Recensie: Sebald, een conceptuele turner met woord en beeld

02 november 2009 , door Lex ter Braak
| | | |

Soms slaat een argeloze vraag als een vuist in je maag die je doet dubbel klappen en je alle adem beneemt. De vraag wie je lievelingsauteur is, is van dat kaliber. In het zwart van de duizeling schieten de namen als sterretjes voorbij: Terborgh, Thomas Mann, Heinrich Heine, Philip Roth, Coetzee, Dickens, Austen… maar de uiteindelijke keuze blijft uit. Nieuwe, andere namen schieten mij te binnen: Proust, Goethe, Benjamin, De Assis. Aan dichters denk ik maar niet, dat wordt te ingewikkeld. Maar het blijft onmogelijk een keuze te maken, de namen vallen uit de lucht, zij zijn zonder context potsierlijk, heterogeen en vooral te koket. Shakespeare, Homerus, Musil… Samen, bedenk ik mij altijd te laat, zijn zij mijn lievelingsauteur, bekent lex ter braak.

N.B. Deze recensie komt uit het archief van Athenaeum.nl, dat sinds september 2009 dagelijks gevuld wordt met recensies, voorpublicaties en nieuws.

Eerder vormen zij een landschap, mijn eigen tuin van Eden. Maar het is er niet alleen mooi of verheven, zou ik er haastig en geruststellend aan willen toevoegen, het kan er ook heel gewoon zijn (Roth), met saaie stukken (Goethe), er is onbekend terrein (ik heb lang niet alles van iedereen gelezen), er is pretparktoerisme (Dickens). Tegen de tijd dat ik dit kan zeggen heeft de vragensteller zijn belangstelling allang verloren. Ik was net iets te lang buiten adem.

Toen mij de vraag onlangs weer werd gesteld, gaf ik, na een lichte duizeling, recht voor zijn raap antwoord. Sebald. W.G. Sebald, verduidelijkte ik toen ik een licht wenkbrauwfronsen zag. Nooit van gehoord, zei de ander en net toen ik hem wilde uitleggen waarom Sebald op mijn erepodium staat, werd het gesprek een andere kant opgeduwd en liet hij zich gemakkelijk meevoeren. Gelukkig zijn er anderen die een zelfde liefde voor Sebald koesteren en met wie je gemakkelijk de diepte van zijn oeuvre in kunt gaan. Zij het dat Sebald onmiddellijk zou waarschuwen voor de duizeling en de duisternis van de diepte (Vertigo).

Searching for Sebald, een publicatie van The Institute of Cultural Inquiry in Los Angeles, is de vrucht van zes jaar denken en onderzoek naar het werk van Sebald. Een schare van auteurs belicht bekende en onbekende kanten van zijn werk en legt verbanden met het werk van andere auteurs en beeldend kunstenaars. Niet alle essays zijn stilistische hoogtepunten maar zonder uitzondering zijn ze doortrokken van liefde en bewondering voor Sebalds oeuvre en ontstijgen ze gangbaar onderzoek zoals een artikel als ‘Catastrophe with Spectator. Subjectivity, Intertextuality and the Representation of History in Die Ringen des Saturn’ (Russell J.A. Kilbourn in W.G. Sebald and the Writing of History).     

In haar lange openingsbijdrage gaat Lise Pat uitvoerig in op de formele verschillen tussen  eerste en latere drukken en de verschillen tussen het Duitse origineel en de Engelse vertaling en de inhoudelijke gevolgen daarvan. Ze toont overtuigend aan hoe Sebalds gebruik van fotografie een ontwikkeling doormaakte. Hij wordt zich steeds meer bewust van de implicaties van het samengaan en divergeren van tekst en beeld. Ook de foto’s ondergaan transformaties, hij bewerkt ze met kopieerapparaten en creëert beelden die even fictief, open en dwalend zijn als zijn verhalen. Ze suggereren in hun vervagend grijs coloriet de onherroepelijkheid van een verdwijnend verleden. Zoals zijn verhalen een uiterste poging lijken het verleden op te roepen en vast te houden terwijl het onder de ogen en de pen van de verteller wegvloeit — ondanks zijn titanisch streven het verhaal te verankeren in encyclopedische kennis, objectieve data, historische bronnen en ondanks zijn scheppend vermogen de meest uiteenlopende zaken zinvol met elkaar in verband te brengen. Toch, ergens daartussen, verdwijnt wat gezegd en getoond wordt zoals het beeld oplost in de dunne verf van de schilder Luc Tuymans. Wij zijn bij Sebald getuige, schrijft Lise Pat in een gelukkige formulering, van een conceptuele turner die woorden gebruikt om vorm, en beelden om verhalen te verbergen.  

Sebald lijkt een ‘wetenschappelijke’ verteller met zijn overvloed aan specialistische kennis en historische wetenswaardigheden (zijdeteelt en haringvangst bijvoorbeeld in De ringen van Saturnus) maar dat alles wordt op associatieve manier ingezet en daardoor los geregen uit zijn  universitaire keurslijf. Juist dat associëren en het naast elkaar plaatsen van heterogene elementen verbindt Sebald met beeldend kunstenaars. Interessant is het essay van Christa-Maria Lerm Hayes dat ingaat op de relatie tussen het werk van Sebald en dat van Joseph Beuys en de Engelse kunstenaar Tacita Dean die nu in Berlijn woont. Zoals Sebald aan de Duitse geschiedenis ontsnapte door naar Engeland te emigreren zo trok Tacita Dean in een omgekeerde beweging naar het hart van die geschiedenis. Haar vader vocht in de oorlog in het Rijngebied tegen de Duitsers. Historiserend met toevoeging van foto’s en biografische bijzonderheden en met verwijzingen naar Sebald werd dat een onderwerp van Tacita Deans zevendelige werk Seven Books. Hun beider schatplichtigheid aan Beuys blijkt uit het gebruik en de manipulatie van zwart-wit fotografie en de ideologisering van het eigen verleden.

Op de achtergrond van het werk van alle drie schemert de beroemde foto van Aby Warburgs Mnemosyne Atlas uit ongeveer 1926. In terugblik laat zich in het hoogst persoonlijke, associatieve en tegelijk puur wetenschappelijk arrangement van die foto een groot deel van de hedendaagse kunstpraktijk herkennen. Warburg was een kunsthistoricus die uiteenlopende fenomenen met elkaar in verband bracht en zich daarbij niet door stilistische, historische of esthetische opvattingen liet leiden. Warburg plakte als een hedendaags kunstenaar kopieën van afbeeldingen naast en boven elkaar die zich in elkaar spiegelden, door binnenrijmen met elkaar verbonden waren, waarin motieven terugkeerden en vlak- en kleurritmes meespeelden. Puttend uit de onmetelijke bron van kennis en afbeeldingen, zijn eigenhandig opgebouwde bibliotheek, monteerde hij zijn eigen, visionaire kunstgeschiedenis.

Geloofde Warburg misschien nog in een samenvallen van alle puzzelstukjes en was elke nieuwe assemblage de verwoede poging het raadsel van het verleden (en het heden!) op te lossen, Sebald en met hem vele kunstenaars hebben die illusie opgegeven. Zij schuren het oppervlak van de wereld open en leggen de nerven van het onderliggende zenuwstelsel bloot. Hoe dat stelsel werkt, wat met wat verband houdt, is onbekend. Zeker is alleen dat het oppervlak van kunststof is en verraderlijk spiegelt, het verhindert elk doorzicht.

Het Institute of Cultural Inquiry lijkt een hedendaagse voortzetting te zijn van Aby Warburgs denkwijze en activiteiten. Het verzamelt parafernalia en combineert uiteenlopende visuele bronnen. Het geeft kunstenaarsboeken, manifesten en boeken als Benjamins Blind Spot uit. Searching for Sebald is als een geschenk van vrienden die weten wat je lievelingsschrijver is — en niet vragen waarom.

Lex ter Braak is directeur van de Jan van Eyck Academie. Hij schrijft daarnaast regelmatig over literatuur en beeldende kunst voor onder andere Vrij Nederland. Lex ter Braak had vier maanden carte blanche - hij koos vrijelijk uit de collectie van Athenaeum Boekhandel titels om over te schrijven.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum