Recensie: Design: tussen kunst en...

30 november 2015 , door Joris Nielander
| | |

Design zoekt al lang de grens met de kunsten, en nu vervaagt die grens meer en meer. Het onderscheid was altijd massaproductie en functie – en schilderij is niet toegepast – maar inmiddels betaalt men voor twintigste-eeuws design meer dan voor antiek. En daar blijft het niet bij: ook de galeriehouders tonen interesse en beginnen stukken aan te kopen. Een bijzondere ontwikkeling, goed vastgelegd in Collecting Design, schrijft joris nielander. Adam Lindemann, de auteur en zelf verwoed verzamelaar, verwoordt het zo:

'Suddenly the design market looked like the microcosmos of the art market, one that was built to lure in art collectors like me, and that was just what it did. The design bug bit me in a big way, it offered a window into an all-new universe, a growing market with the promise of real investment potential.'

Ontwerpers spelen hier op hun beurt slim op in. Met one-offs en limited editions proberen ze een graantje mee te pikken op een markt waar het uiteindelijk gaat om hype en exclusiviteit. Want de regels blijven gelijk. Prijzen worden opgedreven door een ingewikkeld spel van vraag en aanbod. De stoel van plaatstaal die door Marc Newson in zijn achtertuin aan elkaar is gelast, bracht onlangs bij Sotheby's een bedrag van een miljoen dollar op. En als materiaal en arbeid niets meer te maken hebben met de verkoopprijs, wordt de markt interessant voor de verzamelaar. In Collecting Design behandelt Lindemann dit fenomeen en lichten 32 experts een tipje van de sluier.

Hij verdeelt de spelers op de verzamelmarkt in vijf categorieën. De ontwerpers, de handelaren, de veilingexperts, de verzamelaars en de taste makers. De laatste groep bestaat uit belangrijke mode-ontwerpers, hoteleigenaren en interieurontwerpers, wiens invloed op de designmarkt zo groot is dat ze niet buiten beschouwing gelaten kunnen worden. De meest opvallende taste maker is Karl Lagerfeld. Hij vertelt over zijn huizen - dat zijn er een heleboel - en zijn boeken - dat zijn er nog veel meer -  en is zich niet geheel onbewust van zijn macht:

'I change clothes, furniture, houses, collections. Life is about change, There is no feeling of home in my house [...] and I have no sense of possession. But to have no sense of possession is easier when you have owned a lot.’

Een andere belangrijke rol is die van de handelaar; in tegenstelling tot de verzamelaar is die vooral gericht op het genereren van geld. Daarvoor blijken er verschillende tactieken te zijn.  Een Duitse handelaar meent dat zijn vroeg-modernistische meubelen niet bedoeld zijn om in te zitten. Bij een verzoek tot restauratie weigert hij te verkopen. Dit past bij zijn museale kijk op zijn verkoopwaar: 'Sometimes I say I am looking for the remains of a lost Utopia, the relics of an utopian idea which had no chance to be realised.'

Collecting Design geeft zo een heel breed beeld van wat deze nieuwe ontwikkeling betekent voor de kunstmarkt en de ontwerpers, en in prettig aards contrast met deze hoogdravende stellingen is de mening van Lindemann zelf. Voor hem is de toegevoegde waarde van mooi ingesleten leer een verademing, en zit het grote verschil met de kunstwereld in de mogelijkheid je aanwinsten te gebruiken. Utiliteit wint het van de kunst: 'After all, you can't sit in a painting, you can't cuddle up with a bronze, but you can sink into a chair and fall in love with the vintage patina of a desk.'

Joris Nielander studeert Integrated Product Design (MA) aan de Technische Universiteit Delft.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum