ander voorbeeld van een eindigheidsbesef deed zich op een dag voor toen een gabonadder, een giftige slang, opdook in een reservaat in Afrika. De slang veroorzaakte intense angst onder de bonobo’s, en ze deinsden allemaal terug bij elke beweging van de slang. De bonobo’s porden het serpent voorzichtig met een stok, totdat de alfavrouw uiteindelijk de slang greep, omhoog wierp in de lucht en daarna tegen de grond sloeg. Nadat ze met de slang had afgerekend, wees niets bij de bonobo’s erop dat ze verwachtten dat hij weer tot leven zou komen. Dood is dood. De jongeren sleepten het levenloze lichaam vrolijk rond als een stuk speelgoed, slingerden het om hun nek, en wrongen de bek zelfs open om de grote giftanden te bekijken. Deze mensapen moeten de dood van de slang als onomkeerbaar hebben beschouwd.
We zijn er niet vaak daadwerkelijk getuige van dat een lid van een mensapenkolonie overlijdt, maar dat gebeurde wel in Burgers’ Zoo toen Oortje letterlijk doodviel. Zij was altijd vrolijk en onbezorgd, en een van mijn lievelingen. Oortje hoestte de laatste tijd veel, en haar toestand verslechterde ondanks de antibiotica die we haar gaven. Op een dag zagen we dat Kuif Oortje van dichtbij in de ogen keek. Daarna barstte Kuif zonder zichtbare reden uit in hysterisch gekrijs, terwijl ze zichzelf met spastische armbewegingen sloeg, zoals gefrustreerde chimps doen. Ze leek van haar stuk over iets wat ze in Oortjes ogen had gezien. Oortje zelf had zich tot dit moment stilgehouden, maar nu schreeuwde ze zwakjes terug. Ze probeerde te gaan liggen, viel van de boomstam waarop ze zat, en bleef roerloos op de grond liggen. Een chimpanseevrouw in een ander deel van het gebouw begon net zoals Kuif te krijsen, ook al kon ze helemaal niet gezien hebben wat er gebeurde. Daarna vielen vijfentwintig chimps volledig stil. De verzorger haalde alle andere apen bij Oortje weg en probeerde nog mond-op-mondbeademing, maar tevergeefs. Bij de autopsie kwam aan het licht dat Oortje een zware infectie in hart en onderbuik had.
Primaten reageren op de dood, net zoals de chimps rond Mama’s lichaam, op een manier die sterk lijkt op hoe mensen omgaan met een overledene, door het lichaam aan te raken, te wassen, te zalven en te verzorgen alvorens het los te laten. Maar wij gaan een stap verder door de doden te begraven, terwijl we hun vaak iets meegeven voor hun ‘reis’. De oude Egyptenaren vulden de graftomben van farao’s met voedsel, wijn, jachthonden, huisbavianen en grote vaartuigen. Om een verlies dragelijk te maken en hun eigen angst voor de sterfelijkheid te sussen zien mensen de dood vaak als een overgang naar een ander leven. Bij geen enkel ander dier zijn er tekenen van dezelfde opmerkelijke mentale innovatie.

 

© 2019 Frans de Waal
© 2019 Nederlandse vertaling Albert Witteveen

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum