Recensie: Wint de essayistische roman de Librisprijs?

07 mei 2018
| | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | |

De toekomst van de Nederlandstalige roman? Het essay. Het is een van de conclusies die je kunt trekken uit de bundel Geen verlangen zonder tekort. De toekomst van de Nederlandstalige roman, samengesteld door Margot Dijkgraaf en Wouter van Gils bij gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de Libris Literatuurprijs. Romanciers - waaronder vier van de zes genomineerden voor de prijs van 2018 -, critici en een enkele academicus doem- en wensdenken over het klassieke literaire genre. Dat denken verrast zelden, het prikkelt wel, het is vaak geestig en soms warrig. Aantekeningen en een vooruitblik naar de uitreiking van de prijs vanavond. [Update 7 mei, 22.28: Murat Isik wint de Libris Literatuurprijs 2018!]

Wat opvalt is dat de line-up goed gemengd is. Dat wil zeggen: hij is zeer wit. Daarin weerspiegelt het boek (en de literatuur die het beschrijft) helaas nog vooral de situatie van vijfentwintig jaar geleden. Maar twee Belgen. Maar wel: veel vrouwen, jonge mensen, veel schrijvers. Zo'n balans bereiken jury's zelden - maar die oordelen dan ook achteraf en hopelijk zonder aanziens des persoons over boeken. Maar literaire prijzen zijn wat mij betreft bedoeld om het goede uit te lichten, niet het mindere, iets wat een enkele op longlists ontbrekende auteur nog wel vergeet, we gaan het ook hier niet over de afvallers hebben. Enkele opmerkingen:

  • Vervang gerust 'roman' door 'kort verhaal' of 'essay' in deze bundel vol essays. De strekking blijft gelijk, al kun je Kundera minder precies citeren. (De Libris Literatuurprijs beoordeelt, net als de Booker Prize, slechts romans. Niet al vijfentwintig jaar overigens, maar pas enkele jaren. De twee andere grote prijzen beoordelen ook kortere vormen en literaire non-fictie.)
  • Uit Thomas de Veen, 'Echter': 'Een fictieschrijver die essayistische of non-fictie-elementen gebruikte, verstevigt de banden van zijn verhaal met de werkelijkheid: hij vergroot de echtheid.'
  • Is het ironie dat Tommy Wieringa's bijdrage over de toekomst van de roman uit 2014 stamt?
  • Het ergste dat de roman kan overkomen, is het verleden, stelt Lisa Kuitert vast. 'Er verschenen toen heel weinig romans: in het decennium 1810-1820 bijvoorbeeld in totaal maar 38 oorspronkelijke Nederlandse romans en 154 vertaalde.' Of de magere toestand van de roman in India, betoogt Margot Vanderstraeten.
  • René Appel wensdenkt in zijn 'Juryrapport Libris Literatuur Prijs 2028' dat 'de negatieve houding tegenover de thriller [...] lang bon ton is geweest in de literaire wereld, maar die is grotendeels omgezet in een positieve', en de vele malen herhaalde kwalificatie 'spannend' in het rapport 2018 lijkt daarvan een voorbode te zijn.
  • Uit Roos van Rijswijk, 'Vorm of vrouw': '16. In het Letterkundig Museum (tegenwoordig een steeg te Geldermalsen) worden permanent de hologrammen van P.F. Thomése, Joost de Vries en Christiaan Weijts tentoongesteld. Ze voeren een discussie over ironie, zodat niemand anders dat nog hoeft te doen.'
  • Het ergste dat de roman kan overkomen, is dat de romanlezer verdwijnt, beweren Tommy Wieringa en Bas Heijne. Het is het enige doemdenken dat ik graag serieus neem. De vraag is ook voor wie deze bundel is, en voor wie de prijs. Schrijvers? Ja. Boekverkopers? Vooruit. Maar de andere lezers? De Libris Literatuurprijs is een echte juryprijs, en al sta ik daar als huidig (niet Libris Literatuurprijs-)jurylid stevig achter - er is geen handreiking naar de 'andere' lezer. Moet je democratiseren met lezersprijzen (zoals de Fintro en (voorheen ECI/)Bookspotprijzen), scholierenjury's (de Bookspotprijs) met een 'kleinere' schrijfprijs (de Hanlo Essayprijs), crowdfunding (de Biesheuvelprijs)? Of wacht je tot de verkoop de discussie over 'literaire' kwaliteit irrelevant maakt?
  • Weinigen hebben over de toekomst van de roman gedacht vanuit het perspectief van data en internet als Miriam Rasch. Arjen van Veelen corrigeert haar afwezigheid in de inhoudsopgave met een ruim citaat.
  • Dat Netflix, dat schijnt wel wat te zijn.
  • De critici in deze bundel sommen veel op. Belezenheid is een voorwaarde voor de toekomst van de roman.
  • Tweemaal worden de Lascaux-schilderingen genoemd, maar bij Wieringa het mooist: 'Het vermoedelijke einde zal zijn zoals het begon: het potlood, duurzaam en vloeiend. De verrukkelijke geur van het slijpsel brengt me terug naar de oudste tekens: de overgetrokken handen, ruimteschepen en paddenstoelen; iedereen zijn eigen Lascaux aan de binnenkant van zijn hoofd.'
  • Uit Niña Weijers, 'Buiten de ring': 'De toekomst van de Nederlandstalige roman is allang begonnen, en die toekomst is vrouwelijk. [..] Niet voorbehouden aan de vrouw, maar aan iederen die erkent dat het Nederlandstalige literaire landschap een armoedige, lelijke, idiote plek is als we blijven geloven dat de vrouw een vrouw is en de man een mens.'
  • Uit Marja Pruis, 'De roman als strijd en wereld': '[De terugkerende vraag naar de toekomst van de roman] zal te maken hebben met het intrinsiek democratische karakter van de roman als kunstvorm; de ene helft van de wereld schrijft, de andere helft vindt er iets van.'
  • Uit Nina Polak, 'Alsof het echte mensen zijn': 'Wat de roman van andere verhalen onderscheidt, zo schreef ook Walter Benjamin, is zijn essentiële afhankelijkheid van het fysieke boek.'
  • Ondanks vrolijke berichten van Elsbeth Etty en René Appel (die, toegegeven, het juryrapport voor 2028 schrijft) is de emancipatie nog niet voltooid. De productie en bekroning van mannen en vrouwen is nog niet gelijk. Dit jaar maakt maar één schrijfster kans op de Libris Literatuurprijs. Niña Weijers' appel is op haar plaats, net als de betogen van Marjolijn van Heemstra en Karin Amatmoekrim voor meer diversiteit, meer kleur. De toekomst van de schrijver is minstens zo prangend als die van de lezer.
  • Als appendix werden drie beschouwingen over de Nederlandse roman in het buitenland toegevoegd, door Hans Bouman, Jerker Spits en Margot Dijkgraaf. Dat aspect van de ondertitel kwam er inderdaad nogal bekaaid af, maar het genre lijkt voor de meeste auteurs iets universeels te hebben. Ook journalisten en uitgevers in het buitenland zien met moeite iets gemeenschappelijks in de boeken uit Nederland. Wel veel lof voor het Nederlands Letterenfonds!
  • Mijn stelling: de toekomst van de roman leest men het beste van een roman af.

De roman en het essay

Maar welke roman dan? Die vraag nu is nieuws. Vanavond wordt de Libris Literatuurprijs toegekend, aan de nieuwste roman van Martin Michael Driessen, Marjolijn van Heemstra, Murat Isik, Tommy Wieringa, Arjen van Veelen of Ilja Leonard Pfeijffer. Verhalenbundels en literaire non-fictie komen niet in aanmerking. Maar wat als we deze boeken eens buiten hun genre bekijken?

  • Martin Michael Driessen, De pelikaan [fragment
  • Marjolijn van Heemstra, En we noemen hem [fragment | recensie]
  • Murat Isik, Wees onzichtbaar [fragment]
  • Ilja Leonard Pfeijffer, Peachez, een romance [fragment]
  • Arjen van Veelen, Aantekeningen over het verplaatsen van obelisken [fragment | recensie]
  • Tommy Wieringa, De heilige Rita [fragment]

Uit het juryrapport:

'De jury meent dat de schrijvers de onderzoekingskracht van de roman zoveel mogelijk willen oprekken en daarmee laten zien dat het genre een oneindig aantal werelden kan omvatten. Terwijl in onze samenleving de trend naar binnen is gericht, verbreden de schrijvers onze wereld op meeslepende wijze. Meer lucht!'

De vorm daarvoor verschilt. Murat Isiks 'meeslepende, rijke' (volgens het juryrapport) dikke Bijlmerroman bouwt Dickensiaans stevig op show én tell. Martin Michael Driessen 'indrukwekkende parabel' of 'tijdloze zedenschets' over twee wederzijdse afpersers in voorloorlogs Kroatië is eerder Russisch dan Nederlands (dat is geen diskwalificatie). 'Het met spanning opgebouwde en vermakelijke verhaal van een liefde in tijden van internet' van Ilja Leonard Pfeijffer is een kleine, talige roman. En Tommy Wieringa's De heilige Rita is 'indringend en bij vlagen ontluisterend' maar vooral een soepele, rónde roman.

Net als Isik werden Marjolijn van Heemstra en Arjen van Veelen genomineerd voor de BNG Bank Literatuurprijs. Van Heemstra won, met En we noemen hem, een roman die leunde op het onderzoek naar het oorlogsverleden van een oom. Arjen van Veelen won de lezersprijs, met Aantekeningen over het verplaatsen van obelisken, een rafelige roman over rouw en ontworteling. Beide boeken hebben die 'onderzoekingskracht', die 'meer lucht', ze hebben essayistische trekjes. 'Uitweidingen' noemt de jury die.

Het persoonlijke, het zoekende is de Literatuurprijswinnende kracht van die twee boeken. Van Veelens bijdrage aan Geen verlangen zonder tekort is ook erg sterk, literair, net als die van Tommy Wieringa. Wieringa schreef bovendien een essay over zijn jeugd en een jeugdvriend die model stonden voor de roman in De Gids (zij noemen het een verhaal), en daarmee trok hij voor mij de roman naar een ander plan. Persoonlijker, onderzoekender.

Als je voor de toekomst van de roman moet kiezen tussen het verleden en het essay, dan heeft dat laatste mijn voorkeur. Jury, doe uw onderzoek, kies wijs, dan gaan we op zoek naar de lezer.

Daan Stoffelsen is webboekverkoper bij Athenaeum Boekhandel, recensent en redacteur van de Revisor.

pro-mbooks1 : athenaeum