Recensie: Een boek voor de avonturier in ons

17 april 2014 , door Godeke Donner
| | |

Als studente raakte Judith Schalansky gefascineerd door de manier waarop eilanden in atlassen worden weergegeven. Eilanden zijn continenten op zich, omlijnde stukken land waarbij elk verband met het vasteland ontbreekt. De verstgelegen eilanden passen niet op nationale kaarten en worden doorgaans in een klein kader onderaan de kaart verwerkt - 'als zaten ze aan de cartografische kindertafel' schrijft Schalansky in Atlas van afgelegen eilanden. Het is niets anders dan een kwestie van perspectief of een eiland afgelegen is. De inwoners van Paaseiland, bijvoorbeeld, noemen hun eiland 'de navel van de wereld'. 

N.B. Deze recensie is een uitgewerkte versie van Godeke Donners live bespreking tijdens de Amsterdamse Boekennacht.

Theatrale ruimte

Alle merkwaardigheden van verre eilanden komen in deze prachtig uitgevoerde atlas aan bod. Eerst moesten ze natuurlijk ontdekt worden. En het spreekt vanzelf dat de opbrengst die de ontdekkingsreizigers ooit van hun inspanningen hoopten te krijgen in geen verhouding stond tot de ontberingen die hun onderweg of na aankomst wachtten. Met gevaar voor eigen leven gingen zeelieden en verkenners aan land. Kannibalisme, de afwezigheid van eten en drinkwater en de onaardse temperaturen maakten vaak een voortijdig einde aan de expedities. Maar voor wetenschappers was zo'n ontdekkingsreis een feest want hier was een laboratorium voorhanden dat zichzelf al had afgebakend. Flora, fauna en de enkele inwoner die er mogelijk huisde konden als microkosmos worden bestudeerd.


Het eiland Macquarie

Een 'theatrale ruimte' noemt Schalansky het, zo'n klein en vergelegen eiland. Alles wat er ooit is voorgevallen, lijkt door de geschiedenis te worden gecomprimeerd tot één verhaal. En daarvan heeft ze er vijftig opgeschreven. Links staat de tekst, rechts de ingetekende kaart van het eiland. De tekst begint met de volledige naam, de nationaliteit, de coördinaten en het jaar van ontdekking van het eiland in kwestie, afgezet op een tijdbalk die eventueel ook andere voorvallen noemt. Verder vermeldt Schalansky of het betreffende eiland bewoond is of niet (meestal niet) en, zo ja, hoeveel bewoners het heeft. Tot de verbeelding spreekt Takuu eiland, behorend bij Papoea Nieuw-Guinea. Het is nog geen anderhalve vierkante kilometer groot en heeft 560 inwoners die leven van de aanwezige kokospalmen. Door het schuiven van platen en de verandering van het klimaat is Takuu bezig onder de zeeplaat te verdwijnen.

Blijspel wordt thriller

Meer dan de helft van de eilanden die Schalansky heeft beschreven, liggen in de Grote of Stille Oceaan. Neem Floreana, een van de Galápagoseilanden die horen bij Ecuador (waarvan het meer dan 1000 kilometer verwijderd is). In maart 1535 is het ontdekt door Tomás de Berlanga, in 1793 overslagplaats geworden voor post en dan verschijnen er in 1929 twee Duitse kolonisten, Dore en Friedrich Ritter die op het eiland een boerderij beginnen. Kleren dragen ze alleen als er bezoek komt - en er komen heel wat nieuwsgierigen kijken. 'Adam en Eva van de Galápagos' worden ze in de kranten genoemd.

In 1932 betreedt een nieuwe koloniste het openluchttheater: de Oostenrijkse Eloise Wagner de Bousquet - een zelfbenoemde barones, een demi-mondaine met grote tanden en dunne wenkbrauwen, die op het eiland een luxehotel voor miljonairs wil bouwen. In haar kielzog koeien, ezels, kippen, vierduizend kilo cement en twee minnaars: Lorenz, een tengere jongeling met vlasblond haar, en Philippson, een beer van een vent, beiden slaaf van haar lusten en grillen. De barones speelt al snel de keizerin, ze tiranniseert de Ritters, regeert met zweep en revolver, mishandelt haar lakei Lorenz en verwondt dieren, enkel om ze daarna weer te verplegen tot ze gezond zijn. Haar hotel blijft ongebouwd; de Haciënda Paradiso is niet meer dan een tussen vier palen gespannen tentdoek.

Het blijspel gaat over in een thriller: in 1934 verdwijnen de barones en Philippson spoorloos, Lorenz' skelet wordt gevonden op het strand van een naburig eiland, en dokter Ritter bezwijkt aan de gevolgen van een vleesvergiftiging. Alleen Dore keert naar Berlijn terug. En de kranten van de hele wereld speculeren over de Galápagosaffaire: whodunit?

Beter dan een reisgids

En dit is dan nog een van de vrolijker verhalen. Wie op uithoeken van de aarde probeert aan land te gaan, bekoopt het meestal met de dood. Op een eiland bij Hawaï gaan vijf jonge kerels stoned als garnalen de zee op om ver uit de kust hun hengels uit te gooien - althans zo is hun tocht gereconstrueerd want er werd nooit meer iets van hen gehoord. Tien jaar later werden de wrakstukken van hun boot en enkele van hun botten aangetroffen op het onbewoonde eiland Taongi, een stipje van drie vierkante kilometer in de Stille Oceaan. Napoleon werd verbannen naar Sint Helena en vond er de dood. Vliegenierster Amelia Earheart seinde vanuit haar Lockheed Elektra ter hoogte van het eiland Howland in de Stille Oceaan naar haar bevoorradingsschip: 'We moeten vlakbij zijn, maar kunnen jullie niet zien. Brandstof wordt krap.' Nooit is er meer iets van haar of haar vliegtuig vernomen.

Stuk voor stuk appelleren de verhalen in De atlas van afgelegen eilanden, in het Nederlands vertaald door Goverdien Hauth-Grubben, aan de avonturier die in ons allemaal zit en die we er zo graag af en toe even uitlaten. Het raadplegen van kaarten kan het reizen vervangen, zegt Schalansky, sterker: een atlas is verre te verkiezen boven een reisgids. Voor deze voorbeeldig uitgegeven atlas geldt dat zeker.

Godeke Donner studeerde Nederlandse Letterkunde en Algemene Literatuurwetenschap en schreef boekrecensies voor verschillende kranten.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum