Recensie: Omtzigts overheid ondersteunt

08 april 2021 , door Tan Tunali
| |

‘De Belastingdienst verschool zich achter de brede rug van de rechtsspraak […] Wat een rechtsstaat,’ brieste Pieter Omtzigt drie maanden geleden vanaf het spreekgestoelte in de Tweede Kamer tijdens het debat over de kinderopvangtoeslagaffaire. Het debat leidde tot de val van het derde kabinet-Rutte, die beterschap en meer openheid beloofde. Het bleken loze beloften: Mark Rutte, inmiddels demissionair premier en winnaar van de verkiezingen, moest zich vorige week verantwoorden omdat hij het ondanks eerdere ontkenningen met de verkenners voor een nieuw kabinet over de functie van de gekozen volksvertegenwoordiger Omtzigt had gesproken. Omtzigts boek Een nieuw sociaal contract laat zien hoe het wel moet.

Verpletterend gezag

Pieter Omtzigt zelf, die ongewild onderwerp van het debat was geworden, zat overwerkt thuis. De afgelopen jaren, waarin hij zich met een aantal collega’s in de toeslagenaffaire had vastgebeten, hadden hun tol geëist. In Een nieuw sociaal contract geeft Omtzigt een inkijkje in die zaak, die hij minder eufemistisch het toeslagenschandaal noemt. Gezien het feit dat een machtig overheidsorgaan als de Belastingdienst jarenlang met bewust beleid levens van tienduizenden onschuldige burgers in de ellende kon storten, lijkt dat een terechte aanpassing van het frame.

Omtzigt laat zien hoe de zaak staat voor iets groters: het traditionele sociaal contract, waarbij burgers in ruil voor bescherming van hun rechten de staat gezag toekennen, werkt niet meer. Bij het toeslagenschandaal werkte het gezag zelfs verpletterend, zonder enige uitweg voor machteloze burgers. Beroep bij de rechter bleek voor de getroffen ouders onmogelijk. Althans: de mogelijkheid was er wel, maar de uitkomst stond van tevoren al vast, omdat de fiscus bewust stukken bij de rechter achterhield en de bestuursrechter automatisch de kans koos van de overheid. Toen Omtzigt en collega’s in de Tweede Kamer informatie opvroegen kregen ze die niet en werden ze zelfs actief tegengewerkt. Hoe schadelijk deze cultuur is voor het democratisch bestel maakt Omtzigt in zijn boek overtuigend duidelijk.

Trouw aan eigen principes

Ten dele is het ook een persoonlijk boek, waarin Omtzigt laat zien hoe hij tot zijn ideeën over de democratische rechtsstaat is gekomen. Dat doet hij via een vraaggesprek met filosoof en columnist Welmoed Vlieger, waarin het onder meer gaat over zijn promotietijd bij het prestigieuze Europees Universitair Instituut in Florence, de via zijn Syrisch-orthodoxe vrouw Ayfer Koç opgedane interesse voor christendom in het Midden-Oosten en zijn werk voor de Raad voor Europa, waar hij met wijdverbreide corruptie onder collega’s te maken kreeg. Voor de Raad onderzocht hij de moord op de Maltese onderzoeksjournalist Daphne Caruana Galizia, die terug te leiden bleek tot de hoogste politieke kringen – diezelfde kringen die de journalist met haar werk met corruptie in verband had gebracht.

Het bewustzijn over het belang van de rechtsstaat komt bij Omtzigt niet alleen van over de grens. Hij put ook uit de vaderlandse geschiedenis, als hij de beroemde verzetsrede van rechtsgeleerde Rudolph Cleveringa tegen het ontslag van zijn joodse collega’s op de Universiteit Leiden aanhaalt. In het volle bewustzijn dat hij opgepakt zou worden sprak Cleveringa de lezing aan het begin van de bezetting toch uit omdat hij zich realiseerde dat meebewegen met de bezetter zinloos was. Het zou ertoe leiden dat ‘men van geval tot geval gaande zich steeds meer gewonnen geeft aan wat niet hoort’, totdat er ‘geen recht meer is’. De trouw aan de eigen principes van Cleveringa dient voor Omtzigt duidelijk als inspiratie in zijn politieke werk.

Macht en tegenmacht

Een Nieuw Sociaal Contract is een boek vol kritische noten en gelukkig vergeet Omtzigt ook zichzelf als Kamerlid en medewetgever niet. De meest fundamentele kritiek, die inmiddels zijn weg naar de mainstream heeft gevonden, is die op de groeiende disbalans tussen macht en tegenmacht. En dan voornamelijk die tussen parlement en kabinet. De gekozen volksvertegenwoordigers hebben als taak de regering te controleren, maar vanuit het kabinet en uitvoeringsinstanties wordt er alles aan gedaan om gezagsdragers niet in de problemen te brengen, wat er vaak op neerkomt dat het bewust informatie wordt achtergehouden. Dat topambtenaren op ministeries snel rouleren en de informatievoorziening vaak slecht op orde is helpt ook niet mee.

Omtzigt oefende zijn controlefunctie de afgelopen jaren uit als onderdeel van een coalitiefractie. Hij  staat daarom, ook binnen zijn eigen partij, als ‘lastig’ te boek. Terwijl hij slechts zijn werk doet, zij het grondiger dan veel collega’s. Eigenlijk zouden alle parlementariërs hun taak als Omtzigt moeten opvatten – zo staat het immers in de Grondwet omschreven – maar partijdiscipline en het belang van zichtbaarheid in de media blijken vaak zwaarder te wegen. In regeerakkoorden wordt een hoop dichtgetimmerd en de coalitiefracties stemmen vervolgens trouw met het kabinet mee.

Modellen en voorlichters

Ook over de manier waarop beleid tot stand komt, is Omtzigt zeer kritisch. Terwijl er op denktanks bezuinigd is, explodeerde het aantal voorlichters in Den Haag. In hun gespin komen verhalen als het toeslagenschandaal moeilijk aan het licht, maar blijven ministers uit de wind. Omtzigt beschrijft de dynamiek waarin interne rapporten worden achtergehouden of zwartgelakt en klokkenluiders worden aangepakt. Daarnaast voert hij, tussen zijn eigen verhaal door, slachtoffers op die als fraudeur werden aangewezen en overal deuren voor hun neus zagen dichtklappen. Mensen die huizen, gezinnen en auto’s verloren en letterlijk ziek werden van de stress. Die afwisseling is een slimme keuze, want de ernst van de situatie komt beter binnen via de persoonlijke ervaringen dan de papieren werkelijkheid.

In de huidige Nederlandse politiek wegen andere zaken vaak zwaarder, weet Omtzigt. Zoals modellen die leiden tot koopkrachtplaatjes en belastingtarieven of sturing op ic-capaciteit. Omdat Omtzigt in Florence als econometrist promoveerde, is hij goed geëquipeerd om kritiek op de dominante modellenwerkelijkheid te leveren. Als de focus ligt op het model en niet op de uitkomst gaat het vaak mis, ziet Omtzigt. De aannames die achter modellen schuilgaan zijn niet altijd accuraat en bovendien vaak niet openbaar en dus niet controleerbaar. Omdat politieke partijen zich voor hun beleid afhankelijk hebben gemaakt van planbureaus die op die manier met modellen werken, slaat beleid in de echte wereld de plank vaak volledig mis.

Gemiste kans

Na zo’n achttien jaar ervaring als volksvertegenwoordiger is het Omtzigt duidelijk dat er een hoop moet veranderen. Daartoe doet hij een tiental concrete voorstellen. Zo moet een Constitutioneel Hof burgers de mogelijkheid bieden wetten aan de Grondwet te toetsen, moet het kiesstelsel op de schop om de band tussen vertegenwoordiger en burger te verbeteren en moet het ingekapselde maatschappelijk middenveld zich losmaken van de overheid. Het zijn grote plannen, maar de problemen die ze moeten oplossen zijn dat evenzeer. En omdat de urgentie van die problemen er in de coronapandemie alleen maar groter op is geworden, verdienen ze het gelezen en bediscussieerd te worden.

Wat dat betreft heeft Omtzigt het niet getroffen met de tijdsgeest. De Tweede Kamerverkiezingen en de daaraan voorafgaande lijsttrekkersverkiezingen van het CDA, die Omtzigt nipt verloor, waren een gemiste kans. Dat beelden in de politiek tegenwoordig belangrijker zijn dan ideeën werd duidelijk in de campagne van Omtzigts eigen CDA. De voorstellen uit Een nieuw sociaal contract sneeuwden daarin onder bij de filmpjes van de schaatsende lijsttrekker Wopke Hoekstra. ‘Nu doorpakken!’ was de slogan waarmee de christendemocraten de mensen tevergeefs voor zich probeerde te winnen.

Maar voor Omtzigt is het menens. Zijn tien voorstellen tezamen monden uit in een pleidooi voor een overheid die mensen niet onterecht aan het randje van de afgrond brengt, maar juist ondersteunt waar nodig, dienstbaar om maatschappelijke belangen te dienen. Op zoek naar de mentaliteitsverandering die daarvoor nodig is gaat hij te rade bij Thomas van Aquino. De middeleeuwse theoloog zag dat voor een rechtvaardige samenleving niet alleen wetten, regels en procedures nodig zijn, maar ook een bepaalde houding van betrokkenen die doen wat goed is, zonder calculatie of eigenbelang. Omtzigt: ‘Fundamentele veranderingen komen niet voort uit de werking van de wet, maar uit de innerlijkheid – de geest van de wet. Het is de geest van de wet, van de regering, van de samenleving in haar geheel, die moet veranderen.’

Tan Tunali was tussen 2013 en 2016 Turkije-correspondent voor onder andere Trouw en De Groene Amsterdammer, en werkt nu als onderzoeksjournalist voor Investico.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum