Recensie: Ontluisterende ontdekkingen: Janina Ramirez herstelt middeleeuwse vrouwengeschiedenis in Femina

23 december 2022 , door Fleur Speet
| |

Deze tijden zijn een feest voor iedereen die zich met geschiedenis bezighoudt. Nieuwe onderzoeksmethoden zoals de digitalisering van bronnen, DNA-onderzoek van botten en vooral het opmerkzamer kijken naar dezelfde bronnen, maken het ons mogelijk een grotendeels onzichtbaar verleden te ontsluiten; de werelden van vrouwen. De geschiedenis wordt zo eindelijk een completer verhaal, wat voor ons allemaal van belang is, zo betoogt mediëvist en BBC-presentator Janina Ramirez in haar studie Femina (vertaald door Mario Molegraaf), waarin ze een ode brengt aan vrouwen uit de middeleeuwen.

Uitgummen

‘Femina’ was het woord dat door monniken in de kantlijn van handschriften werd genoteerd zodra een vrouw iets had geschreven. Het lag in de lijn der verwachting dat deze delen werden overgeslagen bij het kopiëren van het handschrift, omdat wat gezegd werd onbelangrijk was. Of anderszins niet het kopiëren waard.

Zo ging dat dus: het verdonkeremanen van getuigenissen van de helft van de mensheid. Ramirez tovert nog meer van die weg-schrijvingen uit haar hoed. Zo wist de geleerde Hedwig of Jadwiga van Anjou, in 1384 gekroond tot koning van Polen, een universiteit op te richten, een van de oudste van Europa. Maar haar ‘man’, ook koning van Polen, kreeg de credits. Weg eer voor Jadwiga.

Nog een: Margery Kempe, een koopmansdochter uit King’s Lynn, East Anglia, liet met medewerking van meerdere mannen begin vijftiende eeuw de rauwe getuigenis van haar leven optekenen, waarin ze bedrijven runde, lange bedevaartsreizen aflegde, clerici tegensprak en het ongebreideld over seks had terwijl ze na het baren van veertien kinderen de bruid van Jezus was geworden. Een historicus uit haar tijd vatte haar leven samen als een onopvallend verhaal over een gedweeë, huilende mystica. Hadden we niet per ongeluk haar manuscript overgeleverd gekregen, dan hadden wij de ‘persoonlijkste, pijnlijkste, menselijkste en onthullendste tekst uit de middeleeuwen’ niet gekend. En hadden we het niet voor mogelijk gehouden hoe groot de vrijheid van vrouwen toen kon zijn.

Pareltjes aan kennis

Femina bevat voor mij veel nieuwe kennis. Het opzienbarende nieuws was me niet ontgaan dat de Birka-strijder die voor man werd gehouden na bot-onderzoek in 2017 een vrouw bleek te zijn, maar Ramirez beschrijft tot in detail het mogelijke leven van deze Viking-vrouw. Ook Hildegard van Bingen is geen onbekende (van haar komt het hallucinante beeld op het omslag, dat aan het vrouwelijk geslachtsdeel doet denken en daarom niet op de Amerikaanse kaft mocht, terwijl kerkvaders er in de 12de eeuw geen enkele aanstoot aan namen). Maar ik wist niet dat Hildegard een kruidenrecept voor abortus uitschreef of dat zij orgasmes van vrouwen belangrijk vond.

Over de ketterse katharen wist ik ook al wat, maar ik heb nooit nagedacht over de getuigenissen van vrouwen daarin en hoe het kathaarse geloof een uitkomst kon zijn voor vrouwen (zoals twee eeuwen later het katholicisme in de Republiek der Nederlanden een typische vrouwenzaak was, wat M. Monteiro in 1996 al aantoonde). En ook verrassend, misschien was het u al opgevallen: het is geen verschrijving dat Hedwig gekroond werd tot ‘koning’, in plaats van koningin. Het gebeurde! Dat het kón.

De feiten die Ramirez verzamelt en presenteert zijn stuk voor stuk intrigerend en geven een ander beeld van de middeleeuwen dan dat wat we in de geschiedenisboeken tegenkomen. Al moet wel gezegd dat veel van dit onderzoek al eerder gedaan is. Ramirez put uit behoorlijk wat bronnen die ouder zijn; al die kennis is alleen nog geen gemeengoed. Er dienen dus nog veel meer van dit soort publieksboeken geschreven te worden, want de wetenschap heeft al zoveel bloot gelegd. Iedereen hoort te weten wie Hilda van Whitby was, wie Aelgyva was of Herrad van Landsberg.

Ramirez biedt met negen vensters zicht op vrouwen die de geschiedenis rijker hebben gemaakt en die daarmee ons allen hebben gevormd. Ze diept echte parels op en doet daarbij een beetje denken aan Mary Beard, die met veel precisie en humor de oudheid ontleedt en de klassieke misogynie blootlegde. Net als bij Beard is er aan enthousiasme geen gebrek.

Stijl en structuur?

Maar. Helaas is er een maar. Ramirez presenteert haar feiten chaotisch. De stijl is ronkerig en rammelt enorm (dat lijkt voor een deel te wijten aan de slechte vertaling). Daarbij is het steeds zoeken. Oorzaak en gevolg zijn geen logisch geheel en voorbeelden zijn er niet ter ondersteuning van stellingen. Nee, de stelling ontbreekt gewoon of plopt op een willekeurig moment op. Soms lijkt Ramirez eerst het gevolg te presenteren en geeft dan voorbeelden en uitwijdingen tot je het zicht op een oorzaak allang kwijt bent. Verwijswoorden en signaalwoorden ontbreken of staan op een verkeerde plek. Ze gebruikt tegenstellingen waar het samenvoegingen moeten zijn of andersom.

Kortom: de structuur en stijl zijn tamelijk brak, hoezeer Ramirez ook probeert je (zoals Beard) mee te nemen door zintuiglijk te schrijven. Zeker wie net het zintuigelijke Een geest in de keel van Doireann ní Ghríofa heeft gelezen [lees op onze site een fragment, aanbeveling en vertalerstoelichting - red.], over een achttiende-eeuwse Ierse dichteres, raakt hopeloos verdwaald in Ramirez’ stijl. Maar goed, die lezer is dan ook erg verwend, al is er wel een duidelijk verband: beide schrijvers hebben een uitmuntend oog voor de vrouwelijke tekst.

De onbeantwoorde hamvraag

Dan kom ik bij nog een gemiste kans. Ramirez zoekt niet, zoals prehistorica Marylène Patou-Mathis onlangs deed in De onzichtbaarheid van de vrouw, van de prehistorie tot nu, verklaringen voor de reden waarom we anno 2022 een negentiende-eeuws, geromantiseerd beeld van de middeleeuwen hebben. Of waarom we preutser zijn dan toen en minder vrouwvriendelijk. Ze gaat niet in op de vraag hoe het komt dat alle genoemde vrouwen in haar boek worden beschouwd als anomalieën. Daar zit ’m natuurlijk de kneep, de hamvraag: hoe is het zo gekomen dat we vrouwen uit de geschiedenis zijn gaan schrijven, dat we vrouwelijke teksten en artefacten onachtzaam terzijde hebben geschoven?

Patou-Mathis legt in haar studie duidelijke verbanden tussen de klassieke oudheid en de Bijbel en het effect daarvan voor de wetenschap. Bovendien doet ze een aanzet tot herschrijving van de geschiedenis vanuit een vrouwelijk perspectief, in ieder geval voor Frankrijk. Ramirez legt de nadruk in haar boek op de Britse geschiedenis (ook met vele verwijzingen naar Beda, die we wellicht kennen als de beschimpte heilige uit de Cromwell-trilogie van Hilary Mantel): waarom daar niet meer duiding in aangebracht?

Namen blijven noemen

Er is altijd wat te mekkeren. Evengoed staat als een paal boven water dat dit boek belangwekkend is. Femina biedt een rijkdom aan onbekende feiten, die ons beeld over de middeleeuwen danig nuanceert en moderniseert (al heeft Herman Pleij daar al pogingen toe ondernomen, bijvoorbeeld met zijn biografie van Anna Bijns, maar wanneer schrijft hij nou eens een boek over vrouwen in de middeleeuwen?).

Ramirez spoort de lezers in haar slot aan om met de materie te gaan spelen. Je hoopt dat er romans over deze historische figuren worden geschreven en vooral dat de lange historische lijnen waar Virginia Woolf zo naar verlangde, eindelijk worden aangelegd. Zodat het niet bij deze uitzonderingen blijft; bij anomalieën, maar dat in de cultuur, in de schoolboeken wordt geschreven dat vrouwen krijgers waren, of koningen, of dat zij de clerici al tegenspraken lang voordat Maarten Luther was geboren. Op naar een cultuur waarin de vrouwennamen genoemd worden en genoemd blijven worden, op naar een completer beeld van wie wij zijn.

Fleur Speet is literair recensent.

pro-mbooks1 : athenaeum