Recensie: Een einde aan de armoede?

30 november 2015 , door Godeke Donner
| | | | | | | |

Met wat voor middelen kun je armoede bestrijden, vragen de schrijvers van Poor Economics (in het Nederlands vertaald als Arm & kansrijk), Abhijit Vinayak Banerjee (1961) en Esther Duflo (1972), zich af. Een belangrijke en zware vraag, beantwoord in een uitstekend leesbaar boek, dat door de Financial Times en Goldman Sachs uitgeroepen is tot The Business Book of 2011. Dat is al opmerkelijk.
Deskundigen beweren dat buitenlandse hulp essentieel is omdat armoedelanden in een fuik zijn beland (Jeffrey Sachs) of juist dat we maar eens moeten beginnen helemaal geen hulp meer te geven (William Easterly en Dambisa Moyo) omdat ontwikkelingsgeld een ondermijnende en corrumperende werking op lokale instellingen heeft. Maar het is een morele plicht, stellen Banerjee en Duflo, én het kan effectief. Door godeke donner.

N.B. Dit boek maakt deel uit van Athenaeums Penguin-zomerselectie: een keuze uit nieuwe non-fictie titels die in de zomermaanden met kortingen van € 4 tot € 8 op de gewone prijs verkocht worden.

Proefmodellen

Moreel verplicht, inderdaad, al was het maar omdat armoede niet alleen een kwestie is van gebrek aan geld maar ook het ontbreken van de mogelijkheid je talenten te ontwikkelen. De auteurs van Poor Economics willen concreter in de materie doordringen, en dat hebben ze gedaan door een proefmodel te ontwikkelen waarmee ze testen of de gegeven hulp wel effectief is.

Banerjee en Duflo werken op basis van willekeurig uitgevoerde evaluaties, ofwel rct’s, randomized control trials. In de geneeskunde test men met deze strategie nieuwe medicijnen, en wie echt een bevlogen uitleg wil over dit proces als het om armoedevraagstukken gaat, moet kijken naar de onlangs op Athenaeum.nl vertoonde TED-lezing van Esther Duflo. Daarin vertelt deze kleine, jonge Française, hoogleraar aan het MIT en herhaaldelijk gekozen tot een van de beste jonge economen ter wereld, in ietwat onbeholpen maar vurig Engels hoe zij en haar collega’s veldonderzoek deden in onder andere India, Indonesië en Kenya naar de effectiviteit van aangeboden malariabestrijding, immunisatieprogramma’s en onderwijsprojecten.

Gratis klamboe?

Een case in point is de distributie van klamboes in de derde wereld. Jeffrey Sachs (The End of Poverty) wilde ze gratis weggeven; daartegen brachten Easterly (The White Man’s Burden) en Moyo (Dead Aid) in dat dan het net niet op zijn waarde zou worden geschat en zelfs helemaal niet zou worden gebruikt. Of de ontvanger zou eraan wennen en als het niet meer gratis is, geen nieuw net meer kopen. Het kwam in Kenia voor dat leveranciers van klamboes failliet gingen omdat de netten gratis werden aangeboden. En toen de gratis distributie eenmaal ophield, kon niemand meer een klamboe leveren.

Banerjee en Duflo pasten op dit vraagstuk hun evaluatiemodel toe. Zij bestudeerden het gedrag van de mensen die a) de volle mep voor de klamboe moesten betalen, b) gratis of gesubsidieerd klamboes kregen en c) de klamboes gratis of met korting kregen en er vervolgens zelf een moesten kopen, al dan niet gesubsidieerd. In drie verschillende dorpsgemeenschappen werden deze drie situaties gecreëerd.

Wat bleek? Het duwtje van de subsidie of gratis vertrekking bleek groot genoeg om daarna de mensen terug te laten komen voor een niet langer gratis net. Programma’s voor waterzuivering en immunisatie leverden vergelijkbare resultaten op. Het is een hoopvolle gedachte dat mensen niet zozeer gewend raken aan wat hun gratis wordt aangeboden, als wel aan de zaken die gegeven zijn zèlf, of het nu om een klamboe, vaccinaties of onderwijs gaat.

Een duwtje met moralistische motieven

Als het gaat om preventieve zorg is bovengenoemde aanpak – een duwtje in de vorm van gratis verstrekking, subsidie of een zogenaamde ‘conditional cash transfer’ zoals bijvoorbeeld een gratis zak rijst – de meest geschikte. Uitstelgedrag is de belangrijkste factor om mee rekening te houden in arme gemeenschappen. Het is net als met verzekeringen, stellen de auteurs: je moet nu betalen voor iets wat in de toekomst al dan niet gaat gebeuren. Net zoals wij het moeilijk vinden ons aan goede voornemens te houden, zo is er voor het geld dat aan preventie moet worden betaald, altijd een veel beter doel te vinden dat zich dichtbij bevindt. De lekkere snack op de hoek van de straat wint het makkelijk van de verantwoorde uitgave.  Maar al blijkt dat kleine kosten een levensreddend middel kunnen ontmoedigen, toch kunnen kleine prikkels juist stimulerend werken.

‘Dat klinkt allemaal erg paternalistisch en in zekere zin is dat het ook. Maar vanuit onze luie stoel in ons veilige, hygiënische huis is het wel erg makkelijk moraliseren. Hebben wij als bewoners van de rijke wereld niet constant baat bij het paternalisme dat inmiddels zo goed in het systeem is ingebed dat we het nauwelijks nog opmerken? Aan iedereen, ook de armen, zijn we een zo duidelijk mogelijke uitleg verschuldigd waarom vaccinaties belangrijk zijn en een antibioticumkuur afgemaakt moet worden.’

In haar TED-talk zegt Esther Duflo: ‘You cannot helicopter people out of poverty.’ Je kunt wel nieuwe theorieën opstellen over hoe je armoede bestrijdt, maar empirisch onderzoek naar wat daadwerkelijk helpt is zinvoller. Geduld en nederigheid zijn bij dit proces belangrijk. Misplaatste hulp (in haar praatje zegt ze: ‘First big dams, then education, then microcredit and then again big dams’) is geen hulp.

Het wegnemen van barrières

Microkrediet, het woord is gevallen. In de jaren zeventig, toen armen uitsluitend tegen woekerrentes van enige percenten per dag konden lenen, kwamen instellingen die microfinanciering verschaften als geroepen. Duflo en Banerjee stellen de vraag waarom microkrediet in de afgelopen decennia eigenlijk niet succesvoller is geworden. Ze lieten er hun testmodel op los en kwamen erachter dat de rigiditeit en de focus op zero wanbetaling te dwingend is voor veel potentiële leners. Het programma zet zeker zoden aan de dijk, maar het is maar een van de vele manieren om de armen toekomstperspectief te bieden.

Beter onderwijs zal hetzelfde effect hebben, evenals stabiel werk, of een verzekering tegen rampen.

‘Het punt is dat een klein beetje hoop en wat zekerheid en comfort krachtige stimulansen kunnen zijn. Mensen die genoeg hebben en een veilig leven leiden waarin ze er redelijk op kunnen vertrouwen dat ze hun doelen kunnen verwezenlijken (een nieuwe tv, een tweede auto) dankzij voorzieningen als hypotheken en spaarrekeningen, kunnen net als de Victorianen gemakkelijk vinden dat het een kwestie van motivatie en discipline is en ze zich daarom niet al te soepel moeten opstellen jegens die luie armen. Onze stelling is dat het juist vaak precies andersom is: het is moeilijk om gemotiveerd te blijven als alles wat je wilt bereiken onmogelijk ver weg lijkt. Het wegnemen van barrières kan precies datgene zijn wat de armen op weg helpt.’

Zo luidt kort samengevat het credo van Banerjee en Duflo. Laten we ons oor bij de arme mensen te luister leggen en de logica van hun keuzes begrijpen.

Godeke Donner studeerde Letterkunde in Amsterdam en Parijs.

pro-mbooks1 : athenaeum