Recensie: Een achtbaanrit door hersenspinsels en de westerse cultuurgeschiedenis

09 april 2020 , door Marie-José Klaver
| |

Kate is de laatste mens op aarde. Ze reist over de hele wereld en woont in lege musea. Ondertussen vertelt deze hoofdpersoon van Wittgenstein's Mistress haar levensverhaal en laat ze de hele westerse cultuurgeschiedenis de revue passeren. David Marksons roman verscheen tweeëndertig jaar geleden in het Engels en is nu voor het eerst in Nederlandse vertaling verkrijgbaar.

N.B. Zie ook onze voorpublicatie uit de Wittgensteins minnares.

Reizen door de tijd

Het boek begint met boodschappen die Kate op straat achterlaat, in de hoop dat een ander mens ze ziet en naar haar op zoek gaat. 'Er woont iemand in het Louvre, stond er soms. Of in de National Gallery.' Wittgensteins minnares, meesterlijk vertaald door vertaalduivelskunstenaarsduo Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes, is geen gemakkelijk, maar wel een bijzonder fascinerend boek. De roman bestaat uit losse zinnen, die niet alleen zin maar ook alinea zijn. Slechts een enkele alinea bestaat uit meer dan één zin. Die losse zinnen vormen wel een doorlopend verhaal. Of misschien is het beter om te spreken van een enigszins doorlopend verhaal. Kate maakt namelijk voortdurend uitstapjes naar Griekse tragedies, schilderijen, romans, gedichten, filosofische werken en composities van onder anderen Sophocles, Rembrandt, Tolstoj, Rilke, Wittgenstein en Brahms. (De Amerikaanse schrijver John Madera heeft een index gemaakt met alle persoonsnamen, namen van kunstwerken, plaatsnamen en motieven die in Marksons roman voorkomen.)

Kate is niet alleen een wereldreiziger, maar ook een tijdreiziger. Ze verplaatst zich, terwijl ze met achtergelaten auto's en busjes van Mexico naar Alaska reist, in haar hoofd met evenveel gemak van het hedendaagse Florence naar het oude Troje. Een mooi detail is dat Kate op haar reizen steeds van voertuig wisselt als de brandstof op is. Iedere auto levert een nieuwe verrassing op. 'Op een keer was ik van voertuig aan het wisselen bij een tenniscomplex in Bayonne, in Frankrijk, toen ik het contactsleuteltje omdraaide en plotseling de Vier ernste Gesänge van Brahms hoorde.'

De vertelling wordt niet alleen onderbroken door verwijzingen naar kunst en filosofie. Kate onderbreekt zichzelf ook telkens. Ze is een onbetrouwbare verteller, en daar maakt ze geen geheim van. Ze becommentarieert haar uitspraken voortdurend en trekt ze in twijfel, net als Ludwig Wittgenstein doet aan het einde van Tractatus Logico-Philosophicus (1921), zijn eerste grote filosofische werk. Wittgenstein zegt dat zijn zinnen onzinnig zijn nadat hij ze heeft gebruikt. Zijn zinnen moeten als sporten in een ladder worden beschouwd. De ladder moet je weggooien zodra je 'm hebt gebruikt.

Omdat Kate een slecht geheugen heeft (zoals ze vaak herhaalt), de taal niet vertrouwt en mogelijk krankzinnig is, tast de lezer vaak in het duister. Het is echter een prettig duister, niet te vergelijken met het 'dolen door het oneindige niets' van Nietzsche, want dat Kate Nietzsche nooit heeft gelezen is wel waar, verzekert ze. Kates wereld is zo rijk gevuld met literatuur, filosofie, beeldende kunst en muziek dat zij misschien wel het tegenovergestelde van het oneindige niets is. Ze houdt zich gelukkig niet aan Wittgensteins oproep om 'niet op een dwaalweg' te raken 'waar het lijkt alsof we de laatste subtiliteiten moeten beschrijven, die we met onze middelen trouwens helemaal niet kunnen beschrijven'. Kate blijft gewoon beschrijven en het is aan de lezer om de draden van het 'gescheurde spinnenweb', dat je volgens Wittgenstein op de dwaalweg tegenkomt, aan elkaar te knopen.

Cultboek

Wittgensteins minnares geldt als een cultboek. Marksons manuscript werd vierenvijftig keer afgewezen tot Dalkey Archive Press het in 1988 aandurfde om het uit te geven. Het boek werd meteen goed ontvangen door de literaire kritiek en kent beroemde fans als Ann Beattie, David Foster Wallace en Lieke Marsman. Wallace schreef een klassiek geworden essay over Wittgenstein's Mistress, dat tegenwoordig als nawoord in de Engelse editie staat. Marsman schreef in 2014 in een blogbericht op de website van Tirade dat ze bezeten is van het boek: 'Ik zie het als mijn persoonlijke missie zoveel mogelijk mensen dit boek te laten lezen.'

Van Oorschot heeft ervoor gekozen om Marsman het nawoord bij de Nederlandse vertaling te laten schrijven. Ze helpt de lezer om een eigen weg door deze gecompliceerde roman te vinden. Ze wijst er, net als Wallace overigens, op dat de eerste zin een klassieke vertellende zin is. 'In het begin liet ik soms boodschappen achter op straat.' Genesis opent ook met 'In het begin'. Maar na de eerste zin lijkt Wittgensteins minnares in niets meer op een klassiek verhaal. Al vanaf de eerste bladzijde is het de lezer duidelijk dat Kate je meesleept op een wilde, driedimensionale achtbaanrit door haar hersenspinsels en de bijna volledige westerse cultuurgeschiedenis.

Taal en eenzaamheid

We weten niet of Kate echt de laatste mens op aarde is of dat zij misschien het gevoel heeft dat ze door niemand begrepen wordt. Kate laat niet alleen boodschappen op straat achter, ze beschikt ook over een typemachine waarop ze doorlopend aan het schrijven is. Haar behoefte aan communicatie en contact is enorm. Ze is op zoek naar mogelijk levende personen op schilderijen en katten. Dat levert mooie beelden op. In het Colosseum in Rome denkt Kate een kat te zien. Ze zet een week lang elke dag een doos vol geopende blikjes kattenvoer op de stenen banken. 'Praktisch net zoveel blikjes als er Romeinen moeten zijn geweest die naar de Christenen kwamen kijken.' Bij mij roept deze vergelijking het beeld op van lege kerken in tijden van corona waar dominees foto's van gelovigen op de banken hebben gezet om toch gezichten te zien tijdens de preek die online wordt uitgezonden. De schone rivieren waaruit Kate drinkt in haar ontvolkte wereld ('Maar in de Tate haalde ik mijn water uit de rivier. Je kan zoiets inmiddels al een hele tijd doen.') doen denken aan de dolfijnen die na enkele toeristloze weken in de kanalen van Venetië zwemmen.

De kunst, filosofie, muziek en literatuur die Kate houvast bieden, zijn op dit moment ook voor veel van ons een reddingsboei. Daarom is het fijn dat de roman juist nu in Nederlandse vertaling verschenen is. Wittgensteins minnares kan zijn lezers inspireren. Tijdens het lezen heb ik bijvoorbeeld naar Strauss' Vier letzte Lieder geluisterd en daarbij het geweldige Simply Wittgenstein van hoogleraar filosofie James C. Klagge en Wittgensteins Tractatus Logico-Philosophicus gelezen. Der Butt herlezen - om de rol van water bij Günter Grass en Markson te vergelijken -, mijn exemplaar van de Odyssee afgestoft en op de site van het Rijksmuseum naar katten op schilderijen van Rembrandt gespeurd. Door Markson voelde thuisolatie even als splendid isolation.

Marie-José Klaver is germanist en studeert Nederlands.

pro-mbooks1 : athenaeum