Recensie: Over Franse grandeur en zoenende soldaten. Maarten Doorman over Duitsland en Frankrijk

06 juni 2023 , door Jerker Spits
| |

In Een jager in het woud vertelt Maarten Doorman over de geschiedenis van Duitsland en Frankrijk en de rol die herinnering in het Europa van nu speelt. Pas als het je het verleden begrijpt, begrijp je de rol van beide landen nu: ‘Een sterk Duitsland dat niet graag met zijn eigen kracht te koop loopt en een zwak Frankrijk dat niet graag op de tweede rang zit.’

N.B. Lees op Athenaeum.nl ook een fragment uit Een jager in het woud, en uit Dichtbij en ver weg, Pieter Hoexum over Rousseau en ik en Leonhard de Paepe over Denkers in de grond.

Nadenken

Maarten Doorman is dichter, filosoof en cultuurhistoricus. Vanuit die veelzijdige achtergrond schrijft hij over cultuur, herinnering en schoonheid, met scherpe observaties over het verleden en een kritische blik op de ingesleten patronen van onze eigen tijd. Dat deed hij in boeken als De romantische orde (2004) en Rousseau en ik (2012).  

In Een jager in het woud verweeft hij knap geschiedenis, herinnering en cultuurkritiek. Hij vertelt over Duitse en Franse architectuur, beeldende kunst, films en literatuur. Doorman laat zien hoe conflicten wederzijdse stereotypen nieuw leven inblazen en er andere beelden aan toevoegen: veronderstellingen over wie de ander is en hoe die van jou verschilt.

Er zijn veel boeken geschreven over de Duitse en Franse geschiedenis van de laatste twee eeuwen. Het is Doormans verdienste cultuur in het midden te plaatsen. Juist kunst kan zichtbaar maken welke voorstelling Fransen van Duitsers hebben en omgekeerd, en laten zien welke beelden er onder de oppervlakte leven. Het hart en het hoofd, gevoel en verstand, romantiek en verlichting gelden als tegenstellingen tussen de landen die in minder dan twee eeuwen viermaal strijd leverden.

Museumlessen

In het Europa van na 1945 veranderden militaire musea de presentatie van hun collectie. Ze gaven niet langer een ‘verouderd geacht nationalistisch beeld van de krijgsmacht’, maar een beeld van het leger bij conflicten, en over hoe complex militair ingrijpen kan zijn. Als voorbeeld uit Nederland citeert Doorman de missie van het Nationaal Militair Museum in Soesterberg.

Maar hoe doe je dat als legermuseum in Dresden, dat na de Val van de Muur moest veranderen van een instrument van DDR-propaganda in een modern museum? Het museum moest ook nog eens de geschiedenis van de stad zelf laten zien, van de laatste overwinning van Napoleon op Duits grondgebied in 1813 tot de geallieerde bombardementen aan het eind van de Tweede Wereldoorlog, waarbij tienduizenden burgerslachtoffers vielen.

In Parijs veranderde het Musée de l’Armée de laatste decennia veel minder snel. Ook in de architectuur zijn de verschillen zichtbaar. Het Parijse museum bevindt zich nog altijd in ‘het intimiderend grote militaire gebouwencomplex van Les Invalides’ dat grandeur ademt. In Dresden bracht Daniel Liebeskind, die ook het Joods Museum in Berlijn ontwierp, een wig aan die het oude arsenaal doormidden splijt. Het ontwerp verbeeldt de breuklijnen in de Duitse geschiedenis.

In deze en andere passages laat Doorman zich als scherp cultuurfilosoof zien. Hij beschrijft niet alleen, hij legt verbanden en verschillen bloot, graaft dieper, laat de lezer nadenken over cultuur en herinnering. ‘Herdenken is meer dan rouw: het is ook iets willen begrijpen waarmee je nog niet in het reine bent.’

Symbolen veranderen

Af en toe is een Jager in het woud meer een wijdlopig essay dan een precieze studie. Maar bijna altijd volg je Doorman op zijn pad door de Duits-Franse cultuurgeschiedenis. Hij wijst, verduidelijkt en houdt je bij de les. Slechts af en toe komt er in kort bestek wat te veel aan bod, zoals in het hoofdstuk over Duitse en Franse cinema, waarin op vier bladzijden acht films de revue passeren.

Daar staan sterke en originele beschouwingen tegenover, zoals die van de Siegessäule in Berlijn. Dat monument veranderde van een zuil die militaire overwinningen prees in een symbool van liefde, door de love parade die er langs trok en doordat op een van de reliëfs twee zoenende soldaten staan. Wie op internet sieggessäule.de intikt, komt op het stadsmagazine voor queer Berlijn. Doorman roept daarbij de geschiedenis van Berlijn in herinnering. Al in 1914 ondertekenden duizenden Berlijners een petitie om strafbaarheid van homoseksualiteit uit het Burgerlijk Wetboek te halen.

Een goede gids

Een jager in het woud is een rijk boek dat de lezer laat nadenken. Dat is belangrijk, vooral nu de ogen in de Europese Unie na het vertrek van Engeland en de Russische inval in Oekraïne weer vaker op Berlijn en Parijs gericht zijn.

Gidsen door de Franse en Duitse cultuurgeschiedenis als Een jager in het woud zijn hard nodig – vooral in een land dat zich vaak op het Engelstalige universum richt. ‘Bijna niemand doet nog Duits – en nu zitten werkgevers zelfs achter eerstejaars aan,’ kopte het Leidse universitaire weekblad Mare een tijdje terug. Wie Duitsland en Frankrijk wil begrijpen, kan niet zonder kennis van taal en cultuur.

Jerker Spits is germanist. Hij schreef de boeken Jacht op de barnsteenkamer en Staalhelmen en curryworst. Een Duitse cultuurgeschiedenis in 15 fenomenen.

pro-mbooks1 : athenaeum