Recensie: Geluk kun je vangen in een vlindernet

30 november 2015 , door Anna Moerbeek
| | |

In The Enchanter: Nabokov and Happiness, verschenen in vertaling bij Uitgeverij Atlas Contact als De tovenaar, onderneemt Lila Azam Zanganeh een literaire zoektocht naar de auteur die haar het meest na aan het hart ligt: Vladimir Nabokov. Ze zoekt naar het geluk in zijn werk en zijn leven. Maar The Enchanter is ook een persoonlijk verslag van de invloed die het werk van Nabokov op haar heeft gehad, en een liefdevolle biografie van een bijzondere man. Fladderig van toon en structuur, zoals het overheersende en terugkerende motief van de vlinder. Door anna moerbeek.

N.B. Zanganeh spreekt vanavond bij het Nexus Instituut in Tilburg.

Niet voor niets heeft Zanganeh de vlinder tot motief van haar boek gemaakt. Nabokov, auteur van onder andere Lolita en Pale Fire, was immers zelf een groot vlinderliefhebber. Tot aan zijn dood trok hij eropuit met zijn net op zoek naar bijzondere exemplaren. Vlinders kwamen voor hem dichtbij een voorstelling van puur geluk:

'When he moved to the Montreux Palace in 1961, VN delighted in the fauna and flora he found along the hills of Swiss Riviera. He would disappear hours at a time on the heights of Verbier, Crans, and Saas-Fee, to hunt rare creatures which metamorphosed among strawberry shrubs or coniferous boughs. And that – simply that – was happiness.'

Het motief is goed gekozen. Niet alleen stelt het Zanganeh in staat een losse, fladderige vorm aan te houden, wat haar associatieve stijl ten goede komt, maar ook verbindt het de kenner en de leek; voor beiden is het beeld van Nabokov in een korte broek met vlindernet herkenbaar en voor beiden is The Enchanter een waardevol document. De ervaren Nabokov-lezer zal de veelvuldig geciteerde fragmenten (voornamelijk uit Lolita en Ada) herkennen en uitgenodigd worden deze met andere ogen te bekijken. Door het fragmentarische karakter en de afwisseling tussen biografische delen met bekende passages uit Nabokovs werk worden details belicht en dwarsverbanden gelegd. Voor de leek is The Enchanter een boek dat verleidt tot het lezen van de verhalen en romans van Nabokov; het prikkelt en maakt nieuwsgierig. Ook het enthousiasme van Zanganeh werkt aanstekelijk. Hoewel het boek in eerste instantie misschien een doolhof lijkt, wordt je daar als lezer met zachte hand doorheen geleid.

Het geluk waar Zanganeh naar op zoek is, schuilt volgens haar in veel aspecten. In vijftien hoofdstukken gaat ze de verschillende vormen van geluk bij Nabokov na. Zo benoemt ze dat ze van hem geleerd heeft op details te letten en verbanden te leggen:

‘Seeing, ceaselessly seeing; gleaning consciousness. Then attempting, at every turn, to record and recombine its elements. At core, the gift of the Nabokovian novel is this, just this: a call to whom-it-may-concern to capture photon after photon of fleeting life.’

Ook heeft ze het over het geluk dat ze vindt in zijn kleine (taal)grapjes en zijn specifieke taalgebruik:

‘There are certain words that dazzle and delight, scintillate and sparkle like stars on a see-through night, luminaries of luminescence that lure the eye toward fiery orbs thus far unseen.’

En de manier waarop hij naar tijd kijkt, is eveneens een voedingsbodem voor geluk:

‘Time does not flow, VN believes. “We feel it as moving only because it is the medium where growth and change take place or where things stop, like stations.’ But time, regardless, is perfectly still. ‘Eighty years quickly passed – a matter of changing a slide in a magic lantern.” Time passed, and time passing. Speed, like sequence, a delusion.’

The Enchanter is een bijzonder boek, vooral ook door de vorm. Het is moeilijk samen te vatten of tot een leidende gedachte terug te voeren. Het leest als een dagdroom. De tekst zweeft (of fladdert) van het ene fragment naar het andere en verbindt deze met bruggetjes, ingevingen, associaties of observaties. Je kan Lila Azam Zanganeh bijna voor je zien, mijmerend in haar ligstoel met een boek van Nabokov op schoot.

Bovenal wordt duidelijk hoezeer ze geraakt is door het werk van Nabokov en hoe verbonden ze zich met hem en zijn werk voelt. Dit leidt soms tot een wel erg amicale toon en het kan gaan storen dat ze hem pertinent VN noemt. Tegelijkertijd is het persoonlijke van haar verslag ook de kracht. Door vanuit haar eigen beleving te vertellen en haar persoonlijke bewondering te uiten, sleept Lila Azam Zanganeh je mee. Haar fascinatie wordt voor Nabokov wordt de fascinatie van de lezer. Geen enkele boekenliefhebber – al dan niet bekend met zijn werk – zal het na kunnen laten Lolita, Ada of Pale Fire er nog eens bij te pakken.

Anna Moerbeek studeerde literatuurwetenschap en is stagiaire bij Athenaeum.nl.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum