Recensie: Niet de stoornis, maar het individu

15 september 2015 , door Jacob Zwaan

In Darian Leaders boek Strictly Bipolar, dat in het Nederlands verschenen is onder de titel Manisch (vertaling René van de Weijer en Stanneke Wagenaar), zet de Londense psychoanalyticus zijn visie op manische depressiviteit uiteen. Het boek past in zijn opzienbarende en onverwacht populaire serie publicaties van de afgelopen jaren, waarin hij eerder  depressie (The New Black) en psychose (What is Madness?) van een geheel andere kant bekijkt dan tegenwoordig in de media, politiek en psychiatrie gebruikelijk is. Door jacob zwaan.

Niet bipolair, maar manisch-depressief

In de alom gebruikte diagnostische categorieën van de DSM wordt gesproken van een ‘Bipolaire stoornis’, die gekenmerkt wordt door een bijzonder opgewekte, geagiteerde stemming waardoor de patiënt in de problemen komt, en waarschijnlijk ook periodes van zware depressie. Leader geeft de voorkeur aan de term ‘Manische Depressiviteit’, met als uitgangspunt dat stemmingswisselingen allerlei aspecten kunnen hebben, waarvan slechts bepaalde specifiek manisch zijn.

Hij herkent manische depressie bijvoorbeeld aan het feit dat de patiënt heel categorisch onderscheid maakt tussen goed en slecht in zijn beleving, en bezig is met het inlossen van een schuld. Deze ideeën leiden volgens Leader tot de typische stemmingswisselingen die we met manische depressiviteit associëren. Leader voert autobiografisch werk van een aantal mensen met manische depressie aan om deze typische kenmerken naar voren te halen. Hij onderbouwt zijn betoog met illustraties en suggesties. Maar doorredeneren of doordenken laat hij vaak aan de lezer over.

Niet gek, maar individueel

Karakteristiek en aantrekkelijk aan Leaders stijl is de nadruk op de beleving en de gedachten van mensen die lijden aan een psychisch probleem. Psychische problemen worden weleens gezien als vreemde en beangstigende indringers in de normale belevingswereld, die eruit verwijderd moeten worden. Leader ziet ze eerder als fascinerend en bepalend voor de individualiteit van degene die ze heeft. Dit zou al verstandiger uitgangspunt kunnen zijn voor iedereen – ziek en gezond – dan de veelvuldig geziene angst en schaamte om niet binnen een beperkt, voorgeschreven beeld van de ‘normale mens’ te vallen.

Maar het gaat Leader om meer dan acceptatie. Hij meent ook dat psychologische problemen kunnen worden opgelost: niet door met medicijnen de symptomen te onderdrukken, maar door die te begrijpen. Gepikeerd stelt hij vast dat zelfs de meest psychologisch ingestelde commentatoren menen dat de stemmingswisselingen die bij manische depressie horen uit de lucht komen vallen en een biologische oorzaak hebben zonder verdere psychologische betekenis. Hij geeft een tegenvoorbeeld:

‘De schrijfster Rebecca West verviel altijd in diepe droefheid bij het zien van bergketens en pas toen ze het verband kon leggen met de grafieken van de stijgende en dalende prijzen van de koperaandelen die haar vader in haar jeugd tijdens het ontbijt altijd zorgelijk bestudeerde, verdampte haar somberte.’

Alle ingrediënten van Leaders redeneertrant zijn hier aanwezig: het voorbeeld is spitsvondig, komt uit het werk van een interessante auteur en zet in eerste instantie wellicht aan tot een resoluut van de hand wijzen. Zo wonderlijk kan de wereld toch niet in elkaar zitten? Wel volgens Leader, die eerder niet te beroerd was om te betogen dat zelfs een verkoudheid ook psychologische oorzaken heeft (Why do people get ill).

Niet eclectisch, maar beslist extreem

Waar de meeste boeken over psychische aandoeningen streven naar een soort eclecticisme  en alle mogelijke theoretische verklaringen en therapieën die verband houden met stoornissen omarmen, is Leader beslist extreem: hij houdt vol dat wat ons dwarszit wordt veroorzaakt door het onbewuste, waarin trauma’s liggen opgeslagen, en dat daar ook de oplossing moet worden bewerkstelligd. Er is veel te zeggen voor Leader, zowel voor zijn presentatie als voor zijn standpunt. Boeken met een overzicht aan wat voor verstandige dingen je allemaal zou kunnen doen als je het moeilijk hebt zijn er genoeg. Daarnaast hebben ze een ambigu en wat laf karakter. Waarom hebben we eigenlijk boeken nodig om ons te vertellen dat ons gedrag (medicijnen nemen, praten over je gevoelens of wat dan ook) ‘okay’ is? Misschien zouden we daarvoor beter naar de kerk kunnen gaan. Bovendien is de suggestie dat de psychiatrie niets interessanters te melden zou hebben, bijvoorbeeld over hoe het komt dat mensen vastlopen. Dit zou tenslotte het verschil moeten zijn tussen een psychiater en een dominee. Leaders werk is suggestief, maar wijdt zich ten minste nog aan deze opdracht.

Leaders zoektocht naar psychologische betekenis achter schijnbaar toevallige gebeurtenissen, zoals een stemmingswisseling, is ook goed verdedigbaar. Iedereen weet inmiddels dat elke psychische gebeurtenis gepaard gaat met gebeurtenissen in het brein. Waarom realiseert dan niemand zich dat het heel goed zou kunnen dat ook psychische betekenis te vinden is in iedere gebeurtenis in het brein? Waarom zouden sommige gebeurtenissen in het brein overeenstemmen met onze gedachten, overpeinzingen of berekeningen, terwijl andere psychologisch geheel zonder consequentie blijven? Het lijkt me waarschijnlijker dat een ‘hersenafwijking’ ook een psychologisch fenomeen is en net zo veelzijdig als gezonde psychologische fenomenen zoals die voorkomen tijdens het schaken of tijdens het vrijen. Leaders werk in de psychoanalyse doet een oprechte poging om het psychologische aspect van de hedendaagse psychische ziekten in kaart te brengen.

Na de analyse de woede

Na zijn onderzoek naar manische depressie, volgt zoals altijd na Leaders' analyses, woede. Wat manici volgens hem zou kunnen helpen – een gedegen onderzoek met een therapeut naar de eigen geschiedenis, dat jaren kan duren – biedt de maatschappij hen niet. Wat manici niet helpt – medicatie en stigma – dringt de maatschappij hen op.

‘Steeds meer mensen zien zichzelf als bipolair en lijden aan een “stoornis” die haar eigen, extern opgestelde regels volgt. […] De betekenis die mensen aan de gebeurtenissen in hun leven geven, vervaagt wanneer ze het zoveelste “ziektegeval” worden. […] We moeten terug naar een eerdere, meer humane benadering, waarin aandacht is voor het individuele van elk geval en de patiënt de kans krijgt – ondanks de tijd en de pijn die het zal vergen – verantwoordelijkheid te nemen voor zijn geschiedenis waar dat kan en een manier te vinden om te leven met de rest.’

Jacob Zwaan is classicus en wil psychotherapeut worden.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum