Onze recensies & aanbevelingen

Vloeiend verleden

14 december 2009 Zijn referenties liggen in het verleden. Zo zegt hij het zelf. Mathematische precisie of gelukkige toevalligheid: Cees Nootebooms besluit om zich begin 1989 in Berlijn te vestigen kon voor hem niet beter komen. Het was immers Berlijn waar toen en nu stuivertje wisselden op elke straathoek, waar alles wat de Europese 20ste eeuw heeft voortgebracht nog niet gestold was, en waar wederom geschiedenis gemaakt ging worden. Al zijn Berlijnse notities, nu gebundeld uitgegeven en aangevuld in Berlijn 1989-2009 vormen de weerslag van en reflectie op deze dagen. Een uitzonderlijk werk uit wellicht zijn vruchtbaarste periode.

Galgenhumoristische filosofen

01 december 2009 Over humor in de filosofie is nauwelijks geschreven. Over de dood des te meer. Volgens Arthur Schopenhauer, zelf fervent tegenstander van leedvermaak, is de dood zelfs de eigenlijke genius van de filosofie. Is het verwonderlijk dat Maarten Doormans Denkers in de grond, een boek is waarin nu eens wel veel te lachen valt, gaat over de dood, vraagt Leonhard de Paepe zich af.

Verbraak laat psychiaters praten

27 november 2009

Wie deze zomer een beetje heeft opgelet kan het niet zijn ontgaan. De RVU zond Kijken in de ziel uit, een serie portretten van psychiaters, gemaakt door journalist en documentairemaker Coen Verbraak. De serie oogstte lof alom. NRC-recensent Hans Beerekamp noemde het ‘voorbeeldige televisie’ en de Volkskrant betitelde de serie als een pareltje, ‘meesterlijk’. En nu is er het boek, en ook op papier is Verbraaks meesterschap evident, zegt Christianne vink.

Kundera’s kunstliefde

27 november 2009 ‘…ontmoeting van mijn bespiegelingen en mijn herinneringen; van mijn oude (existentiële en esthetische) thema’s en mijn oude liefdes (Rabelais, Janácek, Fellini, Malaparte…)…’ Zo kenschetst de inmiddels tachtigjarige Milan Kundera zijn essaybundel Een ontmoeting, die onlangs verscheen in de geautoriseerde vertaling van Martin de Haan. Het is voor de lezer een inspirerend weerzien met de oude scherpte en strengheid van de schrijver, met zijn smaak, en zijn poëtica. Het is ook een hernieuwde kennismaking met de namen die ook in De kunst van de roman (1986), Verraden testamenten (1993) en Het doek (2005) aan de orde kwamen, en een nieuwe ontmoeting met collega-kunstenaars die hij zeer overtuigend een eerbetoon brengt, schrijft Esther Wils.
pro-mbooks1 : athenaeum