Recensie: Maud Vanhauwaerts magische romandebuut Tosca: Een gesloten boek

06 oktober 2023 , door Miriam Piters
| |

Sommige ervaringen laten zich slecht in woorden vangen. Dat gevoel overheerst als je een onverdeelde tijd in Tosca, het magische prozadebuut van Maud Vanhauwaert verwijlt. Zeker als je de editie met Japanse binding leest. Koop je deze uitvoering en blader je het werk vóór aanvang door dan zie je lege pagina’s met hier en daar een gedicht op de linkerzijde. Je hebt een wit landschap van papier in je handen.



Secuur vormgegeven artefact

Het ontsluiten van het verhaal in deze bijzondere uitgave met zowel links als rechts gebonden pagina’s doe je zelf, door met een meegeleverd kaartje de bladzijden van elkaar los te scheuren. Op de achterflap zijn letters voelbaar aangebracht: ‘Zij is een gesloten boek; beter dan ik kan niemand haar lezen.’ Nog voor je aan de kennismaking met de personages bent toegekomen is overduidelijk dat kunstenares Vanhauwaert ook in haar proza eigenzinnig grenzen zal verkennen.

Dit boeiende, secuur vormgegeven artefact haakt aan bij eerder werk dat Vanhauwaert samen met vormgever Jelle Jespers vervaardigde. Enkele cruciale concepten uit het Stad in mij, de bundel die haar tweejarige stadsdichterschap voor Antwerpen omvat, worden proefondervindelijk verder geëxploreerd, zoals de witruimte, de zoektocht naar een betekenisvol niets, het tussen haakjes plaatsen van tekst, het elkaar verstaan in sprakeloosheid en de nadrukkelijke aandacht voor de vorm. Ook in deze magische debuutroman slaagt Vanhauwaert erin de intrigerende spanning tussen tekst en context op te drijven.

Een meisje dat niet geholpen wil worden

‘Eindelijk, hier begin ik.’ Met die woorden leren we de drieënveertigjarige May Solovjov kennen, docent Toegepaste Taalkunde aan de universiteit. In een lange brief aan haar uitgever Daniël verantwoordt ze waarom ze de vertaalopdrachten die hij aanbood afwees, waarom het niet lukte om over haar vader te schrijven en waarom ze zich een jaar in stilzwijgen heeft gehuld. Ze verzoekt hem met klem om de brief tot het einde te lezen. Wat volgt is het relaas van een jaar waarin May meer en meer van zichzelf en haar partner weg is gedreven doordat ze in de ban raakte van Aline Verstraeten, een zeventienjarig meisje dat ze na een lezing over Vanja Lavrova heeft leren kennen.

In eerste instantie sturen ze elkaar enkel berichtjes. May is zowel geïntrigeerd als verontrust, want uit de ultrakorte tekstjes (waarbij Aline alles tussen haakjes plaatst) maakt ze op dat Aline een doodswens heeft. Dus biedt May aan dat Aline koffie kan komen drinken. Elke dinsdag bezoekt ze het terras van BarBaar. Na twee weken staat er een meisje met een oranje muts in een slobberige legergroene jas. Ze praat niet, maar schrijft. In de daaropvolgende maanden bekommert May zich om Aline en bekwaamt ze zich in het lezen van elke subtiele verandering in haar lichaam. Ze is ervan overtuigd dat er niemand is die haar beter kan lezen dan zij. En toch lukt het haar niet om Aline die niet geholpen wil worden te helpen. Wel weet ze gruwelijke scènes uit Alines leven los te peuteren. Zo stilt Aline Mays honger om te helpen, om te moederen.

De ruimte tussen de woorden

Voor ons blijft Aline, ‘een anagram van alien’, welbewust een vreemde en bij Mays pogingen tot echt contact trekken we onze wenkbrauwen steeds hogerop en krabben we ons vaker achter de oren. Waarom zou je je zo intens bekommeren om een meisje dat je helemaal niet kent? Zeker als je ‘woorden tegen een blinde muur ketsen’ en het meisje zich niets aan lijkt te trekken van je goede zorgen? Hoezo laat je een meisje dat je niet kent bij je thuis slapen, terwijl je vrouw je steun nodig heeft na mislukte pogingen om zwanger te raken? Waarom laat May zich meesleuren? Wat zoekt zij, waar verlangt zij naar en welke rol speelt Aline daarbij? Wie parasiteert nu eigenlijk op wie?

Aline is volgens May de ‘negatieve ruimte, de leegte die de rest definieerde’, maar waarom zuigt May zich dan zo vol met haar verhaal? Gebruikt May Aline als kapstok om haar eigen verhaal niet te hoeven vertellen? En welke rol spelen wij in dit geheel?

Gaandeweg groeit de twijfel over Mays geestesgesteldheid en over het verhaal dat ze construeert. Is het Aline die May met haar doodsverlangen lijkt te wurgen of leeft May zelf in het aanschijn van de dood? ‘Net door een verhaal te verzwijgen, wordt het een verhaal,’ merkt May zelf ergens middenin op en dat blijken profetische woorden. Al wat zich aan het woord onttrekt blijkt van groter belang dan wat zich open en bloot in een zin vertoont. Zowel Aline als May zijn er in hun aanwezigheid ‘altijd meer niet dan wel geweest’. Net als in haar eerdere projecten weet Maud Vanhauwaert in haar straffe prozadebuut een uitgekristalliseerde betekenis te geven aan de ruimte tussen de woorden.

Terwijl we ons laven aan de zorgvuldige spanningsopbouw en weloverwogen plotontwikkeling, aan de gedichten als souffleurs in de coulissen, en aan Vanhauwaerts uitgekiende poëtische stijl krijgt het boek steeds rafeligere randen van het snelle openhalen. De editie met Japanse binding zorgt voor meticuleuze harmonie tussen vorm en inhoud, omdat die je Mays leegte op zijn volst doet voelen. Koop dus die editie als u de Vanhauwaertervaring ten volle wilt ondergaan.

Miriam Piters is docente Nederlands en jurylid van de Boekenbon Literatuurprijs.

 

 

 

 

 

 

 

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum