Recensie: Het mooiste boek van het jaar?

08 juni 2015 , door Maarten Asscher
| |

Af en toe verschijnt er een zo uitnodigend kunstboek dat je er hulpeloos intuimelt, om na een avond lezen en bladeren jezelf weer in je eigen stoel terug te vinden, met het gevoel alsof je een groot avontuur achter de rug hebt. Airline Visual Identity 1945-1975 – het lijkt de saaist mogelijke titel - is zo’n boek. Het is niet alleen krankzinnig mooi uitgegeven, het boek is zelf ook een soort tijdmachine, waarin je door de gouden jaren van de naoorlogse luchtvaart reist. Door maarten asscher.

De splinternieuwe Duitse uitgeverij Callisto Verlag presenteerde dit jaar op de Frankfurter Buch Messe slechts één boek, maar dat is dan ook een boek waar de hele wereld inpast. Airline Visual Identity 1945-1975 is een exuberante ode aan de naoorlogse wereld van de luchtvaart, toen vliegen nog een droom van ‘luxe, kalmte en genot’ was, toen je bij aanvang van een vliegreis nog ‘de wereld van Peter Stuyvesant’ binnenstapte. Daarvoor en daarna was dat heel anders: in de oorlogsjaren associeer je vliegen met bombardementen, troepentransporten, luchtlandingen, en vanaf de jaren zeventig is de burgerluchtvaart vooral in het nieuws vanwege kapingen, voortschrijdende milieuvervuiling, geluidsoverlast en de meest uiteenlopende rampen. Maar in de gouden jaren van 1945 tot 1975 valt er een Hollywood-achtig verhaal over het internationale vliegverkeer te vertellen, met de grote luchtvaartmaatschappijen in de rol van de studio’s: Panam, TWA, Canadian Pacific, United Airlines, maar ook Europese maatschappijen als Air France, Swissair en BOAC.

De ‘happy few’

Wie nu de namen United Airlines of American Airlines hoort, denkt meteen aan 9/11, toen toestellen van deze twee luchtvaartmaatschappijen werden gebruikt voor terroristische aanslagen in New York en Washington, maar in de eerste naoorlogse decennia stonden deze namen symbool voor een letterlijk grenzenloze mondialisering. Vliegen was een luxe, met bediening, met beenruimte, met champagne. Een intercontinentale vlucht was een verblijf in een vliegend hotel-restaurant, waar je na een uitvoerig diner op hoog niveau insliep om de volgende ochtend met een verzorgd ontbijt aan de andere kant van de wereld weer wakker te worden: Sydney! Hawaii! Bali!

Dat was althans de verleidelijke illusie die luchtvaartmaatschappijen de ‘happy few’ over de hele wereld voorhielden, in advertenties, op posters en in andere gelikte reclame-uitingen. De beste fotografen, illustratoren en designers werden ingezet om iedereen voor te spiegelen dat je tegen betaling kon toetreden tot die wereld van de ‘happy few’, waarin iedere intercontinentale passagier eigenlijk een soort Hollywood-ster was.

Het ultieme salontafelboek

Het boek Airline Visual Identity 1945-1975 brengt op 436 pagina’s die filmische droom van het wereldomspannende vliegen in beeld aan de hand van de visuele identiteit die de belangrijkste luchtvaartmaatschappijen zich in die jaren door grafisch ontwerpers lieten aanmeten. Om recht te doen aan het raffinement van de uitingen waarmee dat gebeurde, zijn bij de foto’s, de posters en de illustraties in dit boek letterlijk kosten nog moeite gespaard: naast 4-kleuren offsetdruk werden nog veertien extra Pantone-kleuren gebruikt, mat en glanzend vernis, plus verschillende metallic-, gloss- en präg-technieken. Het resultaat is een boek waarvoor het woord ‘kloek’ ten enenmale tekortschiet, op een indrukwekkend formaat van 31 bij 41 centimeter.

Airline Visual Identity 1945-1975 is een boek dat bijna zelf een landingsgestel nodig heeft om netjes op een tafelblad neergelegd, opengeslagen, doorgebladerd en gelezen te worden. Maar wie die moeite neemt, nadat hij zichzelf (of iemand anders) op dit ultieme salontafelboek heeft getrakteerd, mag mee opstijgen in de droomwereld van ontwerpers en tekenaars als Massimo Vignelli, Saul Bass, Ivan Chermayeff en Otl Aicher.

Werbeplakate Flugreisen 1960

Hoger dan architectuur

De samensteller en auteur van dit extreme droomboek is Mathias Hühne, een Duitse, internationaal opererende projectontwikkelaar. Na een cum laude-behaald diploma aan Harvard werkte hij eerst bij de Amerikaanse onroerend goedfirma Hines, voordat hij in 1996 in Duitsland zijn eigen vastgoedbedrijf oprichtte, waarvan het kantoor zich tegenwoordig bevindt op de Berlijnse Potsdamer Platz. Ik weet niets van hem, buiten de indrukwekkend glanzende kantoortorens die hij volgens zijn website in Berlijn, Frankfurt en elders heeft laten verrijzen.

Misschien is Hühnes monumentale eerbetoon aan de gloriejaren van het vliegen wel – letterlijk – de hoogste vorm van grafisch ontwerp, een hoogte die zowel voor de maker als voor de lezer van dit boek nog uitstijgt boven de moderne high-rise architectuur die onze tegenwoordige visie op de moderniteit domineert. In elk geval heeft zijn belangstelling voor architectuur, kunst en design en zijn kennelijke obsessie voor de historische esthetiek van de burgerluchtvaart in de jaren na de Tweede Wereldoorlog wat mij betreft het meest somptueuze, misschien wel het mooiste boek van het jaar opgeleverd.

Maarten Asscher. Boekhandelaar en schrijver. Meest recente publicatie Appels en peren (2013).

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum