Recensie: Spionnen aan het woord in de nieuwe Julia Deck

12 september 2017 , door Joeba Bootsma
| | |

Vanaf vandaag ligt Sigma, de nieuwe roman van Julia Deck, in de winkel. In Nederland kennen we de Franse schrijfster van haar debuutroman, Viviane Élisabeth Fauville, die vorig jaar in het Nederlands verscheen bij Uitgeverij Vleugels en onlangs werd genomineerd voor de Europese Literatuurprijs 2017. In Decks nieuwe roman, over een verdwenen schilderij dat weer boven water is gekomen, leidt de combinatie van genres tot vraagtekens. Maar die vraagtekens blijven klein genoeg om door te lezen tot het einde.

N.B. We publiceerden eerder voor uit Viviane Élisabeth Fauville. Lees het fragment op Athenaeum.nl.

Op uitnodiging van het Nederlandse Letterenfonds woonde en werkte Deck een maand in Amsterdam. In een interview met Margot Dijkgraaf zei ze: ‘Als romanschrijver moet je jezelf de ruimte geven om dingen anders te doen.’ Het is dan ook niet verwonderlijk dat ze het manuscript van haar debuutroman opstuurde naar Éditions de Minuit, een uitgeverij die niet terugdeinst voor vormen of stijlen die een vervreemdend effect hebben op de lezer, zoals in Viviane Élisabeth Fauville het de ‘vous’-vorm is die vanaf de eerste pagina beklemt en verwart. En nu die genres.

Wie of wat is Sigma?

De roman begint met een lijst personages, alsof het een theatertekst is. De lijst bestaat uit vier ‘doelwitten’ (een bankier en kunstverzamelaar, een actrice, een galeriehoudster, en een wetenschapper), vijf ‘agenten’ (de assistenten van de doelwitten), en nog wat bijrollen. Al snel wordt duidelijk dat de ‘agenten’ geheim agenten zijn en dat ze werken voor Sigma, een geheime organisatie die ‘ongewenste’ kunst, ideeën en onderzoeken uit de weg ruimt. In deze roman zijn alle pijlen gericht op een schilderij van de kunstenaar Konrad Kessler. Het schilderij, dat zich ergens in Genève bevindt, is ongewenst en moet opnieuw verdwijnen. Maar hoe?

Ruim twee maanden nadat operatie Kessler van start is gegaan schrijft de executive in New York aan de leidinggevende in Zwitserland: ‘Que se passerait-il si nous détruisons toutes les productions artistiques indésirables? […] Le tableau de Kessler doit retourner à la nuit. Mais la nuit, ce peut être aussi le grand jour.’ Een paar maanden later verdwijnt het schilderij inderdaad op klaarlichte dag, maar het loopt allemaal iets dramatischer af dan organisatie Sigma voor ogen had..

Het personagelijstje komt goed van pas want vooral in het begin ben je soms even kwijt wie wie is en over wie het gaat. De personages worden niet uitgebreid geïntroduceerd. Veel blijft onduidelijk en impliciet, omdat je iets leest wat eigenlijk niet voor jou bedoeld is: de correspondentie tussen Sigma en de spionnen, waarin verslag wordt gedaan van de activiteiten van de doelwitten en overleg wordt gepleegd over de volgende stappen die ondernomen moeten worden. Via deze correspondentie leer je langzaamaan de personages kennen, maar slechts tot op een bepaalde hoogte.

De vier doelwitten hoor en zie je namelijk alleen maar via de oren en ogen van hun assistenten - die wel speculeren over hun gedachten - maar wat de doelwitten écht denken kom je niet te weten. En de spionnen, die dus eigenlijk de vertellers van de roman zijn, leer je ook maar oppervlakkig kennen omdat organisatie Sigma een houding van hen verwacht die niet te persoonlijk en kritisch is: ‘Performants mais dénués d’esprit critique, intelligents sans personnalité propre.’

Spionnen of romanschrijvers?

Behalve het personagelijstje en de correspondentie volgen er nog andere tekstvormen die niet meteen aan een roman doen denken: een interview uit de Paris Match, een redevoering over de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen (waarin de vrouwen worden opgeroepen om vaker klaar te komen omdat dit een positieve invloed zou hebben op de behoefte om macht uit te oefenen), een uitnodiging voor de opening van een nieuwe galerie, en een hoofdstuk dat als een theaterstuk is geschreven. Dit theatrale hoofdstuk is, net als de andere berichten, een verslag voor Sigma, maar dit keer is er niet bespioneerd door de assistenten maar met geheime opnameapparatuur. Het lijkt wel of Sigma zijn/haar werknemers de opdracht geeft om de verslaggeving in een vorm te gieten die vermakelijk is om te lezen.

De verslagen beginnen steeds heel zakelijk met ‘naam afzender, naam geadresseerde, plaats, datum, tijd’. Maar al lezende vergeet je bijna dat het zakelijke berichten zijn. De spionnen noteren namelijk niet alleen het hoognodige in telegramstijl, nee, alles wordt tot in detail beschreven: de ruimte, de sfeer, gezichtsuitdrukkingen, lichaamstaal, wat er wordt besteld, de manier waarop iemand haar lepel neerlegt, etc. En ze zijn niet bang om er wat ironie, zelfspot of beeldspraak in te stoppen. ‘À l’autre extrémité de mon champ visuel, l’ascenseur écarte ses mâchoires pour livrer passage à une splendide figure d’albâtre.’ En ondanks de eisen van Sigma laten de spionnen zich af en toe ook van een heel kwetsbare kant zien, zoals Sarah (de nieuwe assistent van de actrice):

Je piétine parmi le foulards en soie, les boucles d’oreille en plumes exotiques, les ongles azur, les lunettes oversize, renifle quantité de parfums dilués en une vaste exhalaison de phéromones. Un même désir sans objet circule entre les corps. J’aimerais participer mais je n’ai pas la clef d’aucun groupe. Je pourrais faire semblant. Se serait simple. Ce serait beaucoup trop compliqué.’

Vaak herinner je je pas tegen het einde van een bericht dat je een correspondentie tussen werknemer en werkgever aan het lezen bent, als er praktische zaken zoals onkosten worden besproken: ‘J’ai aussitôt réglé ma consommation et vous adresse ma note de frais en pièce jointe.’ Je kunt je afvragen hoe relevant alle details zijn voor operatie Kessler, maar één ding is zeker: de verslagen zijn vermakelijk om te lezen.

Een verhaal vol gezichten die we niet allemaal leren kennen

Toch voelen de personages, zowel de doelwitten als de spionnen, aan het einde van de roman nog een beetje als onbekenden. Waarom heeft Deck ons niet iets meer mee genomen in het hoofd van de personages, zoals ze deed in Viviane Élisabeth Fauville? Aan de andere kant passen de tekstgenres – waarin gedachten niet of slechts tot op een bepaalde hoogte weergegeven kunnen worden – bij dit spionageverhaal waarin niemand elkaar echt kent. Karl, de oude assistent van de actrice, schrijft in een van zijn verslagen aan Sigma: ‘[…] je sais ce qu’elle pense : Tous ces gens qui croient me connaître parce qu’ils m’ont vue faire semblant d’être une autre […].’ Maar niet alleen de actrice heeft meerdere gezichten.. Deck laat je achter met het gevoel nog lang niet alles te weten over de personages, net zoals de personages die er achter komen dat ze de ander minder goed kennen dan ze dachten.

Joeba Bootsma doet de researchmaster Literair Vertalen aan de Universiteit van Utrecht en liep stage bij Athenaeum.nl.

Delen op

Gerelateerde boeken

pro-mbooks1 : athenaeum