Recensie: De taal zelf

11 februari 2013 , door Bouke Vlierhuis
| | | |

Behoud de Begeerte, het Antwerps huis voor de literatuur organiseert dit jaar voor de twintigste keer haar valentijnsprogramma Saint Amour. Dit jubileumjaar staat de avond geheel in het teken van de in 2008 overleden Hugo Claus. Geen toepasselijker leesvoer mogelijk dus dan Je buik van pimpelmees, liefdesgedichten gekozen door Veerle Claus. Of liefdesgedichten? Claus ontleedt de liefde en de erotiek, tot grootse literatuur. Door bouke vlierhuis.

Rauwe erotiek

Liefdesgedichten… Er is niet veel waar ik een grotere hekel aan heb. Gelukkig staat er maar weinig in deze bundel dat je echt als liefdesgedicht kan bestempelen: 'ik hou van jou, ik blijf je trouw,' daar zul je tevergeefs naar zoeken in Je buik van pimpelmees. Wat je wel vindt is rauwe erotiek. Misschien, zo mijmerde ik tijdens het lezen, had de uitgever met een andere ondertitel kunnen aanhaken bij de huidige trend van erotische literatuur, zonder het meteen Vijftig tinten Claus te noemen natuurlijk.

Voor Claus is liefde fysieke liefde, in ieder geval in deze selectie door zijn weduwe, en leeft hij zich uit in beschrijvende metaforen. Dat het niet plat of grotesk wordt komt doordat zijn beelden uiteindelijk altijd gevoelens en niet fysieke handelingen weergeven. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Herman de Coninck en zijn epigoon Y.M. Dangre wordt het bij Claus dus nooit softporno:

Naakter raakt nooit zover dat ik je naakt
niet verder raak met mijn blik.

Daar wentel je je bekken open
en je krinkelt, scheurt en slaat
met onvaste voet en hekseschoot,
mijn zomernaakt, mijn
wild, mijn bikkelnaakt.

Geef jij je over aan het voer der mensen?
Je eet als een pelikaan,
je braakt als een haai.

Geef jij je over? Steeds breek je in mij binnen,
met modder en mahoniehouten ringen die
krols in mijn kop komen zingen,
mijn brompony, mijn prikkelpop.

Geducht bordurend borend bereik je mij
als naakt je kamhaar splijt.
De wind met kuren in het koren
is ons reikhalzend minnen, en
naakter nooit zover, mijn kindse koningin
met je buik van pimpelmees dan als ik je versplinter.

Liefde en erotiek zijn centrale begrippen in Claus' poëzie, en hier is hij bezig deze begrippen te ontleden en te onderzoeken. De liefde wordt weergegeven als iets dat scheurt en slaat, binnendringt, boort en versplintert. Beeld wordt op beeld gestapeld, waardoor dit gedicht op een zoektocht lijkt. Een zoektocht naar de mogelijkheden om weer te geven wat je voelt als jij en je geliefde naakt tegenover elkaar staan.

Claus gaat heel ver in het uitbouwen van zijn schurend-erotische beeldtaal. '[E]en vulva vol griesmeel, melktandjes, vruchten' komen we tegen in 'Love me or leave me' en in 'Halloween' heet het: 'Vergas me, trick or treat, in een finaal orgasme'. Of hier, in 'Hymen':

Haar gewillig gebinte
haar struik vol gesnurk
haar mild debiele lauwte
haar archipel van kwallen en melk

Sonnetten

Ook opgenomen zijn de sonnetten die Claus eind jaren tachtig schreef en die geïnspireerd zijn op de sonnetten van Shakespeare. Deze zijn interessant omdat Claus, als hij zijn inspiratie qua vorm en thema's in de klassieke literatuur zoekt, zelf moeiteloos meebeweegt. Het blijft Claus, maar het is alsof het keurslijf van de sonnetvorm ook zijn beeldtaal beteugelt. Dat maakt deze gedichten overigens niet minder indrukwekkend. Integendeel: er zijn maar weinig dichters die het strakke pak van het Shakespeariaans sonnet aan kunnen trekken zonder door de mand te vallen.

Claus doet niet alleen de sonnetvorm en de metaforiek van Shakespeare alle eer aan, hij speelt er ook mee, bijvoorbeeld in het sextet van Sonnet IV:

Dan vlucht ik snel in mijn metaforen.
Schaduwen op rijm, daar ben ik thuis.
Bij voorbeeld retorisch: Dat je smaakt als lentegras,

of onlogisch: Dat je buigt als het koren,
of typisch: Dat laatst je bovenlip onkuis was
als het dons van je muis

Van de liefde in het echte leven vlucht de dichter weg, zijn gedichten in. En daar wacht natuurlijk de liefde weer. Die ironie ziet de Claus ook en hij lost het op door in poëzie met poëzie te spelen, waarbij hij de speelsheid nog even subtiel laat twinkelen door het toevoegen van een extra rijmwoord in de voorlaatste regel ('onkuis'). Dat wijst dan weer vooruit naar het afsluitende 'muis', dat laat zien dat een dichter het wel degelijk over geslachtsdelen kan hebben zonder plat te worden.

Het is het zoveelste bewijs dat Claus een van de giganten van de Nederlandstalige literatuur is en zal blijven. Het laat ook zien wat voor de dichter Claus de belangrijkste liefde was: de taal zelf. Het in taal vormgeven van de liefde en daarbij het opzoeken van de grenzen van die taal, daarin excelleert Hugo Claus. Liefdesgedichten, ik heb er een hekel aan, behalve als ze, zoals hier, grootse literatuur zijn.

Bouke Vlierhuis is schrijver, dichter, recensent, columnist.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum