Recensie: Hoe een kijker een schrijver wordt: het debuut van Teju Cole

30 november 2015 , door Daan Stoffelsen
| | | |

Nu kennen we zijn hele oeuvre. De Nigeriaans-Amerikaanse schrijver Teju Cole (1975) maakte furore met Open City (2012, Open stad 2013), een onconventionele, schijnbaar plotloze roman, een geschiedenis van slachtoffers en van New York. Sindsdien viel hij op door journalistiek, fotografie en door scherpe, treffende tweets (lees 'Hafiz'). Maar zijn debuut, Every Day is for the Thief (2007), een novelle over Nigeria, was nog niet vertaald. In Elke dag is voor de dief (vertaling Paul van der Lecq) zie je hoe een geboren Nigeriaan terug komt en van een kijker een schrijver wordt. Door daan stoffelsen.

N.B. Eerder publiceerden we voor uit Open stad. Lees het fragment op Athenaeum.nl.

Gitzwart Nigeria

Het boek begint als een conventioneel reisverslag, met de ervaringen van de ik bij de Nigeriaanse ambassade. Corruptie dient aangegeven te worden, staat er, maar ondertussen moet je flink bijbetalen om je visum op tijd te krijgen. Het zet de toon van de eerste van de korte hoofdstukken. Iedereen wil geld van je, op het vliegveld, in de internetcafés (de Nigeriaanse e-mailafpersers), op straat (agenten zetten eenrichtingsverkeersborden zó dat je een overtreding begaat). En wie niet slim is, is sterk, breekt in en gebruikt de heer des huizes om via de poort bij de buren binnen te komen. Niet voor niets komt de titel van het Yoruba-spreekwoord 'Everyday is for the thief but one day is for the owner'.

Er zijn amper muziekwinkels, boekhandels, het nationale museum is leeg. In de grootste uitvoerhaven van slaven is geen monument voor slavernij. Mensen hebben geen verleden of hoop, ze leven bij de dag, ze weten hoe hoog een goede omkoopsom is. Het beeld dat we krijgen van Nigeria is gitzwart, en al snel verveelt dat. Het komt niet aan. Precies zoals de Nigerianen er zelf mee omgaan, ongetwijfeld, maar het lijkt me vooral het gevolg van onhandigheid. De opeenvolging is schools, de contrasten zijn scherp, zonder grijstinten. Er is geen ontzetting, alleen observatie en ergernis. Maar er zijn ook vreselijke verhalen die je toch van je stuk krijgen.

'De jongen is elf, maar hij heeft zijn hele leven weinig te eten gehad en lijkt veel jonger. Hij huilt. Hij probeert iets uit te leggen. Iemand heeft me daartoe aangezet, zegt hij, die man daar. Hij wijst. Het is zinloos. Een pezige man stapt naar voren en verkoopt hem een harde klap. Het gaat niet om een tas, zo blijkt; hij wordt ervan beschuldigd een baby te hebben gestolen. [...] De band is over de jongen heen gegooid. Hij valt flauw, maar als hij met benzine wordt overgoten, komt hij plotseling weer vervuld van paniek tot leven. Vanuit de verte kijken twee verkeersagenten toe, de mannen die "de Gele Koorts" genoemd worden. De rondspattende vloeistof vervliegt sneller dan water, het ruikt, het druipt van hem af, vormt kraaltjes in zijn kroeshaar. Hij glanst. Hij stopt met zijn smeekbedes. Hij smeekt niet langer en staat nog niet in brand. Het wit van zijn ogen is fel als lamplicht. Er ontbreekt nog één ding, waarin snel voorzien wordt. Het vuur laait luid suizend op en de menigte hapt naar adem en deinst achteruit. De jongen danst als een bezetene, maar door de band die hem omknelt, valt hij al snel voorover en blijft dan stil liggen. Het vuur raakt over zijn hoogtepunt heen, wordt dof en gaat sissend uit. De kwebbellende, zuchtende massa heeft er voor dit moment genoeg van en trekt zich terug. De man met de digicam laat zijn toestel zakken. Ook hij verdwijnt.'

De passage is langer, maar juist de details werken: 'kraaltjes in zijn kroeshaar', 'fel als lamplicht', 'luid suizend vuur'. En die man met de digicam. Indrukwekkend. Het werkt, ook omdat we de hoofdpersoon inmiddels hebben leren kennen. Want net als in Open stad wordt het interessant als de ik niet alleen zijn omgeving observeert, maar ook zichzelf ín die omgeving. Hij raakt in gesprek met mensen, wordt meegenomen door zijn familie en vrienden, en af en toe ziet hij ook iets moois.

Zonnevlekken

De ik ziet, met Tomas Tranströmer, soms een 'zonnevlek over de huismuur' in deze gewelddadige maatschappij. Dit is een magisch moment:

'De voorlaatste passagier die op Ojodu-Berger in de Danfo stapt is een vrouw, gekleed in een adire blouse. Ze heeft een dik boek in de hand. De stofomslag is gebroken wit, mat. Ik kan haar gezicht niet zien, al probeer ik dat wel. Maar als ze gaat zitten steek ik mijn nek uit om te kijken wat er op het boekomslag staat en mijn blik valt op de naam van de auteur. Wat ik zie, maakt dat ik mijn hart in mijn keel voel kloppen en spartelen als een meerval in een emmer: Michael Ondaatje.
[...]
De bus steekt vanaf Yaba de Third Mainland Bridge over naar Lagos Island. In de schaduw van de wolkenkrabbers werpen halfnaakte mannen in boomstamkano’s hun netten uit in de lagune. De arbeid van armen en schouders. Ik denk aan de versregel van Auden: Poëzie laat niets gebeuren. De bus komt tot stilstand. Ze stapt uit op Obalende, met haar boek, en verdwijnt snel in de boekloze menigte. Ze is ineens weg. Weg, maar wel in mijn geheugen gegrift. Deze vrouw, wazig als een foto gemaakt met de lens wijd open.'

Kijk, zo'n kloppend en spartelend hart of zo'n gegrift geheugen, dat had van mij niet gehoeven. Maar zoals de wolkenkrabbers en de halfnaakte mannen botsen. Zoals Auden opduikt, en zoals de ik eindigt met een sterk beeld uit de fotografie - dat is literair talent. Dat zie je ook in hoe Cole de worsteling zichtbaar maakt van de tijdelijke remigrant en de buitenstaander, de kijker, die gedwongen wordt over zijn positie na te denken.

Elke dag is voor de dief is op verschillende niveaus - stijl, structuur, karaktertekening - nog wat vlak. Het is een typisch debuut wat dat betreft, en geen roman bovendien. Een novelle, noemt Cole hem zelf, maar ook voor die kortere vorm gebeurt er weinig in. Dat is niet gek voor wie zijn romandebuut heeft gelezen, die werkte ook niet met traditionele structuren, maar de intrige van Open stad ontbreekt hier.

Waarom dan dit boek lezen? Om de documentaire waarde, een voorafschaduwing van Coles derde, nog te verschijnen non-fictieboek, Radio Lagos. Om de intrigerende, documentaire zwart-witfoto's, sebaldiaans tussen de korte hoofdstukken in. Om die paar scènes die zich loszingen van de ergernis van de hoofdpersoon. En om een grillig, nog onscherp beeld van een groot schrijverschap te krijgen. Om de zonnevlek te volgen.

Daan Stoffelsen is webboekverkoper bij Athenaeum Boekhandel, recensent en redacteur van De Revisor. Hij besprak Open stad voor NRC Handelsblad.

 

Elke dag is van de dief, door Teju Cole, is te koop bij Athenaeum Boekhandel en te bestellen op Athenaeum.nl.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum