Recensie: De wereld volgens Marx

25 juni 2018 , door Jerker Spits
| | | | |

In De Duitse ideologie zijn vier belangrijke teksten uit de geschiedenis van het marxisme opnieuw in het Nederlands verschenen. Als lezer volg je de filosofische voetsporen van Marx en zie je waar hij breekt met zijn voorgangers. ‘De filosofen hebben de wereld slechts verschillend geïnterpreteerd; het komt erop aan haar te veranderen.’ Bekende citaten krijgen context, en de actualiteit maakt ze relevant.

Van wereldgeest naar stoommachine

Om de bronnen van het marxisme bloot te leggen, moeten we verder terug. De grondslag van de Duitse filosofie van de negentiende eeuw werd gelegd door Friedrich Hegel (1770-1831). Hij ontwaarde in de geschiedenis een voortdurende ontwikkeling van de Geist. Deze geest zou de loop van de geschiedenis vormgeven en zich in de allerhoogste vorm uiten in religie, moraal en kunst. Na zijn dood streden een rechtse en een linkse school om Hegels erfenis. De rechtse Hegelianen verdedigden de Pruisische staat van hun tijd. De geest zou hierin haar hoogtepunt hebben bereikt. Maar de linkse Hegelianen richtten hun blik niet op het hier en nu, maar op de toekomst. Ze confronteerden Hegels abstracte wereldgeest met nieuwe ontwikkelingen zoals de stoommachine, de industrie en handel. Volgens hen was het tijd voor een radicale omwenteling.

Karl Marx en Friedrich Engels behoorden tot de belangrijkste denkers van de progressieve Hegelianen. Volgens hen hadden de Duitsers ‘de gewoonte om zich bij de woorden geschiedenis en historisch al het mogelijke, maar niet het werkelijke voor te stellen’. Ze pasten Hegels gedachte van een voortdurende ontwikkeling in de geschiedenis toe op wat zij met eigen ogen zagen: de industriële revolutie, het ontstaan van een uitgebuite arbeidersklasse, ‘iets waarvan de Duitse theoretici niet het flauwste benul hebben’.

In hun kritiek op Hegel ontvouwden Marx en Engels hun geloofsbrieven:

‘De geschiedenis is niets anders dan de opeenvolging van de afzonderlijke generaties, waarbij elke generatie het materiaal, het kapitaal en de productiekrachten die alle voorafgaande generaties haar hebben nagelaten, exploiteert. […] Hieruit volgt dat deze verandering van de geschiedenis in wereldgeschiedenis niet zoiets is als een zuiver abstracte daad van het ‘zelfbewustzijn’, de wereldgeest of enig ander metafysisch fantoom, maar een uiterst materiële, empirisch aantoonbare daad, een daad waarvan elk individu zoals het gaat en staat, eet, drinkt en zich kleedt, het bewijst levert.’

Vanuit die gedachte staat Marx stil bij een van de grondslagen van het communisme: de onderbouw (het bezit, de materiële verhoudingen tussen klassen) is bepalend voor de bovenbouw (religie, moraal, politiek).

Marx en Shell

In De Duitse ideologie volg je de ontwikkeling in het denken van Marx aan de hand van vier teksten, waarvan hij er een samen met Friedrich Engels schreef. Je kunt zien hoe Marx zich los maakt van de gedachten van zijn filosofische voorgangers Hegel en Feuerbach, en een eigen weg inslaat. De uitgave bevat ook losse aantekeningen van Marx, die duidelijk maken op wie hij zijn pijlen richtte: ‘[J]uristen, politici (staatslieden in het algemeen), moralisten, religieuzen.’

Soms lijken – vooral bij de teksten van Marx zelf – de nogal academische titel van een stuk en de eerste alinea’s te wijzen op droge theoretische stof. De lezer raakt verzeild in een polemiek van filosofen in de negentiende eeuw. Maar als Marx de ‘wereldmarkt’ als stuwende kracht beschrijft, lijkt het alsof zijn denken nog altijd niets van zijn scherpte verloren heeft. Was het niet ‘de wereldmarkt’ die de economische crisis in 2007 veroorzaakte? En als Shell betaalt voor zogenaamd onafhankelijk onderzoek dat door de Nederlandse regering klakkeloos wordt overgenomen voor belastingwetgeving, regeert dan niet het kapitaal?

Opium van het volk

De grote winst van deze uitgave is dat je de gedachtegang van een filosoof die als geen ander bepalend was voor de Europese geschiedenis op de voet kunt volgen. Je kunt bekende citaten in hun context begrijpen. Bijvoorbeeld wanneer Marx het religieuze perspectief van zijn voorgangers hekelt. Religie verdooft. Door religie vlucht de mens uit zijn materiële omstandigheden en schept een illusoire werkelijkheid, zonder de echte werkelijkheid om hem heen te veranderen.

‘De religie is het gejammer van de verdrukte creatuur, het hart van een harteloze wereld, zoals zij de geest van geestloze toestanden is. Ze is de opium van het volk. Het werkelijke geluk van het volk vereist de afschaffing van de religie.’

De vier teksten uit deze uitgave staan bol van marxistische klassiekers, waaronder de beroemde zin ‘Niet het bewustzijn van de mensen bepaalt hun zijn, maar omgekeerd, hun maatschappelijk zijn bepaalt hun bewustzijn.’ De vermaarde vertaler Henk Hoeks werkte tot kort voor zijn overlijden aan deze uitgave. Hij herzag daarvoor eerdere vertalingen van Marx. Die verschenen trouwens ook in Nijmegen, een stad die Frits Bolkestein hekelde als ‘Marxograd aan de Waal’.

Was Marx beter dan zijn volgelingen Lenin en Stalin, die andersdenkenden en ‘klassenvijanden’ vervolgden? Ook die vraag kan de lezer na dit boek eenvoudiger zelf beantwoorden. Daarnaast zet De Duitse ideologie aan tot nadenken: wat is een rechtvaardige samenleving?

Jerker Spits is germanist. Hij schrijft voor Trouw en De Groene Amsterdammer en schreef een korte cultuurgeschiedenis van Duitsland.

pro-mbooks1 : athenaeum